Keuzevoorzetsels

Naamvallen
Keuzevoorzetsels
1 / 46
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Naamvallen
Keuzevoorzetsels

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je begrijpt de regels voor de keuzevoorzetsels en kan deze uitleggen 
- Je kan de juiste naamvallen na keuzevoorzetsels invullen in Duitse zinnen 

Slide 2 - Slide

Voorzetsels
+3 en +4

Slide 3 - Slide

Ich fahre mit d.. Zug (m)
A
der
B
das
C
dem
D
die

Slide 4 - Quiz

Meine Schwester ist bei d... Zahnarzt.
A
der
B
dem
C
die
D
das

Slide 5 - Quiz

Er geht durch .......... Zimmer (o)
A
einen
B
ein
C
eines
D
eine

Slide 6 - Quiz

Die Blume ist für ............ Opa.
A
der
B
den
C
die
D
das

Slide 7 - Quiz

Keuzevoorzetsels


Dat was even om in te komen. We gaan nu verder met keuzevoorzetsels.






Even weggezakt? Kijk dan het instructiefilmpje op de volgende slide

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video


Slide 10 - Slide

DATIV (3e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag : wo? (=waar)

                                                   wann?(=wanneer)


ERGENS ZIJN

Slide 11 - Slide

voorbeeld

Er steht vor d... Tür(v).

waar staat hij? "voor de deur" dus DATIV

Er steht vor der Tür.

Slide 12 - Slide

Akkusativ (4e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag: wohin?(=waarheen)


ERGENS KOMEN

Slide 13 - Slide

voorbeeld

Er springt in d... Wasser(o).

waarheen? springt hij "in het water" dus Akkusativ

Er springt in das Wasser.

Slide 14 - Slide

7/2 regel
Wo? Wann? Wohin?=geen antwoord? Figuurlijk gebruik?
7=an, hinter, neben , vor, unter, zwischen, in --> 3e naamval
2= auf, über--> 4e naamval

Ich warte auf meine Mutter.
Der Vater ist stolz auf seinen Sohn.
Er weiß sehr viel über mich. 
 

Slide 15 - Slide

Welke zin is fout?
A
Ich setze mich neben die Frauen.
B
Ich sitze neben den Frauen
C
Ich gehe in das Schwimmbad
D
Ich schwimme in das Schwimmbad

Slide 16 - Quiz

Welke vraag stel je om een vierde naamval te bepalen bij de keuzevoorzetsels?
A
Wohin?
B
Wo?
C
Wodurch?
D
Wovon?

Slide 17 - Quiz

Dieser Satz ist richtig!!!
Dieser Satz ist leider falsch
Ich warte auf meinen Freunden.
Der Ball rollt unter das Auto
Die Kreditkarte liegt im Hotelzimmer
Ich wohne über dem Geschäft 
Ich lege die Zeitung auf dem Tisch 
Die Zeitung liegt noch auf dem Tisch

Slide 18 - Drag question

Vul in.

Das Auto steht vor d...….Garage (v)

Slide 19 - Open question

Vul in.

Das Heft fällt auf d...…...Boden (m).

Slide 20 - Open question

Das Buch liegt auf d... Tisch(m).
A
dem
B
den

Slide 21 - Quiz

Das Bild hängt an d... Wand(v).
A
die
B
der

Slide 22 - Quiz

Er geht in d... Disko(v).
A
die
B
der

Slide 23 - Quiz

Es fällt hinter dein... Stuhl(m).
A
deinem
B
deinen

Slide 24 - Quiz

Er spricht nicht über sein... Schüler(mv).
A
seine
B
seinen

Slide 25 - Quiz

Unter kein.. Bedingung (v) fahre ich mit dem Auto.

Slide 26 - Open question

Das Buch ist hinter d.. Schrank (m) gefallen.

Slide 27 - Open question

Der Vater wartet auf d.. Ankunft (v) des Zuges.

Slide 28 - Open question

Die Schüler sprechen über d.. neue Deutschlehrerin (v).

Slide 29 - Open question

Ich fürchte mich vor eur.. Hund (m).

Slide 30 - Open question

Viele Sportler beteiligen sich an d.. Olympischen Spielen (mv.).


Slide 31 - Open question

Wir freuen uns auf Ihr.. Besuch (m).

Slide 32 - Open question

Sie kann nicht auf dein.. Vorschlag (m) eingehen.

Slide 33 - Open question

An welch.. Tag kommt ihr denn an?

Slide 34 - Open question

Keuzevoorzetsels
Moeite met het onthouden wanneer het een 3e of een 4e naamval is? 

Daar is een ezelsbruggetje voor: 

Slide 35 - Slide

Een auto met vier wielen rijdt

Een auto met drie wielen staat stil

Beweging is 4e naamval
Bevinden is 3e naamval.

Slide 36 - Slide

Leerdoelen
- Je begrijpt de regels voor de keuzevoorzetsels en kan deze uitleggen 
- Je kan de juiste naamvallen na keuzevoorzetsels invullen in Duitse zinnen 

Slide 37 - Slide

Net heb je de leerdoelen weer even gezien. Heb je de leerdoelen van deze les behaald?
A
Nee, ik snap het nog niet helemaal maar ik kom er zelf uit met extra oefenen.
B
Nee, ik snap het niet helemaal en ik vraag mijn docent om hulp.
C
Ja, ik snap het maar ik moet nog extra oefenen.
D
Ja, ik snap het helemaal!

Slide 38 - Quiz

Stel hier een vraag over de inhoud van deze les.

Slide 39 - Open question

Tot slot even een andere vraag; hoe gaat het met je? Red je het nog een beetje thuis in lockdown?

Slide 40 - Open question

Als je extra wil oefenen volgen nu een paar linkjes naar websites. 
Viel Erfolg! 

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link

Slide 44 - Link

Slide 45 - Link

Slide 46 - Link