Uitscheidingsorganen

UITSCHEIDINGSORGANEN
  •  Nieren en Urinewegen
  • Longen 
  •  Huid
  • Darmen 
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

UITSCHEIDINGSORGANEN
  •  Nieren en Urinewegen
  • Longen 
  •  Huid
  • Darmen 

Slide 1 - Slide

URINEWEGSTELSEL
Bestaat uit:

  •  Nieren
  •  Urinewegen: urineleiders, blaas, urinebuis

Slide 2 - Slide

NIEREN
  • Ze liggen aan weerszijden in de wervelkolom

  • De rechter nier ligt iets lager dan de linker nier

  • Om de nieren zit een laag bindweefsel en een dikke laag vetweefsel
Feitjes:
Vorm van een boon
Zo groot als vuist
150 gram
Achterin buikholte aan weerskanten wervelkolom


Slide 3 - Slide

Waarom ligt de rechter nier iets lager dan de linker nier?

Slide 4 - Open question

FUNCTIES NIEREN
  • Controleren (zuiveren) van het bloed om te zorgen dat de hoeveelheid en de samenstelling van de lichaamsvloeistoffen constant blijven.

  • De nieren zorgen daarom voor uitscheiding van schadelijke stoffen, water en overtollige stoffen.

  • De nieren reguleren de zuurgraad van het bloed (pH waarde).

Slide 5 - Slide

BOUW VAN DE NIEREN
Ze zijn opgebouwd uit:

  •  Kapsel
  • Nierschors
  • Niermerg
  • Nierbekken
  • Nierpoort 

Slide 6 - Slide

De onderdelen van de nier
Nierschors en het niermerg uitscheiding van te veel water, afvalstoffen en onwerkzaam gemaakte schadelijke stoffen, 

Nierbekkens: verzamelen van urine

Urineleiders: afvoeren van urine van de nieren naar de blaas.

Urineblaas: tijdelijke opslag van urine. 

Urinebuis: urine vanuit de blaas naar BUITEN vervoeren (=plassen= uitscheiden)

Slide 7 - Slide

KAPSEL
  • Dit vormt de buitenkant van de nier.
  • Het kapsel is opgebouwd uit bindweefsel.

  • Functies:

  • Bescherming
  • Op de plaats houden van de nier

Slide 8 - Slide

NIERSCHORS
  • Zit aan de buitenzijde van de nier = bolle zijde.

  • Het weefsel is gespikkeld door kleine bloedvaten en kleine filtersystemen.

Slide 9 - Slide

LICHAAMPJES VAN MALPIGHI

  •                    Liggen in de nierschors

  • Ze bestaan uit:  
                
  • Kapsels van Bowman
  • Glomeruli = slagaderlijk haarvatennet

Slide 10 - Slide

KAPSEL VAN BOWMAN
                                 Gaat over in een kronkelig buisje = TUBULUS.

                            In het kapsel wordt voorurine gevormd.

                                    De voorurine ontstaat uit stoffen die door filtratie uit het bloed komen.

                                De stoffen worden aangevoerd door de
GLOMERULI.


Slide 11 - Slide

NIERMERG
= piramidelaag

      Bestaat uit groepjes piramiden of kegeltjes.
                      De afgeronde punten zijn naar het nierbekken gericht.

In het merg gaat de TUBULUS over in de LIS VAN HENLE.


Slide 12 - Slide

LIS VAN HENLE
  • Hier worden nuttige stoffen uit de voorurine gehaald en aan het bloed teruggegeven = resorptie.

  • Nuttige stoffen zijn, water, zouten en glucose.

  • Op die manier wordt urine gevormd.


Slide 13 - Slide

NIERBEKKEN
  • Dit is een holte in de nier = holle zijde                   
  • Hier wordt urine opgevangen en druppelsgewijs afgegeven aan de urineleiders (2).                                  
  • De urineleiders geven de urine dan af aan de blaas.


Slide 14 - Slide

NIERPOORT --> ingang en uitgang nierader en nierslagader
  • Zit in het nierbekken.

  • Hier komen de nierslagaders --> aanvoer ongezuiverde bloed de nier in.

  • Hier gaan de nieraders --> afvoer gezuiverde bloed  en de urineleiders de nier uit.


Slide 15 - Slide

Hoeveel urineleiders hebben de nieren?
A
1
B
2
C
3

Slide 16 - Quiz

Wat betekent uitscheiding?
A
dat stoffen je lichaam verlaten
B
dat stoffen naar je bloed gaan

Slide 17 - Quiz

Vragen?
 Vragen?

Slide 18 - Slide