Dinsdag 28 oktober

Dinsdag 28 oktober 2025
09.15 uur 10.00 uur NT2  met mevrouw Wafaa

12.35 - 13.05 uur  PAUZE
10.00- 10.45 uur  NT2 Dictee
13.05 - 13.50 uur  NT2  Scheidbare Werkwoorden
10.45 - 11.05 uur  PAUZE 
13.50 - 14.35 uur NT2
11.05 - 11.50  uur SPORT 
11.50- 12.35 Mevrouw Wafaa
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dinsdag 28 oktober 2025
09.15 uur 10.00 uur NT2  met mevrouw Wafaa

12.35 - 13.05 uur  PAUZE
10.00- 10.45 uur  NT2 Dictee
13.05 - 13.50 uur  NT2  Scheidbare Werkwoorden
10.45 - 11.05 uur  PAUZE 
13.50 - 14.35 uur NT2
11.05 - 11.50  uur SPORT 
11.50- 12.35 Mevrouw Wafaa

Slide 1 - Slide

NT2 
Mevrouw Wafaa
verder lezen tekst 2 Nederland
woorden uitleggen en schrijven
 

Slide 2 - Slide

Dictee
Ik neem de bus naar de stad.
Hoe duur zijn de komkommers?
Je mag hier vijftig kilometer per uur.
Je kunt de spullen morgen ophalen.
De auto staat voor de deur van het huis.
Ik heb in mei een afspraak bij de tandarts.
Hij kijkt op het bord met de vertrektijden.
Je kunt van maandag tot en met vrijdag elk kwartier met de bus.

Slide 3 - Slide

Pauze
  • Waar is de pauze?
  • Wat mag wel en wat mag niet in de pauze?
  • Waar mag je buiten zijn in de pauze? 

Slide 4 - Slide

SPORT
in de sporthal

Slide 5 - Slide

NT2 met mevrouw Wafaa

Slide 6 - Slide

Pauze
  • Waar is de pauze?
  • Wat mag wel en wat mag niet in de pauze?
  • Waar mag je buiten zijn in de pauze? 

Slide 7 - Slide

waar denk je aan bij werkwoorden?

Slide 8 - Open question

Werkwoorden die je moet knippen

Slide 9 - Slide

LESDOELEN
Je herkent scheidbare werkwoorden.
Je weet dat het voorste stukje geen werkwoord is en dat het bij scheiden achteraan de zin komt.
Je weet dat het achterste stukje het werkwoord is, en dus van vorm kan veranderen.

(Jan, Sumeyye: 
Je weet 

uit
vegen

Slide 10 - Slide

 scheidbare werkwoorden
scheiden = uit elkaar halen= splitsen
- baar = je kunt het 

Slide 11 - Slide

aantrekken

Slide 12 - Slide

scheiden = losmaken
aan
trekken

Slide 13 - Slide

voorbeelden
afwassen
weggeven
terugleggen
inchecken
dichtdoen





Tekst
? ->
nadruk / klemtoon

Slide 14 - Slide

scheidbare
werkwoorden

Slide 15 - Mind map

Opdracht
Uit welke 2 delen bestaat
inschenken?
Typ: in - schenken

Slide 16 - Slide

Wat zijn de twee delen van:
voorlezen?

Slide 17 - Open question

Wat zijn de twee delen van:
instappen?

Slide 18 - Open question

Wat zijn de twee delen van:
opschrijven?

Slide 19 - Open question

Wat zijn de twee delen van:
thuiskomen

Slide 20 - Open question

vb aantrekken
hele werkwoord:  aantrekken
                                     aan - trekken

 Ik trek de schoen aan.
Jij trekt de schoen aan.   

enz.....

Slide 21 - Slide

uitdoen
uitdoen
uit - doen



Ik doe het licht uit
Jij doet het licht uit.
Hij/zij doet het licht uit.






Wij doen het licht uit.  
Jullie doen het licht uit
Zij doen het licht uit

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat is goed?
A
Jullie wassen de borden af.
B
Jullie afwassen de borden.
C
Jullie wast de borden af.
D
Jullie afwast de borden.

Slide 24 - Quiz

Wat is goed?
A
Jij doe de deur open.
B
Jij doet de deur open.
C
Jij opendoet de deur.
D
Jij opendoen de deur.

Slide 25 - Quiz

Wat is goed?
A
Ik opsta altijd vroeg.
B
Wij opstaan altijd vroeg.
C
Zij staan altijd vroeg op.
D
Hij staat op altijd vroeg.

Slide 26 - Quiz

Wat is goed?
A
Hij weggooit de bal.
B
Hij gooit de bal weg.
C
Hij weggooien de bal.
D
Hij gooien de bal weg.

Slide 27 - Quiz

Wat is goed?
A
Wij uitdoen de verwarming.
B
Wij uitdoet de verwarming.
C
Wij doet de verwarming uit.
D
Wij doen de verwarming uit.

Slide 28 - Quiz

Typ een korte zin 
Voorbeeld:
Het meisje ... (inpakken, tas)->

Het meisje pakt haar tas in.


differentiatie:
Jan en Sumeyye:
+ bijzin 

Slide 29 - Slide


Jullie ... (afzeggen, afspraak)

Slide 30 - Open question


Mijn ouders ... (ophalen, broertje)

Slide 31 - Open question


Wij ... (uitdoen, jassen)

Slide 32 - Open question


De buren ... (opstaan, vroeg)

Slide 33 - Open question

Nog vragen?

Slide 34 - Open question

Wat heb je geleerd nu over scheidbare werkwoorden?

Slide 35 - Open question

EXTRA
Jan
Sumeyye

Slide 36 - Slide

Wel aan elkaar als...
Ik heb gisteren afgezegd 
Ik ben laat thuisgekomen

Ik moet mijn tas inpakken.
Kun je me dat teruggeven?


vdd
hele ww

Slide 37 - Slide

oefening op papier
1. lees de roze uitleg (blz 86 A-Zin)
2. maak oefening 2 t/m 3 

+ diff? Jan Sum -> vt/vdw

KOPIEREN


Slide 38 - Slide

Dit heb je geleerd:

Scheidbare werkwoord = werkwoord met een woordje ervoor (alleen als klemtoon op dat stukje!)
Voorste stukje = geen werkwoord ; komt achteraan in de zin.
Achterste stukje = het werkwoord. Dat  kan dus veranderen.
(Alleen splitsen  als het werkwoord de persoonsvorm in de zin is)

Slide 39 - Slide