3.1 en 3.3

• Nederlands
• ISK

TCA2 3.1 en 3.3

Nodig voor deze paragrafen:

1. wandelvragen
2. kaartjes met daarop de lesdoelen:
   Ik kan over mijn gezin en over mijn familie praten.

       Ik kan een korte tekst over mijn familie schrijven.

Terugkijken

De toetsen zijn nagekeken.

We bespreken deze volgende week.

Levende zinnen.

• Iedere cursist krijgt een kaartje met een woord.
• Vorm samen goede zinnen.
• Het zijn zinnen over de doelen van deze les.

Wat leer je vandaag? 3.1

Ik kan over mijn gezin en over mijn familie praten.	Ik ken de woorden: de basisschool, het contact, de taal, het buitenland, missen, wennen, mailen, zorgen voor, binnenkort en niemand.
Ik kan een korte tekst over mijn familie schrijven.
Functioneel	Structureel

Voorkennis ophalen

Werkvorm zoek de fout:

In tweetallen zoeken de cursisten de fout.

Vraag klassikaal een paar tweetallen uit te leggen wat precies de fout is.

familie in het buitenland

Familie 

Dit is Benthe. Zij is de dochter van mijn zus. Zij is mijn nichtje.  

Ze woont in het buitenland. Ze woont in Australië. Ze werkt daar.  Ze komt binnenkort weer terug naar Nederland. 

Dit is mijn zus. Ze heet Monique. Ze heeft In Duistsland gewoond. Ze spreekt Nederlands en Duits. 

Ze zorgt op maandag voor haar kleindochter.

Familie

Jullie hebben ook een familie. Woont jouw familie in Nederland? 

Wie wel en wie niet?

Bel je wel eens met familie in het Buitenland?

Stel vragen aan 4 verschillende cursisten.

Wandelvragen

Yvonne: Benthe

Olesia: 

Mihai: 

Cindy: 

Hoe houden jullie contact met jullie familie in het buitenland?

leren.kleurrijker.nl

Ronde 1: Waar zijn Taline en Ruben?

Ronde 2: Waar praten Ruben en Taline over? 3 dingen

In tweetallen. Beantwoord samen de vragen

Sadia	Leyla
Mihai	Merve
Olesia	Cindy
Raziye	Lily
Saadiyo	Jenny
Anesha	Giedre
	Lydia

Luister nog en keer naar de tekst.

Waar praten Ruben en Taline over?

Kies de 3 goede antwoorden.

 

Wat betekent het woord: niemand

1. iedereen
2. geen enkel persoon
3. nooit
4. nergens

Wat betekent het werkwoord: missen

1. verdrietig zijn omdat iemand niet dichtbij is
2. een bal naast de goal schieten.
3. Miss Nederland zijn
4. proberen

Wat hoort bij VORIG?

1. in 2023
2. in maart 2025
3. in mei 2025
4. in 2026

stoppen

over een lange tijd

Nederland

iedereen

volgende

doorgaan

binnenkort

het buitenland

niemand

vorige

Welk woord past in de zin?
Welke taal/basisschool spreekt Vanna?

1. taal
2. basisschool

Welk woord past in de zin?
Marit gaat studeren voor dokter. Ze is erg slim/niemand.

1. niemand
2. slim

In tweetallen

Maak samen opdracht 6, 7, 8 en 12 in je boek.

Nieuwe tweetallen. Beantwoord samen de vragen

Sadia	Lily
Mihai	Leyla
Olesia	Raziye
Cindy	Merve
Saadiyo	Lydia
Anesha	Jenny
	Giedre

Praat samen over je familie

Cursist A stelt vragen. Je mag de kaartjes gebruiken.

Cursist B geeft antwoord.

Klaar? Wissel van rol.

Cursist A vertelt over zijn familie

Cursist B luistert.

Klaar? Wissel van rol.

Terugkijken

Ik kan over mijn gezin en over mijn familie praten. 

groen - geel - rood

goed - een beetje - niet

Wat leer je vandaag? 3.1

Ik kan een korte tekst over mijn familie schrijven.
Functioneel	Structureel

Voorkennis ophalen

Werkvorm zoek de fout:

In tweetallen zoeken de cursisten de fout.

Vraag klassikaal een paar tweetallen uit te leggen wat precies de fout is.

Dictogloss - groepjes van 3

• ronde 1 --> alleen luisteren
  

• ronde 2 --> aantekeningen maken

• In drietallen bespreken wat jullie hebben gehoord.
  

• Eén persoon uit het groepje schrijft het verhaaltje op.
  

• Eén persoon uit het groepje leest het verhaal voor. 

•  Controle

Ronde 1

De docent leest het verhaal en iedereen luistert.

Mijn familie in het buitenland

Ronde 2

Maak aantekeningen.

Schrijf geen hele zinnen. Schrijf alleen belangrijke woorden.

Mijn familie in het buitenland

Ronde 3

• Bespreek in drietallen wat jullie hebben gehoord. 
• Kijk naar je aantekeningen. 

Ronde 4

Schrijf samen het verhaal. 

Elk groepje schrijft dus één verhaal.

Let op:

• Schrijf hoofdletters en punten. 
• Spel de blauwe woorden goed.

Ronde 5

Lees jullie verhaal voor

Heeft elke zin een hoofdletter en een punt?

Zijn de blauwe woorden goed gespeld?

Mijn familie in het buitenland

Mijn zus woont sinds vorig jaar in Spanje. Binnenkort gaan ze verhuizen naar een nieuw huis. Daar zal haar gezin aan moeten wennen. Ik mis haar heel erg, maar we houden goed contact. We mailen elkaar elke week.

Binnenkort gaan haar kinderen naar de basisschool. Ze kennen daar nog niemand. De moeder van haar man brengt de kinderen op maandag en op woensdag naar school. Ze zorgt na school voor de kinderen. Dan kan mijn zus naar de cursus om de Spaanse taal te leren. Slim, hé!

Schrijf een tekst.

Voorbeeld:

Mijn naam is Yvonne Koster.

Ik kom uit Nederland.

Terugkijken

De toetsen zijn nagekeken.

We bespreken deze volgende week.