H1 .1 tm 1.4Electrictiteit

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Leerdoelen

- je kunt uitleggen wat vermogen is

- berekeningen met spanning, stroomsterkte en vermogen

 - hoe je energieverbruik (elektriciteit) thuis meet.

- hoe je energieverbruik van een apparaat bereken

- hoe je energieverbruik van een apparaat berekent

- waarom / wanneer je een energiemeter nodig hebt om de werkelijk verbruik van een apparaat te bepalen. 

vermogen & energie                       

Vermogen - typeplaatje

Met een boormachine van 300 watt zal je niet zo makkelijk een gat boren als met een boormachine van 800 watt. 

Apparaten met een hoger vermogen kunnen meer maar gebruiken ook meer elektrische energie. 

Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.

Een typeplaatje vind je vaak achterop of onderop een elektrisch apparaat.Op het typeplaatje vind je het vermogen van een apparaat.

Vermogen berekenen

Energieverbruik

Berekenen

Bereken het vermogen van de apparaten wanneer:

1. U = 230 V

     I = 2 A

2. U = 12 V

      I = 0,5 A

3. U = Nederlandse netspanning (220 V)

      I = 5 A

230 X 2 = 460 Watt

Formules P = U x I ombouwen

Schrijf je antwoorden op een papier

Berekenen

Bereken de spanning van een apparaat wanneer:

1. P = 2000 W

    I = 2 A

2. P = 500 W

     I = 1,3 A

3. P = 3 kW

     I = 2,2 A

Wat is de formule om het energieverbruik te berekenen?

1. E = P : t
2. E = t : P
3. E = P x t
4. 0 = E : P x t

Het energieverbruik kun je meten.

In welke eenheid meet je het energieverbruik bij grote hoeveelheden energie?

1. kiloWattuur (kWh)
2. Joule (J)
3. volt (V)
4. watt (W)

Hoe krachtig een spanningsbron is kan je meten.
Waarin meten we de spanning?

1. Watt
2. Serie
3. Volt
4. Ampere

Een kachel van 2000 Watt staat 1,5 uur aan. Een kWh kost 0,22 euro. Bereken de kosten van het energieverbruik.

1. 660 euro
2. 0,29 euro
3. 2,90 euro
4. 0,66 euro

formule van vermogen is

1. P = U/ I
2. P = U x I
3. P = U +I
4. P = U - I

formule van energie is

1. E = P/t
2. E = p x t
3. E = P - t
4. E = P x t

Een lampje brandt op 5V, de stroomsterkte is 2A.

Hoe groot is het vermogen?

1 A = .... mA

1. 10 mA
2. 100 mA
3. 1000 mA
4. 10.000 mA

vermogen hangt af van

1. stoomsterkte
2. batterij
3. lampjes
4. spanning

Stroomsterkte wordt uitgedrukt in ....

1. Volt
2. Ampère
3. Watt
4. Kilo

Hoe groot is de spanning op een stopcontact?

Het symbool voor de grootheid spanning is ..............

1. U
2. I
3. V
4. A

Het symbool voor de grootheid stroom(-sterkte) is.............

1. U
2. I
3. V
4. A

De eenheid van stroom(-sterkte) is.....

1. Watt
2. Ampère
3. Volt
4. `Joule

Het symbool de grootheid vermogen is ...................

1. P
2. E
3. W
4. J

De eenheid van spanning is de........

1. Ampère
2. Joule
3. Volt
4. Watt

De eenheid van vermogen is .......

1. Watt
2. Ampère
3. Joule
4. Volt

Een andere eenheid voor Watt is...

1. Joule
2. Joule/ Ampère
3. Joule / seconde
4. Joule/ Volt

De eenheid van stroom(-sterkte) is.....

1. Watt
2. Ampère
3. Volt
4. `Joule

Het vermogen van een apparaat is.....

1. de stroom die het apparaat gebruikt.
2. de energie die het apparaat omzet.
3. de energie die het apparaat elke seconde omzet
4. het aantal Volt waarop een apparaat werkt.

Lees de volgende opgave:
Een stofzuiger van 1500 W wordt aangesloten op het lichtnet. Bereken de stroomsterkte door de stofzuiger.

Welke twee gegevens staan er in deze opgave?

1. het vermogen en de spanning
2. het vermogen en de stroom
3. de spanning en de stroom
4. het energiegebruik en e spanning

Welke vorm krijgt de formule P = U x I
wanneer je de stroomsterkte wilt berekenen?

1. I = P x U
2. I = U/P
3. I = P/U
4. U = P/I

10 mA is

1. 10 000 A
2. 0,01 A
3. 1000 A
4. 0,1 A

475 W is.......

1. 47,5 kW
2. 0,475 kW
3. 4,75 kW
4. 0,0457 kW

Sommige stoffen laten elektrische stroom gemakkelijk door, andere stoffen laten elektrische stroom niet of slecht door. Zet de namen van de onderstaande stoffen in het juist vak.

ISOLATOR

GELEIDER

potloodstift

Hout

zuiverwater

koper

plastic

ijzer

Sleep de teksten naar de juiste plaats

Vuur

Schoepen

Stoom

Elektriciteit

Dynamo

Een broodrooster van 380 W is aangesloten op een spanning
van 230 V. De broodrooster staat aan.
Hoe groot is de elektrische stroom die door de broodrooster loopt?

1. 0,016 A
2. 0,6 A
3. 1,65 A
4. 87,4 A

Gegeven: spanning = 230 V en de
stroomsterkte = 0,5 A
Gevraagd: Met welke formule kan ik het vermogen uitrekenen en wat is het juiste antwoord?

1. P = UxI P = 115W
2. P = U : I P = 460W
3. P = I : U P = 0,02W
4. P = U - I P = 229,5W

Een ventilator kan 2500 J aan energie omzetten in 50 s tijd. Wat is het vermogen van de ventilator?

1. 500 J
2. 500 W
3. 50 J
4. 50 W

Hoe hoog is de netspanning in huis?

1. 230 V gelijkspanning
2. 12 V wisselspanning
3. 115 V gelijkspanning
4. 230 V wisselspanning

Hoeveel seconden zitten er in 5 uur

1. 18000 s
2. 300 s
3. 3600 s
4. 720 s

Bereken de energie als een kachel 20 minuten brandt. De kachel heeft een vermogen van 2 kW

1. 2 400 000 J
2. 2 400 J
3. 0,66 J
4. 4000 J

Alle metalen zijn isolatoren

1. dit klopt
2. dit klopt niet

Bereken de energie van een oven die 2 uur aanstaat op een vermogen van 1800 W

1. 3600 kWh
2. 3,6 kWh
3. 900 kWh
4. 0,9 kWh