What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling van het werkwoord
In welke tijd is deze zin geschreven:
'Mijn hond liep in de tuin.'
A
voltooid verleden tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
onvoltooid tegenwoordige tijd
1 / 60
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Secundair onderwijs
This lesson contains
60 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
In welke tijd is deze zin geschreven:
'Mijn hond liep in de tuin.'
A
voltooid verleden tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
onvoltooid tegenwoordige tijd
Slide 1 - Quiz
Herschrijf de zin met een voltooid deelwoord: 'Mijn kat speelt in huis.'
Slide 2 - Open question
Schrijf de juiste vervoeging:
'De juf (vertellen) gisteren een mooi verhaal.
Slide 3 - Open question
Schrijf de juiste vervoeging:
'De man zou langs (lopen) hebben.
Slide 4 - Open question
Ik heb gelopen.
GELOPEN is...?
A
ott
B
ovt
C
voltooid deelwoord
D
vtt
Slide 5 - Quiz
Schrijf de juiste vervoeging:
'In Antwerpen heeft de politie een razzia (uitvoeren).'
Slide 6 - Open question
De handdoek (liggen) deze morgen nog in de kast.
Is dit...?
A
ligt - ott
B
lag - ovt
Slide 7 - Quiz
Is 'werken' een sterk
of een zwak werkwoord?
A
sterk
B
zwak
Slide 8 - Quiz
Het is nog niet duidelijk welke straf de leerling ZAL krijgen.
Is ZAL in deze zin...?
A
pv, ott
B
pv, ovt
C
vd
Slide 9 - Quiz
Maak een zin met dit werkwoord in de OTT,
3de persoon enkelvoud:
LOPEN
Slide 10 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord in de OVT,
2de persoon enkelvoud:
SPRINGEN
Slide 11 - Open question
Vul de juiste werkwoordvorm in:
VASTLEGGEN (vd)
Slide 12 - Open question
Hij (gaan) aan de slag als dokwerker.
(OVT)
Slide 13 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord
als voltooid deelwoord:
UITGLIJDEN
Slide 14 - Open question
Hij heeft volgens kennis van zaken (HANDELEN). (VD)
Slide 15 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord
als voltooid deelwoord:
KOPEN
Slide 16 - Open question
Hij wist niet wanneer hij het pakket ZOU ontvangen.
Is ZOU in deze zin...?
A
pv, ott
B
pv, ovt
C
vd
Slide 17 - Quiz
Schrijf de juiste vervoeging in de OVT:
'De weerman (houden) geen rekening met regen.
Slide 18 - Open question
Hij (zijn) een heel toffe kerel.
(OTT)
Slide 19 - Open question
Is 'slapen' een sterk
of een zwak werkwoord?
A
sterk
B
zwak
Slide 20 - Quiz
Herschrijf de zin met een voltooid deelwoord: 'Mijn zus is ziek.'
Slide 21 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord
als voltooid deelwoord:
VAREN
Slide 22 - Open question
De bus (zijn) deze morgen te laat.
Is dit...?
A
is - ott
B
was - ovt
Slide 23 - Quiz
Vul de juiste werkwoordvorm in:
ONTDOOIEN (vd)
Slide 24 - Open question
In welke tijd is deze zin geschreven:
'Mijn broer is op reis geweest.'
A
voltooid verleden tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
onvoltooid tegenwoordige tijd
Slide 25 - Quiz
Hij (HOUDEN) er geen rekening mee. (OVT)
Slide 26 - Open question
Hij heeft de jongen naar huis (BRENGEN). (VD)
Slide 27 - Open question
Is 'lopen' een sterk
of een zwak werkwoord?
A
sterk
B
zwak
Slide 28 - Quiz
Hij wist duidelijk waarover hij SPRAK.
Is SPRAK in deze zin...?
A
pv, ott
B
pv, ovt
C
vd
Slide 29 - Quiz
Maak een zin met dit werkwoord
als voltooid deelwoord:
VERDELEN
Slide 30 - Open question
Haar zus (zijn) een lief meisje.
(OVT)
Slide 31 - Open question
Het meisje (fietsen) elke dag naar school. (OVT)
Slide 32 - Open question
Hij (schieten) naar het doel.
(OVT)
Slide 33 - Open question
Ik heb hem op de fout (wijzen).
(VD)
Slide 34 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord
als voltooid deelwoord:
SLUITEN
Slide 35 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord in de OVT,
3de persoon enkelvoud:
DRINKEN
Slide 36 - Open question
Is 'dromen' een sterk
of een zwak werkwoord?
A
sterk
B
zwak
Slide 37 - Quiz
Schrijf de juiste vervoeging:
'In Gent heeft mijn oma
een ongeluk (veroorzaken).'
Slide 38 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord
als voltooid deelwoord:
ONTSMETTEN
Slide 39 - Open question
Herschrijf de zin met een voltooid deelwoord:
'De jongen koopt een snoep.'
Slide 40 - Open question
In welke tijd is deze zin geschreven:
'Zij was een brutaal kind.'
A
voltooid verleden tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
onvoltooid tegenwoordige tijd
Slide 41 - Quiz
Schrijf de juiste vervoeging (OTT):
'De professoren (zien) de fout niet in.
Slide 42 - Open question
Vul de juiste werkwoordvorm in:
BESPIONEREN (vd)
Slide 43 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord
als voltooid deelwoord:
STIJGEN
Slide 44 - Open question
In welke tijd is deze zin geschreven:
'De man slaapt sinds jaren in het park.'
A
voltooid verleden tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
onvoltooid tegenwoordige tijd
Slide 45 - Quiz
Hij (MAKEN) een mooie tekening. (OVT)
Slide 46 - Open question
De sneeuwbal (smelten)
zonet in de zon.
Is dit...?
A
smelt - ott
B
smolt - ovt
Slide 47 - Quiz
Maak een zin met dit werkwoord in de OTT,
1ste persoon enkelvoud:
VALLEN
Slide 48 - Open question
Vul de juiste werkwoordvorm in:
ONTKNOPEN (vd)
Slide 49 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord
als voltooid deelwoord:
VAREN
Slide 50 - Open question
Het meisje ZAG er heel goed uit.
Is ZAG in deze zin...?
A
pv, ott
B
pv, ovt
C
vd
Slide 51 - Quiz
Is 'vervallen' een sterk
of een zwak werkwoord?
A
sterk
B
zwak
Slide 52 - Quiz
Ik HEB het boek gelezen.
HEB is...?
A
pv
B
ovt
C
voltooid deelwoord
D
vtt
Slide 53 - Quiz
Schrijf de juiste vervoeging:
'Mijn vader (zijn) altijd
een grote fan van voetbal geweest.'
Slide 54 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord in de OVT,
2de persoon enkelvoud:
FOTOGRAFEREN
Slide 55 - Open question
Ik zal het boek LEZEN.
LEZEN is...?
A
pv
B
ovt
C
voltooid deelwoord
D
infinitief
Slide 56 - Quiz
Hij (SLAAN) de bal weg.
(OVT)
Slide 57 - Open question
Maak een zin met dit werkwoord
als voltooid deelwoord:
SCHIJNEN
Slide 58 - Open question
Helena en Clara (zijn)
goede vriendinnen. (OVT)
Slide 59 - Open question
Vul de juiste werkwoordvorm in:
BLIJKEN (vd)
Slide 60 - Open question
More lessons like this
Werkwoorden
October 2024
- Lesson with
22 slides
De spelling van de werkwoorden
February 2025
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
March 2024
- Lesson with
52 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling GT Pasen
March 2025
- Lesson with
50 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
groep 7 werkwoordcito oefenen
January 2025
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
De voltooide tijden
29 days ago
- Lesson with
32 slides
2B
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
March 2024
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs