klinisch redeneren

Klinisch redeneren
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Klinisch redeneren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat weet je al

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

6 stappen
1: Orientatie situatie
2: Klinische probleemstelling
3: Aanvullend klinisch onderzoek
4: klinisch beleid
5: Klinisch verloop
6: nabeschouwing

Slide 7 - Slide

stap 1 Oriënteren 
Het doel is om de situatie van de patiëntensituatie te overzien. Hierbij hoort het presenteren en beargumenteren van het klinische beeld van de patiënt. Hierbij kunnen parameters, voorgeschiedenis, medicatiegebruik en nevendiagnoses gebruikt worden.

Slide 8 - Slide

1. Oriëntatie op de situatie
er is iets aan de hand
gegevens verzamelen
voorgeschiedenis
ABCD


SBAR
situatie (S)
achtergrond (B)
beoordeling (A)
aanbeveling (R)

Slide 9 - Slide

Early Warning Score
verslechtering van patiënt vroegtijdig signaleren

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

2: Klinische probleemstelling
Somatisch: orgaansysteem (rangschikken indien meerdere orgaansystemen).
Wat zijn de feitelijke problemen en kun je ze 
aan elkaar linken? Welke orgaansystemen
worden aangesproken.




Slide 12 - Slide

3. Aanvullend onderzoek
Wat weet ik nog niet?
Aanvullende onderzoeken
Korte termijn en lange termijn

Slide 13 - Slide

4. Klinisch beleid
Welke handelingen/interventies
 ga je uitvoeren?
Welke volgorde van handelen?
Welke bewaking is er nodig?
Welke disciplines kunnen/moeten worden ingezet?

Slide 14 - Slide

5. klinisch veloop
Prognose op de korte termijn en lange termijn 
Complicaties op korte en lange termijn
Risico van de behandeling

Slide 15 - Slide

Situation, Background,Assesment, Recommendation
S: Met Peggy verpleegkundige werkzaam bij Buurtzorg. Spreek ik met de behandelend arts van  Dhr jansen? 
Ik bel u namens Dhr Jansen 74 jaar oud: 
-In de A  hij hoest sputum op
-In de B heeft hij een saturatie van  85% zonder O2, snelle ademhaling 24 maal per minuut. 
- In de C is zijn RR is 100/55, met een hartslag van 122 slagen per minuut. 
-In de D zie ik een goede EMV en een adequaat reagerende client.
-In de E ziet zijn huid ziet er grijs en bleek uit. , heeft hij een Temp  van 38.8 

Slide 16 - Slide

Aanvullend onderzoek

Slide 17 - Open question

B: Dhr heeft darm kanker en krijgt hiervoor chemotherapie, wij ondersteunen dhr in de ADL. Hij heeft momenteel een verzwakte afweer door de chemo. Mogelijk respiratoir probleem?  Dhr is  niet bekend met longziekten, is een matige roker.
A: mogelijke pneunomie?
R: ..........

Slide 18 - Slide

Een cliënt is heel benauwd, wat zijn je interventies, welke volgorde?

Slide 19 - Open question

6. Nabeschouwing
Afstand nemen van de casus
Evalueren
Reflecteren

(patiënt veiligheid, beroepshouding, ethisch dilemma, etc.) 

Slide 20 - Slide

Vragen?

Slide 21 - Slide