3.3 Isoleren

Hoofdstuk 3

paragraaf 3:  Isoleren
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3

paragraaf 3:  Isoleren

Slide 1 - Slide

Temperatuur en Warmte

Temperatuur is NIET hetzelfde als warmte

Alle voorwerpen bestaan uit hele kleine deeltjes. Deze noemen we moleculen. Naarmate de moleculen harder trillen (bewegen) is de hoeveelheid energie die ze hebben groter.

Slide 2 - Slide

Temperatuur
 
Temperatuur is een maat voor de hoeveelheid interne energie van een voorwerp.

Hoe sneller de moleculen bewegen des te hoger is de temperatuur.

Slide 3 - Slide

Warmte
 
Warmte is een vorm van energie (thermische energie)

Deze energie kan zich verplaatsen van een plaats met een hoge temperatuur naar een plaats met een lage temperatuur.

Slide 4 - Slide

Warmtetransport

Slide 5 - Slide

Warmte transport
Warmtetransport is het verplaatsen van warmte (energie) van de ene naar een andere plaats. 

Dit kan op drie verschillende manieren plaatsvinden.
Namelijk door:  - geleiding
                                - stroming
                             - straling

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Warmte transport
Geleiding       Moleculen van de tussenstof blijven op hun
                           plaats. De warmte wordt doorgegeven

Stroming       Moleculen van de tussenstof bewegen en nemen
                           de warmte met zich mee.

Straling          Warmte gaat direct van de bron naar de ontvanger.
                           Er is geen tussenstof nodig.

Slide 8 - Slide

Isoleren

Isoleren is het tegengaan van warmtetransport.

Een goede isolatie voorziet in maatregelen om alle drie de vormen  van warmtetransport tegen te gaan.
(geleiding, stroming en straling)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Een huis isoleren

In de winter willen we de warmte in huis houden en in de zomer juist buitenshuis. Hoeveel warmte er per seconde door een muur naar buiten stroomt hangt af van:
- temperatuursverschil tussen binnen en buiten
- oppervlakte van de muur
- kwaliteit van de isolatie 

Slide 11 - Slide

het warmteverlies bereken je met de volgende formule

Qw= U . A . delta T
Qw = warmteverlies per seconde (J/s)
U= de kwaliteit van de isolatie in W/(m2 . C)
A = oppervlakte muur in m2
Delta T = temperatuursverschil tussen binnen en buiten

Slide 12 - Slide

Waar kan de warmte
uit huis ontsnappen?

Slide 13 - Mind map

Warmtetransport door een muur.
Welke factoren zijn van invloed?

Slide 14 - Mind map