les 3.1.1 ABCD en gespreksfasen 2022-2023

Triage DA leerjaar 3
 Les 1
Onderwerpen van deze les:

                                 Leerdoelen, ABCDE, Triage fasen                                                                  

                                                                        
                                                                        
1 / 26
next
Slide 1: Slide
TriageMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Triage DA leerjaar 3
 Les 1
Onderwerpen van deze les:

                                 Leerdoelen, ABCDE, Triage fasen                                                                  

                                                                        
                                                                        

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat komt aan bod:
  • Overzichtskaart van periode 1 en 2 
  • Toets AFP/TRG
  • Leerdoelen
  • ABCD(E)
  • Triage fasen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe zit je erbij?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

AFP/TRG Toets in week 45

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn jouw leerdoelen?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

ABCDE   A (Airway)
Obstructie van de ademhaling bijv. verslikken /stikken

Kleur blauw, doodsangst aanwezig
Patiënt is ernstig benauwd: hij kan geen hele zin spreken.
Patiënt ademt hoorbaar in.


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

ABCDE B (Breathing)
Patiënt is ernstig benauwd

  • Hij/zij kan geen hele zin spreken.
  • Patiënt ademt hoorbaar uit .
  • Patiënt ademt snel.
longaandoening, hartaandoening ,allergische reactie
patiënt ziet soms blauw, neusvleugelen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

ABCD C (Circulation)
  •  Shockverschijnselen: snelle pols, koud klam, zweten

  • Huid is blauw/gemarmerd, bleek

  • Soms heftig bloedverlies bloedbraken, bloed opgeven rectaal, 
grote trauma, mogelijk groot intern letsel bijv. na ongeval

  •  Afwijkende tensie, zwart voor ogen, gevoel weg te zakken

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

ABCDE D (Disability)
Verminderd bewustzijn:  

  • Reageert (bijna) niet, niet te wekken, suf (AVPU - niet alert) 
  • Verlamming, spraakstoornis
  • Patiënt is verward/suf


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

ABCDE E (Exposure)
Levensbedreigende omstandigheden:  

  • Patiënt is in paniek. 
  • Patiënt dreigt zichzelf te verwonden.
  • Patiënt meldt: ‘Ik maak er een eind aan.’
  • Er is sprake van rookontwikkeling of andere bedreigende omgevingsfactoren.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bij Triage aandacht voor ABCDE

  • Passende  vragen bij de klacht
  • Altijd even aandacht aan geven, ook bij milde klacht bijv. bij val; 

Heeft uw dochtertje  ook nog andere klachten of is het alleen de enkel die zo'n pijn doet?  Ze is niet op haar hoofd gevallen? 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

In de A let je op de
A
ademhaling
B
vrije luchtweg
C
bloedsomloop
D
bewustzijn

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een ander woord voor trachea is
A
luchtpijp
B
keelabces
C
slokdarm
D
strotteklepje

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Een gemarmerde huid of bleke kleur kan wijzen op
A
obstructie van de ademweg
B
problemen bij de ademhaling
C
slechte circulatie
D
verminderd bewustzijn

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waarom kijkt een arts in de pupillen met een lampje?
A
Omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de A is
B
Omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de B is
C
Omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de C is.
D
omdat hij/zij wil kijken of er een probleem in de D is?

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Je spreekt over een goede saturatie
A
boven de 85 %
B
boven de 95%
C
boven de 92%
D
100%

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er voor medicatie gegeven bij acuut longoedeem?
A
Furosemide ne Nitroglyceride
B
Nitroglyceride en Amitriptiline
C
Furosemide en Atrovent
D
Apitriptiline en Amoxicilline

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

In de C kijk je voornamelijk naar
A
Of er sprake is van sufheid
B
Of er kleine wondjes zijn
C
Of er sprake is van shock
D
Of de spierfunctie goed is.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Casus
Dhr. Zwemmer,
Geb. 13-08-1977
Esdoornstaat 20
8034 TD Zwolle
Mw. Zwemmer belt over haar man. Ze komt de slaapkamer in, hoorde hem toen ze in de gang was snurken en nu staat ze naast zijn bed en ligt ie daar maar. Hij is bewusteloos en beweegt niet meer.
Ze is geschrokken en weet niet wat ze moet doen.




Slide 19 - Slide

• Hij ademt niet
• Pols is niet te voelen
• Ze kan niet reanimeren, maar wil het     zeker proberen
• Haar zoon van 12 is thuis, die kan de   deur opendoen
• Ze kan hem op de grond slepen

Beleid : Reanimatie: 
Laat een collega 112 bellen en zeg dat het om een reanimatie gaat. 
De heer ligt in bed, moet van het bed af op een harde ondergrond. 
Mw. moet de telefoon op de speaker zetten en krijgt de instructie tot reanimeren.

Triage fasen
De 4 fasen zijn:
   
1. De opening
2. Verkrijgen van nadere informatie door het stellen van vragen
3. Het vervolgbeleid
4. De afsluiting

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Fase 1 
                                   Opening en globale vaststelling van de vraag
  • Kennismaking
  • Medische probleem
  • NAW-gegevens
  • ABCD
  • Beleving
  • Verwachting
  • Persoonlijke omstandigheden

Slide 21 - Slide

Kennismaking
 goedemorgen u spreekt met huisartsenpraktijk Deltion, met (voornaam)

Medische probleem
  wat is er gebeurd? Ik ga u verder helpen. Ik ga kijken wat ik voor u kan doen.

NAW-gegevens
 Mag ik eerst even de geboortedatum van uw zoontje?
         je moet weten waar de patiënt is, klopt het telefoonnummer

ABCD
 is de patiënt veilig of kan er snel verslechtering optreden.
 Hoe ziet uw man eruit? Is zijn ademhaling normaal?

Beleving
 U klinkt ongerust, klopt dat?
        Is er iets waar u zich in het bijzonder zorgen overmaakt?
                     Ik kan mij indenken, dat u daar van schrikt
                     Nu ik hoor van deze nare ervaring kan ik me voorstellen dat u bezorgt bent.

Verwachting
-> Wat is de reden dat u belt?
Uw kind heeft hoge koorts en ik begrijp dat u graag even wilt langskomen?

Persoonlijke omstandigheden (context)  U bent alleen?
        Is er iemand die u kunt bellen, die even bij u kan komen?

Fase 2
Situatieschets/probleem  helder krijgen
  • Verhelderen door WHAM (toestandsbeeld) -> open vragen
  • Daarna verheldering door gesloten vragen ( TRG-wijzer)
Vergeet Medicatie + VG niet!
W=
H=
A=
M=

Slide 22 - Slide

(verhelderen en toetsen , urgentie bepalen)

Uitvragen 
aan de hand van je WHAM-vragen en daarna de NHGTriagewijzer 

Je kunt deze fase goed starten met een WHAM-vraag en dan ondertussen je ingangsklacht erbij zoeken. Je hebt dan al veel informatie voordat je met je Triagevragen gaat beginnen.

Vraagstelling
Wat is de reden dat u belt? Wat is er gebeurd? Hoelang heeft u deze klachten al?
Zijn de klachten verergerd of is het nog hetzelfde?

 Daarna ook de kortere vragen stellen als waar zit de pijn precies, heeft u koorts, hoe hoog ect,

WHAM
  beeld compleet maken, aanvulling op TriageWijzer.

W
o Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom, Waarheen

- H
o Hoe, Hoeveel, Hoe hoog, Hoe vaak

- A
o Actie 
 Wat heeft de patiënt er zelf al aangedaan?
o Allergie
  Met welke allergieën / allergische reactie is de patiënt bekend?

- M
o Medicatie 
 Welke (Zelfzorg)medicatie gebruikt de patiënt?
o Medische voorgeschiedenis , chronische medicatie



Fase 3
                                                    Vervolgbeleid
  • Samenvatten
  • Herhaling probleem + hulpvraag
  • Adviseren/ inzet actie en toelichten
  • Vangnet / tussentijds advies
  • Controleer of het begrepen is

Slide 23 - Slide

Herhaal het probleem /de hulpvraag en vat samen hetgeen je hebt gehoord 
  Als ik het goed begrijp belt u mij omdat u hoofdpijn heeft, de pijnscore is 5, u voelt zich verder niet ziek en u hebt dit nu 1 dag, u hebt er verder nog niets voor ingenomen….. etc.

Uw vraag aan mij is of u vandaag op het spreekuur kunt komen.
Ik hoor in uw verhaal geen verontrustende of alarmerende symptomen
Mijn advies is om nu eerst te starten met…

Controleer of het begrepen is
 Gaat het zo lukken denkt u? Is het advies zo duidelijk voor u? U weet wat u nu eerst kunt doen? Bent u gerustgesteld met dit advies? Kunt u hiermee uit de voeten

Geef een vangnet
 Mocht uw klacht verergeren en u krijgt last van ….. en van….
     Neem dan weer contact met ons op.
Mocht er koorts bij komen, of uw kind wordt zieker, belt u ons dan gerust terug

Fase 4
                                         Afsluiting van het gesprek

  • Controleer of de patiënt instemt met het beleid
  • Open houding--> heb ik wat gemist?
  • Professionele afsluiting

Slide 24 - Slide

Controleer of de patiënt instemt met het beleid

 Zullen we het zo afspreken? Vind u dat goed?
Open houding

 Misschien heb ik iets in uw verhaal gemist, waarom is het zo belangrijk voor u dat de dokter bij u langs komt, want medisch gezien mag u gewoon naar de praktijk komen?

Zullen we anders het volgende afspreken…..(bijv. bij een tussenoplossing eerst proberen en dan terugbellen.

Professioneel afsluiten
 Ik wens u veel sterkte 
   dag mevrouw/meneer

Zijn er nog vragen?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Volgende les --> les 2 (week 37)

ICD en verdrinking
  • Bereid je goed voor want het tempo is hoog!
  • Korte theorie waarna oefenen casussen
  • Maak van beide onderwerpen 1 casus
  • Maak de 1ste 3 onderdelen van Expert College

Slide 26 - Slide

This item has no instructions