Hoofdstuk 2 - De IWO/Inslag/Brutowinst/Omzet

Hoofdstuk 2 - De IWO/Inslag/Brutowinst/Omzet

Financieel (MFA2)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FinancieelMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 - De IWO/Inslag/Brutowinst/Omzet

Financieel (MFA2)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Opdrachten hoofdstuk 1 bespreken (opdracht 1.11)
  • Leerdoelen bespreken
  • Uitleg hoofdstuk 2 (tot en met 2.4)
  • Opdrachten maken
  • Terugblik leerdoelen 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
In deze les leer je:
  • Wat de inslag is
  • Welke productiefactoren er zijn
  • Welke kosten er zijn bij voorraad en grondstoffen
  • Welke kosten er zijn bij grondstoffen en hulpstoffen
  • Hoe je afval en uitval berekend
  • Hoe je de brutowinstopslag en brutowinstmarge berekend

Slide 3 - Slide

IWO/Inslag
  • IWO = Inkoopwaarde van de omzet
     -> Brutowinstopslag en brutowinstmarge
  • Horeca -> inslag
     -> Inslagpercentage
  • Kosten van opgeofferde productiemiddelen
     -> Machines, computers en ovens
     -> Noodzakelijk, dus doorberekenen aan consument!

Slide 4 - Slide

Productiefactoren
  • Kapitaal

  • Arbeid

  • Natuur

  • Ondernemerschap

Slide 5 - Slide

Kosten van voorraad en grondstoffen
  • Rentekosten
     -> Mislopen rentevergoeding
     -> Rentevergoeding aan bank betalen
  • Ruimtekosten
     -> Huur-, afschrijving-, energie- en personeelskosten
  • Risicokosten
     -> Prijsdaling, derving, schade of diefstal

Slide 6 - Slide

Kosten van grondstoffen en hulpstoffen
  • Grondstoffen -> vind je terug in het product
  • Hulpstoffen -> worden niet aan het product toegevoegd
     -> vb. elektriciteit en gas 
  • Afval (onvermijdelijk)
     -> Netto grondstofverbruik = bruto - afval
  • Uitval (afgekeurde producten)
     -> Uitvalspercentage doorberekenen in kostprijs
  • Verspilling wordt niet doorgerekend aan de klant

Slide 7 - Slide

Afval

Bruto = 100%
Afval = 15%      -
Netto = 85%
Dus
Bruto = 300 gram vlees (100%)
Afval = 300 x 0,15 = 45 gram -
Netto = 255 gram (85%)
Uitval
Stel, 120 ongekeurde frikandelbroodjes kosten €120 om te produceren en er worden 100 broodjes goedgekeurd.

Dus, 120/100 = €1,20 doorrekenen aan de klant


Slide 8 - Slide

Afval
Oefenopgave
Bij de productie van 160 worstenbroodjes komt uiteindelijk €150 aan grondstoffen in het product terecht. Tijdens de productie ontstaat 25% onvermijdelijk afval. Hoeveel kost de productie van 1 worstenbroodje?

  • Netto = bruto - afval
  • 75%    = 100%  - 25%
  • (€150 / 75 x 100) /160 = €1,25
Bruto = 100%
Afval               -
Netto
timer
3:00

Slide 9 - Slide

Uitval
Oefenopgave
De productie van 150 paar schoenen kost €4.500. Na de productie wordt uiteindelijk 20% van de producten afgekeurd. Hoeveel bereken je door aan de klant voor 1 goedgekeurd product?

  • 100% - 20% - 80% goedgekeurd
  • 150 / 100 x 80 = 120 producten
  • €4.500 / 120 = €37,50 per stuk
Aantal ongekeurde producten = 100%
Uitval                                                          -
Aantal goedgekeurde producten

Slide 10 - Slide

Brutowinstopslag

IWO/Inslag = 100%
Brutowinstopslag                        +
Omzet excl. BTW (netto-omzet)

IWO/Inslag               = 100%     
Brutowinstmarge = 30% +
Omzet excl. BTW   = 130%
Brutowinstmarge

IWO/Inslag
Brutowinstmarge                         +
Omzet excl. BTW = 100%

IWO/Inslag               = 80%
Brutowinstmarge = 20% +
Omzet excl. BTW   = 100%

Slide 11 - Slide

Brutowinstopslag
Oefenopgave
Een bedrijf heeft een netto-omzet (dus excl. BTW) van €31.500 hanteert een brutowinstopslag van 5%. Hoeveel bedraagt de brutowinstopslag in €?

  • 100% + 5% = 105%
  • 31.500 / 105 x 5 = €1.500
IWO/Inslag = 100%
Brutowinstopslag +
Netto-omzet
timer
3:00

Slide 12 - Slide

Brutowinstmarge
Oefenopgave
Een bedrijf heeft een netto-omzet (dus excl. BTW) van €18.000 en hanteert een brutowinstmarge van 30%. Hoeveel bedraagt de brutowinstmarge in €?

  • €18.000 = 100%
  • 18.000 / 100 x 30 = €5.400
IWO/Inslag
Brutowinstmarge +
Netto-omzet = 100%
timer
3:00

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
  • Opdrachten hoofdstuk 2 tot en met 2.14 maken
 
  • Heb je een vraag? Steek je hand/vinger op!
  • Mag samenwerken met buurman/buurvrouw
  • Mag met oortjes/muziek in werken

Slide 14 - Slide

Deze les heb je geleerd wat de inslag is.

Slide 15 - Open question

Deze les heb je geleerd welke productiefactoren er zijn.

Slide 16 - Open question

Deze les heb je geleerd welke kosten er zijn bij voorraad en grondstoffen.

Slide 17 - Open question

Deze les heb je geleerd welke kosten er zijn bij grondstoffen en hulpstoffen

Slide 18 - Open question