Hoofdstuk 5 week 2

5A Vuistregels

Je fietst ongeveer 15 km/uur

Dus in 4,5 uur kun je ongeveer 15 x 4,5 = 67,5 km fietsen


Een deur is ongeveer 2 m. hoog


Een verdieping van een huis is ongeveer 3 m. hoog

Dus een huis met 3 verdiepingen is ong. 3 x 3 = 9 meter hoog

1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5A Vuistregels

Je fietst ongeveer 15 km/uur

Dus in 4,5 uur kun je ongeveer 15 x 4,5 = 67,5 km fietsen


Een deur is ongeveer 2 m. hoog


Een verdieping van een huis is ongeveer 3 m. hoog

Dus een huis met 3 verdiepingen is ong. 3 x 3 = 9 meter hoog

Slide 1 - Slide

Een volwassen mens is ongeveer ... lang
A
1,60 m.
B
1, 80 m.
C
2,00 m.
D
1,40 m.

Slide 2 - Quiz

Mensen lopen ongeveer ... km/uur
A
2
B
8
C
5
D
15

Slide 3 - Quiz

In NL wonen ongeveer ... mensen
A
17 miljoen
B
21 miljoen
C
25 miljoen
D
100 miljoen

Slide 4 - Quiz

5B/5C Eenheden van lengte, oppervlakte, inhoud en gewicht

Gewicht:



Oppervlakte:



Inhoud:

Slide 5 - Slide

5,04 km = ... m.
A
50,4
B
504
C
5 040
D
50 400

Slide 6 - Quiz

3,2 m² = ... cm².
A
32
B
320
C
3 200
D
32 000

Slide 7 - Quiz

650 liter = ... m³.
A
0,65
B
650
C
6,5
D
65 000

Slide 8 - Quiz

55 gram = ... kg.
A
550
B
0,55
C
0,055
D
55 000

Slide 9 - Quiz

5D/5E/5F Eenheden van informatie, tijd en snelheid
3 KB = 3000 byte     5 MB = 5000 KB     8 GB = 8000 MB

1 jaar = 365 dagen     1 dag = 24 uur     1 uur = 60 minuten     enz.

15 m/s = 15 x 3,6 = 54 km/uur
120 km/u = 120 : 3,6 = 33,3 m/s

Slide 10 - Slide

Hoeveel seconden zitten er in een dag?
A
12 x 24 x 60
B
60 x 60 x 24
C
24 x 100 x 100
D
24 x 3600 x 10

Slide 11 - Quiz

Meneer Jansen loopt 5 km in 16 minuten en 40 seconden. Dat is dus 5 m/s. Hoeveel km/u is dat?
A
5 x 3,6 = 18 km/u
B
5000 : 16,4 : 3,6 = 13 km/u
C
5 : 3,6 = 14 km/u
D
Zo hard loopt hij niet

Slide 12 - Quiz

Huiswerkopgaven Hoofdstuk 5 (week 2)
6,5 of lager?
Maken opgave 1 t/m 28

6,5 of hoger?
- Dan mag je 10 opgaven overslaan van 1 t/m 28.
- Kies zelf welke je het beste kunt overslaan. 

Slide 13 - Slide