Les 4 juni 2025 a1b

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bonjour A1B mercredi 4 juin

Bienvenue !

Les objectifs 

Aan het einde van de les

• weet je wat de passé composé is
• kan je werkwoorden in de passé composé vervoegen

Le programme

1. Se présenter

2. Passé composé

3. Oefenen

Se présenter

Herhalen:

Comment tu t'appelles ?=

Hoe heet je?

Je m'appelle....... = 

Ik heet.......

Herhalen: 

Comment ça va?

Zodra de muziek start, geef je de bal aan elkaar door.

Je mag de bal niet teruggeven.

Tijdens het liedje stop ik de muziek een aantal keer.

Degene die de bal op dat moment in zijn/haar handen heeft, moet antwoord geven op de vraag.

https://www.youtube.com/watch?v=6-32jNNr4pg 

Grammaire

Comment?

Prends ton cahier 

& un stylo

Wat weet je al over werkwoorden vervoegen in het Frans?

Je mange une pizza.

J'ai mangé une pizza.

Wat is het verschil?

Je mange une pizza.

J'ai mangé une pizza.

Wat betekenen deze zinnen?

De Passé composé

Wanneer gebruik je de passé composé?

Om te zeggen wat er in het verleden is gebeurd.

De Passé composé

Hoe maak je de passé composé?

De passé composé bestaat uit 2.

Avoir + voltooid deelwoord

De Passé composé

Hoe maak je de passé composé?

Stap 1: Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord avoir

De Passé composé

Stap 1: Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord avoir

Je/J'

Tu

Il/elle/on

Nous

Vous

Ils/elles

De Passé composé

Stap 1: Kies de juiste vorm van het hulpwerkwoord avoir

J'ai

Tu as

Il/elle/on a

Nous avons

Vous avez

Ils/elles ont

De Passé composé

Hoe maak je de passé composé?

Stap 2: Haal -er van het werkwoord af.

Danser -> danser

De Passé composé

Hoe maak je de passé composé?

Stap 3: Voeg -é toe

Danser -> dansé

De Passé composé

Even oefenen:

Je _________________ (écouter)

Ils _________________ (oublier)

Nous _________________ (regarder)

De Passé composé

Even oefenen:

J'ai écouté (écouter)

Ils ont oublié (oublier)

Nous avons regardé (regarder)

De Passé composé

! Let op ! Bij onregelmatige werkwoorden komt er een ander voltooid deelwoord.

• être -> été         J'ai été malade
• avoir -> eu               Il a eu un cadeau
• prendre -> pris                       Nous avons pris le métro
• faire -> fait                      Tu as fait des photos
• vouloir -> voulu                      Elle a voulu avoir un chien

De Passé composé

Even oefenen:

Tu _________________ (être)

Vous _________________ (faire)

On _________________ (vouloir)

De Passé composé

Even oefenen:

Tu as été (être)

Vous avez fait (faire)

On a voulu (vouloir)

Open je laptop

Ga naar Play.blooket.com

Vul daar de code in

Vul je eigen naam in!

Exercice 16A2&16B (p.100-101)

Eerst zelfstandig in stilte 

Dan zacht overleggen met degene naast je.

Klaar? 16C

Als je iets niet begrijpt:

1. Kijk in de woordenlijst (Apprendre 5 p. 114)

2. Vragen aan degene naast je

3. Vragen aan de docent

Wat hebben we vandaag geleerd?

Au revoir!