Past Simple 2KGT lesson 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Homework

Studyguide

Exercises 1,2,4,5,6, 8, 12 and 13

workbook p. 176 till 180exercise 1 till 3

Lesson goal:

By the end of this lesson you know:

How to explain that something has happened in the past ( verleden tijd)

Past simple

Past Simple

You use the past simple when something happened in the past and is finished.

The past simple is what in Dutch is called the "verleden tijd".

Waaraan zie je dat het om een verleden tijd gaat ? 

'signaalwoorden"

Deze woorden helpen je om te herkennen dat het om een verleden tijd gaat:

• yesterday
• last week/year
• a month ago
• when I was young

regelmatige werkwoorden 

Bij een regelmatig werkwoord voeg je  ed toe aan het werkwoord:

walk -> walked

Yesterday he walked in the rain ( dus geen S ! bij he/she/it )

 Regelmatige werkwoorden en spelling

Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert de -y in -ie: I carry - I carried

Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y:

I play - I played

 Regelmatige werkwoorden spelling  

Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter: 

I live - I lived

De laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat: I drop - I dropped

Verleden tijd - onregelmatige werkwoorden

Net als in het Nederlands zijn sommige werkwoorden onregelmatig ( Ik LOOP wordt in het NL: ik LIEP en  niet ik LOOPTE)

Ook in het Engels hebben sommige werkwoorden ind e verleden tijd hun eigen vorm:

Onregelmatige werkwoorden

to go -> went; He went to Italy last year

to make -> made: They made a very nice meal two days ago

to do -> did: He did his homework yesterday 

to be -> was / were :  He was/ They were at home last Sunday 

Onregelmatige werkwoorden 

Er zijn geen regels  voor de onregelmatige werkwoorden. 

Je moet ze gewoon uit het hoofd leren! 

Previous lesson

Past simple 

'Past simple'is welke tijd?

What is the past tense of: Go

1. gone
2. went
3. goed
4. goes

What is the past tense of: Work

1. works
2. worked
3. working
4. worked

What is the past tense of: Tell

1. told
2. tolded
3. telled
4. tolt

What is the past tense of: Help

1. helping
2. helped
3. helps
4. help'd

What is the past tense of: Study

1. studyd
2. studyied
3. studyed
4. studied

What is the past tense of: Think

1. tought
2. taught
3. thought
4. thinked

What is the past tense of: See

1. saw
2. seen
3. see
4. seed

What is the past tense of: buy

1. buyed
2. bought
3. boughd
4. bught

Fill in: We ..... on holiday 2 years ago.

1. go
2. went
3. been
4. walked

Name two things you have learned.

Hoe maak je een ontkennende zin en een vragende zin in de past simple?

Past Simple - Vragen en ontkenningen 

Vragen 

Did + hele werkwoord :

Did you walk to school yesterday?

Ontkennigen: 

Didn't + hele werkwoord :

You didn't walk to school yesterday.

onregelmatige werkwoorden 

Let op het werkwoord to be:

Dit heeft 2 vormen in de verleden tijd:

• was bij  enkelvoud: he wasn't at school yesterday
• were bij meervoud : Were you at school yesterday?

Hierbij hoef je dus GEEN did of didn't te gebruiken !!!!!!!

What do you find difficult ?

Past Simple

On your own

Workbook

Exercise 56 till 60

p. 64 till 67

Study guide

exercise 14 and 15