Benodigde voorkennis:
□ 1. Je kan de elementen beschrijven en/of tekenen aan de hand van het atoommodel van Bohr
o a. Je weet welke deeltjes zich in de kern van een atoom bevinden
o b. Je weet hoe de elektronen verdeeld zijn in de schillen
o c. Je kan door middel van ScienceData nagaan, wat het aantal protonen, neutronen en elektronen in een atoom / ion zijn
□ 2. Je kan stoffen / moleculen categoriseren in de 3 soorten stoffen: metalen, moleculaire stoffen en zouten
o a. Je weet waar de metalen en niet-metalen staan in het periodiek systeem (met behulp van ScienceData),
o b. Je weet wat moleculaire stoffen zijn en uit welke atoomsoorten ze opgebouwd zijn
o c. Je weet wat zouten zijn en uit welke deeltjes ze opgebouwd zijn
□ 3. Je kunt uitleggen hoe deeltjes zich op microniveau gedragen in de drie fases: gas, vloeibaar en gas
o a. Je weet de drie fases van stoffen en hoe dat er op microniveau uit ziet