Nieuwsbegrip: freerunning steeds populairder


Nieuwsbegrip: Freerunnen
1 / 57
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenNT2ISK

This lesson contains 57 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Nieuwsbegrip: Freerunnen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Geheugencheck: Welke kleur overhemd heeft de presentator aan?
A
Rood
B
Mosterdgeel
C
Zwart
D
Blauw

Slide 3 - Quiz

Welke freerun-wedstrijden
bestaan er al?
A
Klik hier niet op
B
Pro33 kampioenschappen
C
Honden kampioenschappen
D
Nederlandse kampioenschappen

Slide 4 - Quiz

Wat doen de freerunners bij de kampioenschappen?
A
Salto, flikflak, vanaf hoogte springen
B
Salto, flakflik, vanaf hoogte vallen
C
Raar
D
Vechtsporten

Slide 5 - Quiz

Wie is Luciano Balestra?
A
Wat? Kan je dat eten?
B
Een meisje dat op freerunnen zit
C
Een Italiaan
D
Een professioneel freerunner

Slide 6 - Quiz

Wie doet er meer freerunnen?
A
Meer meisjes dan jongens
B
Meer opa's dan jongens
C
Meer jongens dan meisjes
D
Meer oma's dan meisjes

Slide 7 - Quiz

Wat wil Luciano?
A
Dat zijn nichtje van 2 ook leert freerunnen
B
Dat freerunnen een olympische sport wordt
C
Dat freerunnen gewoon vrijrennen gaat heten
D
Kapsalon

Slide 8 - Quiz

Waar is freerunnen ontstaan?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
In Afrika toen iemand wegrende voor een leeuw

Slide 9 - Quiz

In welke stad is freerunnen gestart?

Slide 10 - Open question

Wanneer begon freerunnen?
A
30 jaar geleden
B
50 jaar geleden
C
40 jaar geleden
D
Gisteren toch?

Slide 11 - Quiz

Waarom gingen jongeren daar
freerunnen?
A
Ze wilden heel veel spieren krijgen.
B
Ze wilden bewegen, maar in de stad was niet zoveel plek.
C
Ze wilden bewegen, maar de sportschool was te duur.
D
Ze wilden niet lopen.

Slide 12 - Quiz

Hoe heette de sport eerst?
A
Parkour
B
Maak dat je weg komt
C
Ren je rot
D
Ren voor je leven!

Slide 13 - Quiz

Freerunnen gaat niet alleen om snelheid maar ook om hoe mooi en sierlijk...
A
je oma is
B
je je verplaatst
C
je lijf is
D
je moeder is

Slide 14 - Quiz

Waarom heeft Luciano Balestra de allereerste Freerun NL Cup bedacht?
A
Hij hoopt de sport zo professioneler te maken.
B
Hij wil dat iedereen weet wat freerunning is.
C
Hij vindt freerunning niet leuk.
D
Hij hoopt dat alle mensen in Nederland gaan freerunnen.

Slide 15 - Quiz

Waarom is het nodig om eerst wat lessen te volgen als je
wilt gaan freerunnen?
A
Je moet goed leren welke dingen buiten je wel kapot mag maken en welke niet . Dat kun je leren in de lessen.
B
Je moet goed weten hoe je veilig kunt freerunnen en wat je lijf allemaal kan. Dat kun je oefenen in de lessen.
C
Je moet wat ouder zijn om echt te kunnen freerunnen. In de lessen kunnen kinderen alvast wat oefeningen leren.

Slide 16 - Quiz

Wil je zelf ook starten met freerunnen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Wat is jouw favoriete sport om te doen? En om naar te kijken?

Slide 18 - Open question

Lezen
We lezen de tekst met elkaar.
Ik geef beurten.

Heb jij de beurt, dan lees je duidelijk voor.

Heb je geen beurt, dan lees je stil mee.

Slide 19 - Slide

Woordenschat
freerunning:    een sport waarbij je gymbewegingen
                               gebruikt om over objecten te springen

het object:       hier: hindernissen
urban:                van de stad
het parcours:  de route die moet worden afgelegd
spectaculair:   iets wat heel bijzonder is en indruk maakt

























Slide 20 - Slide

Woordenschat
parkour:              sport waarbij je zo snel mogelijk moet kunnen
                                ontsnappen
creatief:               als je nieuwe dingen kunt bedenken of maken
beoefenen:        uitvoeren, doen
de flip:                  de draai over de kop
zover:                    als het juiste moment is aangebroken

Slide 21 - Slide

Inleiding
Van de ene muur naar de andere muur springen, of juist over objecten heen. Salto’s en flikflaks maken. Deze dingen horen allemaal bij de sport freerunnen. De sport wordt steeds populairder. Ook bij kinderen. 
Wat is freerunnen? 
En waar komt het vandaan?

Slide 22 - Slide

     een object = een ding

Slide 23 - Slide

       de salto                      populair           
                                            veel mensen vinden iets of
                                            iemand heel leuk!
populaire speler   populaire sport

Slide 24 - Slide

Denkvraag

Heb je speciale kleding nodig voor freerunning? 
Leg je antwoord uit.

Slide 25 - Slide

Wat betekent een object?
A
een alledaags ding
B
iets wat in de weg staat
C
materiaal voor freerunnen
D
truc om te freerunnen

Slide 26 - Quiz

Freerunnen
Freerunnen is een ‘Urban Sport’. Het is een sport die vooral op straat wordt beoefend. Renners verplaatsen zich zo snel en sierlijk mogelijk van A naar B. 
Daarbij maken ze gebruik van de objecten die ze tegenkomen. Denk maar aan muurtjes, bankjes, stoepranden, paaltjes, lantaarnpalen, trappen of hekjes. Daar springen ze op of tegenaan, of ze duiken er overheen. 

Slide 27 - Slide

                  sierlijk bewegen = mooi bewegen.

Slide 28 - Slide

de lantaarnpaal
het hekje
de stoeprand
het muurtje
het bankje
de trappen

Slide 29 - Slide

                  Duiken                          Er overheen duiken

Slide 30 - Slide

Denkvraag

Waarom moet je voor freerunning 
goed zijn in gymnastiek, denk je?

Slide 31 - Slide

Freerunnen
Ook maken ze salto’s en allerlei mooie sprongen. Zo leggen ze een heel parcours af. Het ziet er spectaculair uit. Er zijn bij freerunnen bijna geen regels. Je bent bij freerunnen dus vrij om te doen wat je zelf wilt.

Slide 32 - Slide

Het parcours = de weg die je 
moet volgen bij een wedstrijd

Slide 33 - Slide

Denkvraag

Je bent bij freerunning vrij om te doen wat je zelf wilt.
Aan welke regels moet je je wel houden, denk je?

Slide 34 - Slide

Welke dingen horen bij de sport freerunnen?
Wat is het FOUTE antwoord
A
op verboden terreinen komen
B
mooie sprongen en salto’s maken
C
objecten gebruiken die buiten zijn
D
een parcours tot het einde volgen

Slide 35 - Quiz

Er zijn bij freerunnen
bijna geen regels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Bij freerunnen doe je
altijd dezelfde bewegingen.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Ontstaan van de sport
Freerunnen stamt af van de sport parkour. Parkour is ontstaan uit een training voor soldaten om te ontsnappen. Bijvoorbeeld als ze in een gevaarlijke situatie zitten. Bij parkour moet je zo snel mogelijk vooruitkomen. Er zitten geen salto’s of andere tricks bij. Die zijn er bij freerunnen wel. Bij freerunnen gaat het om creatief zijn en je eigen bewegingen bedenken.

Slide 38 - Slide

Parkour = training voor soldaten om te ontsnappen
Freerunning = salto's en tricks

Slide 39 - Slide

Wat is het verschil tussen
freerunning en parkour?
A
Bij Parkour zijn er wel regels.
B
Bij Parkour maak je geen salto’s en zijn er geen tricks.
C
Bij Freerunning maak je geen salto’s en zijn er geen tricks.
D
Dat staat niet in deze alinea

Slide 40 - Quiz

Trainen
Freerunnen is een leuke sport, die je bijna overal kunt beoefenen. Zodra je op straat loopt, kun je beginnen. 
Je moet natuurlijk wel goed opletten als je gaat freerunnen. Je mag geen dingen vernielen. En veiligheid staat voorop! 
Je moet goed weten wat je lichaam precies kan. Daarom is het verstandig om wat lessen te volgen. 

Slide 41 - Slide

Vernielen = kapot maken
Veiligheid 
Verstandig 
slim om te doen

Slide 42 - Slide

Freerunnen is eigenlijk verboden, omdat renners dingen kapot
kunnen maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 43 - Quiz

Trainen
Vaak begin je met trainen in een gymzaal. Daar zijn namelijk banken en kasten waar je goed mee kunt oefenen. 
Daarna kun je ook buiten trainen. Soms is er een speciale plek gemaakt waar je kunt freerunnen. 
Maar je kunt ook zelf zoeken naar een plek met veel objecten. Freerunnen in het bos of op het strand kan ook. Zorg er wel voor dat je niemand in de weg loopt.

Slide 44 - Slide

trainen in de gymzaal
speciale plek buiten

Slide 45 - Slide

Denkvraag

Waarom is het verstandig om eerst lessen te gaan volgen voordat je op straat gaat freerunnen, denk je?

Slide 46 - Slide

Freerunnen kun je alleen buiten doen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quiz

Je mag niet zomaar met freerunnen beginnen. Je moet eerst
een soort test halen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 48 - Quiz

Wedstrijden
Er waren nog niet zoveel wedstrijden voor freerunnen. Maar die zijn er nu steeds meer. De wedstrijden vinden ook binnen plaats. Er zijn twee soorten wedstrijden: ‘Style’ en ‘Speed’. 

Bij ‘Style’ gaat het erom zo creatief mogelijk het parcours af te leggen. Hoe moeilijker de flips en sprongen, hoe meer punten je krijgt. Bij ‘Speed’ gaat het erom wie het snelst is. 

Slide 49 - Slide

Wedstrijden
Op 1 en 2 juni is het NK Freerun Speed in Tilburg. Daar mogen ook kinderen aan meedoen. Misschien komt de sport in de toekomst ook op de Olympische Spelen. Maar zover is het nu nog niet.

Slide 50 - Slide

freerun is een jonge sport=de sport bestaat nog niet lang
      Luciano Balestra                      Olympische spelen

Slide 51 - Slide

Denkvraag
Welke wedstrijd zou jij het leukste vinden 
Speed of Style? 
Leg je antwoord uit.

Slide 52 - Slide

Wat is geen onderdeel
bij freerunning?

A
Parcours
B
Speed
C
Style
D
Klimmen

Slide 53 - Quiz

Slide 54 - Video

Wat is een interview?
Een interview is een vraaggesprek.
1 iemand stelt vragen (de interviewer), de ander geeft antwoord op de vragen.

We gaan een stukje van een interview kijken.

Slide 55 - Slide

Slide 56 - Video

Slide 57 - Video