2021_week 47_2ha_les 2_Starke Verben/LOGO

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

die Dozentin

die Tafel

die Tür

Du hast 2 min für:

• dich zu setzen
• Jacke aus
• Köpfhörer sind weg
• Handys in die Taschen
• Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
• Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!

Was machen wir heute?

• Hausaufgaben Kontrolle
• Erklärung starke Verben


• Aufgaben machen


• Abschluss/Hausaufgaben

Am Ende der Stunde........

kannst du benennen warum ein Verb schwach oder stark ist dadurch, dass du Aufgaben machst, und kannst du ein Beispiel geben für du + ein starkes Verb.

Hausaufgaben Kontrolle

Ellijah

Bobbie

Esmee

Lindsey

Thomas P

Noor

Erklärung starke Verben

Hoe herken ik een sterk werkwoord?

• Sterke werkwoorden zijn onregelmatig en er treed een klinkerverandering op in de verleden tijd. 
• Als een werkwoord in het Nederlands sterk is dan is dit in het Duits meestal ook het geval.
• Klinkerverandering in de tegenwoordige tijd bij du, er, sie, es
• Bij sterke werkwoorden met een -a in de stam verandert die -a in een -ä.
• Bij veel sterke werkwoorden met een -e in de stam verandert die -e in een -i of -ie.
• Dit gebeurt niet bij stehen en gehen!

Beispiele (Buch Seite 35) 

zij rijdt = 

Eet jij graag ijs? Ik heb gisteren ijs gegeten.

• sie fährt
  

• Isst

du gern Eis? Ich habe gestern Eis

•  gegessen

An die Arbeit

• Machen im Buch: Aufgabe 8+9 auf Seite 36/37

• Selbständig
  
• De eerste 10 minuten niet praten en geen vragen stellen. Daarna mag je fluisteren en vragen aan mij stellen.
• Klaar: Aufgabe 10, Seite 37

Hulp: Schema Grammatik D op bladzijde 35

Opdracht 8, vanaf vraag 4: Noteer het hele werkwoord

Vanaf vraag 12: Zoek de Duitse vertaling van het werkwoord eerst op en schrijf vervolgens de juiste vorm.

Opdracht 9: Maak 8 zinnen. Kies uit elke kolom 1 woord. Gebruik ieder woord maar 1x.

www.zdf.de

Was hast du heute gelernt?

• Hoe herken je een sterk werkwoord?
• Geef een voorbeeld van du + de vorm van een sterk werkwoord.

Hausaufgaben

• Machen im Buch: Aufgabe 1+2, Seite 38

Abschluss

Niet inpakken - luisteren

• na startsignaal: inpakken
• wel blijven zitten - stil
• dan sluit ik de les af!
• dan: klaar :)

Tschüss, bis nächste Stunde