Vakjargon VMBO zorg en welzijn

Vakjargon in het voortgezet beroepsonderwijs
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MBO

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vakjargon in het voortgezet beroepsonderwijs

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
Na deze les kunnen jullie de betekenis noemen van minimaal drie begrippen

Slide 2 - Slide

Uitstroomprofielen
Tijdens deze les zoomen we in op het keuzedeel uiterlijke verzorging. Dit valt onder het uitstroomprofiel Zorg en Welzijn. 
In het vmbo spreken wij van eindtermen voor CE. Voor deze les maken wij gebruik van de eindterm: ZWG/K/2 professionele vaardigheden 4. Hierbij kan de kandidaat de Nederlandse taal functioneel gebruiken. Dit doet hij/zij door mondeling te communiceren met vaktaal (College voor Toetsen en examens vwo, 2015).

Slide 3 - Slide

Curriculum
In periode 5 van leerjaar 3 maak je een keuze voor de keuzemodule uiterlijke verzorging. Aan dit keuzedeel werk je 8 weken en daarna ga je stagelopen. In het vierde leerjaar werk je verder aan dit keuzedeel en dit duurt 12 weken.

Slide 4 - Slide

Geconstrueerde acquisitie 
Deze les past bij dit kwadrant omdat de les klassikaal wordt gegeven waarbij theoretische kennis overgedragen wordt.

Slide 5 - Slide

Wat betekent vakjargon?
Het woord vakjargon geeft aan dat het om het jargon binnen een bepaald vak (beroep) gaat. Ook het woord beroepsjargon kan hiervoor worden gebruikt. 

Kortom: 
Woorden die alleen binnen een bepaald vakgebied gebruikt worden

Slide 6 - Slide

Opdracht woorden raden
In de volgende vragen vul je het ontbrekende woord in. 
Je klikt op  je telefoon aan 

Slide 7 - Slide

De jas van een klant aannemen is een voorbeeld van .............. zijn.
A
Klantonvriendelijk
B
Klantvriendelijk
C
Klantgericht
D
Afwijzend

Slide 8 - Quiz

Je handen wassen voordat de klant binnenkomt, is een voorbeeld van ......... werken
A
Hygiënisch
B
Onhygiënisch
C
Niet verantwoord
D
Snel

Slide 9 - Quiz

Wanneer iemand droog haar en een droge hoofdhuid heeft, pas je vooral de ............... toe.
A
Drukmassage
B
Knijpmassage
C
Wrijfmassage
D
Kneedmassage

Slide 10 - Quiz

De massagetechniek ............ werkt rustgevend
A
Effleurage
B
Tapotement
C
Pincement
D
Frictie

Slide 11 - Quiz

Voor het ontsmetten van gereedschappen gebruik je ........
A
Olie
B
Schoonmaakmiddel
C
Alcohol
D
Zeep

Slide 12 - Quiz

Voor het trekken van scheidingen in het haar gebruik je een .......
A
Borstel
B
Puntkam
C
Tangetje
D
Potlood

Slide 13 - Quiz

Wanneer je je haar gaat wassen, gebruik je een .........
A
Conditioner
B
Shampoo

Slide 14 - Quiz

Je haren verzorgen doe je met een crème of met een ........
A
Conditioner
B
Shampoo

Slide 15 - Quiz

Welke woorden heb jij vandaag geleerd?

Slide 16 - Mind map

Evalueren
In de volgende les wordt er rekening gehouden met jullie feedback. Wees daarom eerlijk in het geven van jouw feedback. 

Slide 17 - Slide

Op de schaal van 0-100, hoe nuttig vond jij deze les?
0= Helemaal niet nuttig
100= Heel erg nuttig
0100

Slide 18 - Poll

Geef een tip en een top voor deze les

Slide 19 - Open question