Formules les 2

Hoofdstuk 8
formules paragraaf 1, 2 en 3
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 8
formules paragraaf 1, 2 en 3

Slide 1 - Slide

Wie weet de afspraken en regels nog die vorige week gemaakt zijn?

Slide 2 - Slide

Piet gaat met fietsvakantie. Piet huurt een fiets voor 
15 euro per dag. Hij wil graag weten hoeveel hij per aantal dagen moet betalen.




De woordformule bij deze situatie wordt: 
bedrag = 15 x aantal dagen

De letterformule wordt:
b = 15 a     (hierbij wordt de keerteken weggelaten. 

Slide 3 - Slide

dus stel rekenen voor 4 dagen uit dan wordt het
b = 15 * 4 = 60
Onder de 4 komt 60 te staan

Bij de formule b = 15 a wordt een tabel gemaakt

Slide 4 - Slide

Bij de formule b = 15 a wordt een tabel gemaakt

Slide 5 - Slide

Deze  tabel wordt gebruikt om een grafiek te maken
Denk bij het maken van een grafiek aan de indeling van de assenstelsel. 
De horizontale as (x-as) krijgt in dit geval stappen van 1
De verticale as (y-as) krijgt de stapgrootte van 10.

Slide 6 - Slide

assenstelsel
Stapgrootte x-as is 1
stapgrootte y-as is 10

Slide 7 - Slide

Grafiek tekenen
Zet de punten in de assenstelsel en verbind deze punten met een lijn. 




Slide 8 - Slide

Lineaire grafiek en lineair verbanden

Slide 9 - Slide

Lineaire grafiek en lineair verbanden
foute voorbeeld

Slide 10 - Slide

Terug naar het leerhuis
Maak opgaven op bettermarks

Slide 11 - Slide