4.2: Verlichting: theorie en praktijk

4.2 De Verlichting: theorie en praktijk
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

4.2 De Verlichting: theorie en praktijk

Slide 1 - Slide

Programma 
1. Wat weten jullie nog van 4.1?
2. Wat weet je al?
3. Wat ga je leren?
4. Uitleg en lezen 4.2
5. Werken aan...
6. Weet je genoeg?

Slide 2 - Slide

Welk begrip past het best bij de manier van regeren van Lodewijk XIV?
A
Absolutisme
B
Democratie
C
Centralisatie
D
Vrijheid

Slide 3 - Quiz

Wat is géén kenmerk van het absolutisme onder Lodewijk XIV?
A
Er komen hervormingen in de economie
B
Het Edict van Nantes wordt ingetrokken
C
De adel komt op Versailles wonen
D
Er werden weinig oorlogen gevoerd

Slide 4 - Quiz

Waarom liet Lodewijk XIV alle adel bij hem in Versailles wonen?
A
Hij wilde veel mensen om zich heen hebben omdat hij zich anders eenzaam voelde.
B
Hij wilde dat alle adel samen was zodat ze zich konden verdedigen tegen de revolutie.
C
Hij vertrouwde de adel niet en wilde ze goed in de gaten kunnen houden.
D
Om zware koffiedrinkers goed in de gaten te houden. Koffie was duur en mocht dus niet te veel gedronken worden.

Slide 5 - Quiz

Welke twee dingen wilde minister Colbert bereiken? Zie 4.1 ;)

Slide 6 - Open question

Stelling: In de tijd van Lodewijk XIV was er godsdienstvrijheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Hoe liet Lodewijk XIV Frankrijk achter toen hij overleed in 1715?

Slide 8 - Open question

Lesdoelen 4.2:
Leerlingen kennen en kunnen aan het einde van de les uitleggen:


1. Wat rationalisme is.
2. Wat de Verlichting is.
3. Welke ideeën John Locke had.
4. Welke ideeën Montesquieu had.
5. Wat de Trias Politica is.

Slide 9 - Slide

Wat weet je eigenlijk
over de Verlichting?

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Video

Wat was de verlichting?

Slide 12 - Open question

Het begin van de Verlichting
  • In de 17e eeuw vond de Wetenschappelijke Revolutie plaats.

  • Wetenschappers gingen anders kijken naar de wereld: observatie en experiment werden belangrijk.

  • Hieruit kwam het rationalisme: het steeds meer vertrouwen op eigen verstand (ratio) en niet meer op het geloof.

Slide 13 - Slide

Rationalisme is kennis door onderzoeken met: ????

Slide 14 - Open question

Het begin van de Verlichting
  • Dit nieuwe denken werd eerst alleen toegepast op de natuur, maar werd na verloop van tijd ook toegepast op de mens en de maatschappij.

  • Er ontstonden dan vragen zoals:
    Wie mag het land besturen en hoe moet dat eerlijk gebeuren?

  • Er kwam kritiek op het absolutisme. 'Hoezo heeft één iemand alle macht?'

Slide 15 - Slide

Montesquieu
Bedenker van de Trias Politica:

1. Wetgevende macht (parlement)
2.
Uitvoerende macht (koning, ministers)
3. Rechtsprekende macht (onafhankelijke rechters)

De macht moet verdeeld worden. 
De drie machten moeten elkaar controleren!

Niet de een sterker dan de ander!

Slide 16 - Slide

Wie hoort bij Trias politica
A
Robespierre
B
Voltaire
C
Montesquieu
D
Rousseau

Slide 17 - Quiz

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 18 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat het doel van de Trias Politica is.

Slide 19 - Open question

De Trias Politica van Montesquieu
Het bedenken en maken van wetten (parlement)
Voert wetten en regels uit (regering)
Controleert of mensen zich aan de regels houden (onafhankelijke rechters)
De wetgevende macht
De uitvoerende macht
Rechtsprekende macht

Slide 20 - Drag question

John Locke
  • Iedereen wordt gelijk geboren.

  • De koning moet rekening houden met de belangen van het volk.

  • Als een koning slecht regeert, mag het volk hem afzetten. 

Slide 21 - Slide

De verlichtingsfilosoof John Locke was een voorstander van het absolutisme.
A
Waar
B
Onwaar

Slide 22 - Quiz

Welke van onderstaande meningen past het beste bij John Locke?
A
De koning is een door God aangestelde vorst
B
de koning moet de grondrechten van de burgers bewaken
C
De monarchie moet worden afgeschaft
D
De koning moet democratisch gekozen worden

Slide 23 - Quiz

Rijke dames organiseerden salons, waar filosofen en schrijvers hun ideeën uitwisselden. Zo werden de verlichte ideeën verspreid. 
Langzaam ontstond het idee dat er verandering moest komen in Frankrijk.

Slide 24 - Slide

Hoe werden de ideeën van de verlichting verspreid?
A
Deze ideeën werden gedrukt in boeken en kranten.
B
Er werd op de radio verteld over deze ideeën.
C
Universiteiten gingen lesgeven over de ideeën.
D
Verlichtte denkers bespraken de ideeën in salons.

Slide 25 - Quiz

Wat is hier afgebeeld?
A
Een bijeenkomst van vrouwen in een salon
B
Een theekransje
C
Vrouwen bespreken ideeën van Verlichtingsfilosofen
D
Vrouwen wisselen de laatste modetrends uit

Slide 26 - Quiz

Waarom kon je niet zo maar schrijven wat je wilde in de 18e eeuw?

Slide 27 - Open question

Jean-Jacques Rousseau
John Locke
Charles de Montesquieu
De koning krijgt macht uit handen van het volk
De macht moet altijd bij het volk liggen
Trias politica/ scheiding der machten

Slide 28 - Drag question

Werken aan:
1. Lees nog eens 4.2, snap je alles? Heb je ergens vragen over?
2. Maak paragraaf 4.2
Vraag 1, 3, 6 en 8 mag je overslaan

Succes!! :)

Slide 29 - Slide

Schrijf 3 dingen op
die je deze les hebt geleerd

Slide 30 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog
niet zo goed hebt begrepen

Slide 31 - Open question

HW

Slide 32 - Slide