5.4 - invloed op het klimaat

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

5.4 - invloed op het klimaat

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

Kun je uitleggen wat het broeikaseffect is en hoe deze versterkt wordt.

Kun je het verschil uitleggen tussen fossiele brandstoffen, biobrandstoffen en duurzame energie.

Broeikaseffect

De aarde vangt warmte op die de zon afgeeft. De lucht om de aarde houdt die warmte vast. Dit is het broeikaseffect.

Hoe meer broeikasgassen, hoe warmer het wordt. 

Dampkring

• De luchtlaag om de aarde
• Bestaat uit verschillende gassen, onder andere koolstofdioxide en waterdamp
• Deze gassen houden de warmte van o.a. de zon vast, natuurlijk broeikaseffect.

Versterkt broeikaseffect

• Er komen steeds meer broeikasgassen in de lucht.
•  Methaan en lachgas houden meer warmte vast dan CO2
• Dit versterkt het broeikaseffect.

Door veeteelt komt er meer methaan in de dampkring

1. waar
2. niet waar

Geef een voorbeeld van iets wat voor extra broeikasgassen zorgt.

Fossiele brandstoffen zorgen voor meer broeikasgassen

1. Waar
2. Niet waar

Fossiele brandstof

• Verkeer en fabrieken zijn grote vervuilers, dit komt door fossiele brandstoffen
• Aardolie, aardgas, bruinkool en steenkool
• miljoenen jaren geleden ontstaan uit dode organismen.
• Bij verbranding komt veel CO2 vrij.

Waarvoor gebruiken we fossiele brandstoffen?

Duurzame energie

• Duurzame energie is energie uit een energiebron die niet opraakt.

Biobrandstof

• Biobrandstoffen geven minder broeikasgassen.
• hout, mest, GFT-afval en gewassen.
• Geven MINDER CO2

Klimaatbeleid

• Afspraken tussen overheden om minder broeikasgassen uit te stoten.