Hoofdstuk B7 Tijd

Rekenen
Hoofdstuk B7 Tijd
1 / 12
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Rekenen
Hoofdstuk B7 Tijd

Slide 1 - Slide

Als je naar de paragrafen kijkt van het hoofdstuk tijd, wat zullen dan volgens jou de doelen zijn van deze les.
B7.1 Wijzers van de klok
B7.2 Tijd uitspreken
B7.3 Rekenen met tijd

Slide 2 - Slide

Wat zijn de doelen
van deze les?

Slide 3 - Mind map

Doelen van deze les.
- leren klok kijken analoog en digitaal
- leren hoe je de tijd aangeeft in een etmaal.
- leren rekenen met tijd

Slide 4 - Slide

Analoog en digitaal
Er zijn twee soorten klokken analoog en digitaal

Slide 5 - Slide

Een hele dag verdelen we in 24 uur.
Je noemt die 24 uur ook wel een etmaal.
We hebben afgesproken dat de dag om middernacht begint,
dat is precies om 12 uur 's nachts.

Slide 6 - Slide

Wat vertellen de wijzers van een klok?
- De kleine wijzer geeft de uren aan.
  Op de klok hiernaast is het 10 uur.

- De grote wijzer geeft de minuten aan.
  Op de klok hiernaast staat de grote wijzer op de 12, het is 10 uur.
  

Slide 7 - Slide

Wat laat een digitale klok zien
- De eerste twee cijfers geven de uren aan.
  Op de klok hiernaast 22 uur ofwel 10 uur
  in de avond.
- De tweede twee cijfers na de dubbele punt 
  geven de minuten aan. Hier 00 omdat het 
  precies 10 uur is.

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen analoog en digitaal
- Bij een analoge klok kun je niet zien 
  of het overdag is of avond. 
  Op de afbeelding hiernaast zie je dat
  het half tien is.
  Bij de analoge klok weet je niet of dit
  overdag of s'avonds is.
  Bij de digitale klok zie je dat het s'morgens is.
  

Slide 9 - Slide

Ook bij het voorbeeld hiernaast zie je bij de
analoge klok niet of het vijf voor half acht
s'morgens is of s'avonds.

Bij de digitale klok zie je dat het s'avonds is.
Een etmaal is 24 uur en begint s'nachts om 12 uur.
Bij een analoge klok gaan de wijzers twee keer rond.
Bij een digitale klok telt de tijd door. 1 uur s'middags analoog is digitaal 
12 + 1 = 13 uur. 

Slide 10 - Slide

Hoe spreek je tijd uit
Bij de analoge klok spreken we de tijd anders uit dan bij de digitale klok.



Analoog 
12 minuten over 8
Digitaal 
8 uur en 12 minuten

Analoog 
6 minuten over half 9
Digitaal
8 uur en 36 minuten
Analoog 
5 minuten over half 9 
Digitaal 
8 uur en 25 minuten

Analoog 
8 minuten voor 9
Digitaal
8 uur en 52 minuten

Slide 11 - Slide

Rekenen met tijd
Eind tijd min de begin tijd is de tijd die je 
erover doet. 
Bij alle berekening met tijd ga je van de 
begin en eind tijd uit en kijk je wat er tussen 
zit.

Slide 12 - Slide