Commercieel H1 | Hoe presenteer ik artikelen 2

Hoe presenteer ik artikelen?
Commercieel deel 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoe presenteer ik artikelen?
Commercieel deel 2

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren?
  • Hoe je een artikelpresentatie in stand houdt
  • De basis van het vormgeven van een artikelpresentatie

Slide 2 - Slide

Artikelpresentaties in stand houden
Omverpakking = verpakking waarin meerdere gelijke artikelen inzitten.
  1. Traypacken = Verwijder je niet hele verpakking maar een deel
  2. Beugelen = Denk aan kleding die uit de verpakking wordt gehaald en vervolgens aan een hanger wordt gehangen
  3. Per stuk ompakken = Alle artikelen worden uit de omverpakking gehaald en worden los in het schap gezet

Slide 3 - Slide

Wat is traypacken?
A
Het ophangen van kleding aan rekken
B
Verwijder je niet de hele verpakking maar een deel
C
Alle artikelen uit de omverpakking halen en wordt vervolgens los in het schap gezet

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Video

Attentiewaarde
Attentiewaarde = De mate waarin een artikel opvalt

Slide 6 - Slide

Op welke hoogte staat de ooghoogte?
A
Hoger dan 160cm
B
Tussen 120 en 160cm
C
Tussen 80 en 120cm
D
Tot 80 cm

Slide 7 - Quiz

Attentiewaarde
Vaste artikelpresentatie -> presentatiehoogte
Tijdelijke artikelpretatie:
  • Brandpunten = artikelpresentatie die extra opvalt (presentatietafel)   
  • Eyecatchers =  Om een artikel nog meer attentiewaarde mee te geven

Slide 8 - Slide

Waar hebben producten de meeste attentiewaarde?
A
Reikhoogte
B
Ooghoogte
C
Grijphoogte
D
Bukhoogte

Slide 9 - Quiz

Etalage
Etalage = de glazen displayruimte aan de buitenkant van een winkel
Stopkracht = attentiewaarde moet zo groot zijn dat de consument stopt om naar binnen te gaan
Etalage moet aan de volgende voorwaarde voldoen;​
  • Aandacht trekken​
  • Opvallen​
  • Stopkracht bezitten​
  • Actueel zijn​
  • Klanten binnenlokken en tot verkopen verleiden

Slide 10 - Slide

Een etalage moet voldoen aan:
A
Aandacht trekken
B
Stopkracht bezitten
C
Actueel zijn
D
Alle artikelen die je verkoopt

Slide 11 - Quiz

Etalage
Gesloten etalage          Halfopen etalage         Open etalage            Inloopwinkel





Slide 12 - Slide

Consumentenbinding
Consument = klant
Consumentenbinding = dat je klanten aan je winkel bindt.​
-> Een nette artikelpresentatie zorgt voor consumentenbinding
Voor een klant is het belangrijk;​
  • de artikelpresentatie er aantrekkelijk uitziet​
  • de artikelpresentatie overzichtelijk is​
  • de artikelen die bij elkaar horen, ook bij elkaar staan​

Slide 13 - Slide

Wat is de consument?
A
De verkoper
B
De klant

Slide 14 - Quiz

Styling
Je kunt een artikelpresentatie laten opvallen met;​
  1. Promotiemateriaal; materiaal om artikelen extra onder de aandacht te brengen zoals; posters, tekstkaarten, prijskaarten enz.​
  2. Decoratiemateriaal; Voegt sfeer toe aan een artikelpresentatie; kerstballen, sinterklaas, paashazen enz (seizoenen/feestdagen)​
  3. Koude kleuren; blauw en groen zorgen voor een frisse en rustige sfeer​
  4. Warme kleuren; rood, oranje en geel zijn vrolijk en opvallend​
  5. Chique winkel gebruiken van neutrale kleuren zoals; wit zwart en grijs

Slide 15 - Slide

De H&M gebruikt bloemen in de etalage, dit is een onderdeel van:
A
Promotiemateriaal
B
Neutrale kleuren
C
Decoratiemateriaal

Slide 16 - Quiz

Styling
Compositie = de manier waarop je en vlak of een ruimte verdeelt​
2 soorten composities;​
  • Tweedimensionale compositie; indeling in een plat vlak​
  • Driedimensionale compositie/3D; Diepte in de compositie​

Slide 17 - Slide

Tweedimensioneel is:
A
Indeling in een plat vak
B
Diepte in de compositie

Slide 18 - Quiz

Wat heb je geleerd?
  • Attentiewaarde  (reikhoogte, ooghoogte, grijphoogte, bukhoogte)
  • Etalage (stopkracht, 4 soorten etalages)
  • Consumentenbinding
  • Styling (promotiemateriaal, decoratiemateriaal, koude kleuren, warme kleuren, neutrale kleuren)
  • Compositie (tweedimensioneel & driedimensioneel)

Slide 19 - Slide