-Ik kan een zin ontleden in het Duits en de goede uitgang invullen bij de woorden
-Ik weet bij welke naamval het onderwerp en het lijdend voorwerp hoort
-Ik kan in eigen woorden uitleggen wat het verschil tussen lijdend voorwerp en onderwerp is.
-Ik ontwikkel meer inzicht in mijn leerproces en weet vervolg
-Ik kan informatie uit een leestekst halen