clase 3 presentaties en gustar

¡Qué aproveche!

Hoy es ...
 de noviembre de 2025
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

¡Qué aproveche!

Hoy es ...
 de noviembre de 2025

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
Al final de la clase:
  • kan ik vertellen over een Spaans gerecht
  • weet ik wat gustar betekent

Slide 2 - Slide

Leg aan de leerlingen uit wat er in de les gaat gebeuren

Doelen
Je gaat een korte presentatie houden voor de klas

Vandaag leer je over andere regionale gerechten en leer je hoe je kan zeggen dat je iets leuk vindt!

Slide 3 - Slide

Leerlingen houden korte presentaties in het nederlands over een gerecht dat ze vorige keer hebben gekozen
PRESENTAMOS

Slide 4 - Slide

Hier kan je de namen van de duo's zetten, eventueel kan je ook een eigen rad maken/zelf kiezen
Gustar = "het bevalt me"

Slide 5 - Slide

De leerlingen krijgen uitleg over gustar
Gustar = "het bevalt me"
1 Heeft een meewerkend voorwerp (me, te, le, nos, os, les)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gustar = "het bevalt me"
1 Heeft een meewerkend voorwerp (me, te, le, nos, os, les)
2 Heb je keuze uit 2 vervoegingen :
GUSTA (bij ev, bij ww)      GUSTAN ( bij mv, bij meer dan 1)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gustar = "het bevalt me"
1 Heeft een meewerkend voorwerp (me, te, le, nos, os, les)
2 Heb je keuze uit 2 vervoegingen :
               GUSTA (bij enkelvoud, bij werkwoord)
               GUSTAN ( bij meervoud, bij meerdere zaken)
3 Komt de ontkenning (NO) voor het werkwoord.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent GUSTAR?
A
lezen
B
lekker vinden
C
houden van
D
eten

Slide 9 - Quiz

De leerlingen doen de quiz over gustar
A José y Carlos (gustar) las series de Netflix.
A
le gusta
B
les gustan
C
se gusta
D
os gustan

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Vervoeg het werkwoord GUSTAR:
A mi hermano ___ ________ los perros
A
le gusta
B
le gustan
C
se gusta
D
se gustan

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Vul de juiste vorm in van 'gustar':

(A María).............los deportes.
A
te gustas
B
le gusta
C
le gustan
D
te gusto

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

GUSTAR
.......(yo)......... los libros de Gabriel García Márquez.
A
Mi gustan
B
Me gustan
C
Mi gusta
D
Me gusta

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Vul de juiste vorm van GUSTAR in:
Me ______________ ir de camping.
A
gusta
B
gustan

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vul in:
A nosotros ...........................(gustar) la fruta.
A
nos gustamos
B
nos gusta
C
nos gustan
D
nos gustas

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat bepaalt de uitgang van gustar?
(2 correcte antwoorden)

A
me, te, le, nos, os of les staat ervóór
B
het is mannelijk of vrouwelijk
C
over welk zelfstandig naamwoord het gaat
D
of het over een werkwoord gaat

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Trabajamos
P 45 - Ej 4, 5 & 6




Slide 17 - Slide

De leerlingen maken de opdrachten (als hier geen tijd meer voor is doen ze het als huiswerk)