6.3 Oplosmiddelen

Lesdoel
Je kunt de bijzondere eigenschappen van water benoemen (oplossend vermogen, soortelijke warmte, dichtheid, kookpunt, zuurgraad) en de gevolgen ervan benoemen
Uitleggen wat we verstaan onder een PH en hoe je deze kunt meten
Uitleggen waarom watermanagement in de toekomst belangrijk is.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesdoel
Je kunt de bijzondere eigenschappen van water benoemen (oplossend vermogen, soortelijke warmte, dichtheid, kookpunt, zuurgraad) en de gevolgen ervan benoemen
Uitleggen wat we verstaan onder een PH en hoe je deze kunt meten
Uitleggen waarom watermanagement in de toekomst belangrijk is.

Slide 1 - Slide

vraag 39 en 42 behandelen
zie presenter 10

Slide 2 - Slide

Icalt.nl invullen
zouden jullie in 10 minuten deze vragenlijst in willen vullen

De volgende link: https://icalt.nl/go/CNuBRfN
Deze link staat ook in de magister app
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Oplosmiddelen
Water en de eigenschappen van water
  1. Oplosvermogen groot (voorbeeld bloed)
  2. Dichtheid: Vaste fase grotere dichtheid dan vloeibare fase (bij water is dit andersom, ijs drijft op water!!)
  3. Soortelijke warmte: Energie die nodig is om een graad te stijgen in temperatuur (soortelijke warmte is hoog voor water)
  4. Hoog Kookpunt: 373K, hoog in vergelijk met methaan
  5. Zuurgraad

Slide 4 - Slide

Waarom is water een geschikt oplosmiddel voor de chemische industrie
A
goedkoop en veilig
B
groot oplossend vermogen
C
alles lost er in op
D
Je kunt het altijd lozen op het riool

Slide 5 - Quiz

Leg uit in jouw woorden wat het volgende betekent "water heeft een grote soortelijk warmte"

Slide 6 - Open question

Oplosmiddelen
Zuurgraad:
Wordt gemeten middels de PH op een schaal van 0-14
pH< 7 zuur (stof in water die deze pH geeft noemen wij een zuur)
pH = 7 neutraal
pH > 7 basisch (stof in water die deze pH geeft noemen we een base)

Slide 7 - Slide

De pH van een zure oplossing is..... dan 7
A
kleiner
B
groter

Slide 8 - Quiz

Iemand voegt water toe aan een zure oplossing, wat gebeurt er
A
pH wordt groter en wordt minder zuur
B
pH wordt kleiner en wordt minder zuur
C
pH blijft gelijk maar wordt minder zuur
D
pH blijft gelijk en wordt niet zuurder

Slide 9 - Quiz

Oplosmiddelen
Toch vaak naast water nog andere oplosmiddelen
Aceton, Alcohol, wasbenzine, Dimethylformamide, Dimethylsulfoxide, Diethylether, Tetrahydrofuran, Tolueen, Xyleen, Methylethylketon, Butylacetaat, Methylisobutylketon, Isopropanol, Ethanol, Methanol, Hexaan, Dichloormethaan, Chloroform, tetra, benzeen, pentaan, dimethylether enz. 

Slide 10 - Slide

Watermanagement
Voor de wereldbevolking is er voorspeld dat er een tekort aan schoon water gaat komen
Wat kunnen we doen:
  • Waterverbruik minderen
  • Grotere bekkens met regenwater
  • Zoet water maken door middel van electrolyse, ultrafiltratie of distillatie van zout water (zeewater)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat denk je wat de relatie is tussen voorgaande grafiek en watermanagement
timer
5:00

Slide 13 - Open question

timer
1:00
wat vond je moeilijk, water, soortelijke warmte, pH, zuur of base
indicatorpapier, watermanagement

Slide 14 - Mind map

Huiswerk
Doornemen van paragraaf 6.3
Maken opgaven 27, 29, 31, 35

Slide 15 - Slide