H3: Ik kan een beeld vormen van kinderarbeid in de 19e eeuw, door:
S1: Ik kan 2 oorzaken en 2 gevolgen geven van het kinderwetje Van Houten. (r) (7.4.1)
S2: Ik kan door onderzoek verschillen benoemen tussen de arbeidsrechten van een kind van 16 in 2024 en een kind als fabrieksarbeider uit 1850. (i)
S3: Ik kan vanuit een bronanalyse beoordelen of een bron objectief of subjectief is. (t) (Oranje vlak onder tekst 7.4.1)