digitale klok

1 / 32
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Vandaag gaan we oefenen met de digitale klok. 
We leren hoe een digitale klok werkt en hoe je de klok af moet lezen.

Slide 2 - Slide

woordbegrip
Digitaal

Digitale apparaten werken met computers .

Slide 3 - Slide

Woordbegrip
Digitale klok

Een digitale klok heeft geen wijzers. Hij geeft de tijd aan met getallen

Slide 4 - Slide

Wat zijn de cijfers en dubbelen punten een digitale klok? 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wanneer start de digitale klok met de tijd?

Slide 8 - Slide

Wanneer start de digitale klok met de tijd?

Slide 9 - Slide

De digitale tijd is één etmaal.
Een etmaal is een dag en een nacht!

Slide 10 - Slide

Dus de digitale klok gaat van 00:00 tot 00:00 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Nodig 
Wisbordje
Schoonmaakdoekje
Wisbord stift

Slide 15 - Slide

Wat staat voor de dubbele punt (:)?
A
de uren
B
de minuten

Slide 16 - Quiz

Wat staat na de dubbele punt (:)?
A
de uren
B
de minuten

Slide 17 - Quiz


A
Nacht
B
Ochtend
C
Middag
D
avond

Slide 18 - Quiz


A
Nacht
B
Ochtend
C
Middag
D
avond

Slide 19 - Quiz


A
Nacht
B
Ochtend
C
Middag
D
avond

Slide 20 - Quiz


A
Nacht
B
Ochtend
C
Middag
D
avond

Slide 21 - Quiz


A
Nacht
B
Ochtend
C
Middag
D
avond

Slide 22 - Quiz


A
Nacht
B
Ochtend
C
Middag
D
avond

Slide 23 - Quiz


A
Nacht
B
Ochtend
C
Middag
D
avond

Slide 24 - Quiz


A
Nacht
B
Ochtend
C
Middag
D
avond

Slide 25 - Quiz

In een uur zit 60 minuten!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Wat digitale tijd moeilijk maakt, is de combinatie met de gewone (analoge) klok. Op een gewone klok lees je de minuten op een heel andere manier en spreek je de tijden ook heel anders uit. Zo hebben we kwart voor … en kwart over … en bijvoorbeeld vijf voor half … of tien voor … 

Slide 32 - Slide