Frans: herhaling M1 tot 4: grammatica

• Frans
• Lager onderwijs

Frans: herhaling M1 tot 4: grammatica

Van enkelvoud naar meervoud.
un stylo-une fille-le cadeau-l'école

Vertaal de zinnen.
Joyeuses Pâques!
Elle ne parle pas.

Vertaal de zin.
Aujourd'hui nous sommes mardi 2 décembre.

Is het un of une?
..... mois

1. un
2. une

Is het le, la, l' of les?
......... fils

1. le
2. la
3. l'
4. les

Hoeveel is het ?
cinq fois (keer) six

1. 12
2. 15
3. 30
4. 18

Hoeveel is het?
vingt moins onze

1. 10
2. 9
3. 11
4. 8

Hoeveel is het ?
trente moins treize

1. 27
2. 7
3. 17
4. 18

Vul aan met de juiste vorm van être.
Nous .............. des filles formidables.

Vul aan met de juiste vorm van "avoir".
Vous .............. un stylo vert?

Vul aan met de juiste vorm van avoir of être.
Ils ............. jeunes.

Vervoeg correct.
chercher: Tom .............. son ballon.

Vervoeg correct.
habiter: Tu ............. à Malines?

Zet in de ontkenning.
Elle a trois livres.

Zet in de ontkenning.
Les cahiers sont rouges.

Maak een goede zin. Vervoeg correct.
être - il - petit - très

Maak een goede zin.
avoir - tu - jaune - un ballon

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.
Les cahiers sont ..............

1. vert
2. vertes
3. verts
4. verte

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.
La chaise est ...........

1. gris
2. grise
3. grises

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.
Les armoires sont

1. bleu
2. bleue
3. bleus
4. bleues

Vul aan met het juiste bezittelijk voornaamwoord.
Il cherche .......... (zijn)livre.

1. ton
2. son
3. sa
4. ses

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord.
C'est ............ (jouw) gomme?

1. ton
2. ta
3. tes

Vul aan met de juiste maand.
Nous fêtons Noël au mois de ...

1. janvier
2. décembre
3. novembre
4. février

Vul aan met het juiste bijvoeglijk naamwoord.
Les feuilles sont ....

1. blanc
2. blanche
3. blancs
4. blanches