HOFF 6.3 Leenheren en leenmannen

6.3 Leenheren en leenmannen


KA12 Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.3 Leenheren en leenmannen


KA12 Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 6.3
6.3.1 Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij in de middeleeuwen was.
6.3.2 Ik kan uitleggen wat het feodalisme/leenstelsel is en waarom men dit gebruikten.
6.3.3 Ik kan uitleggen wie Karel de Grote was en wat zijn rol was in het ontstaan van het
 feodale systeem.

Slide 2 - Slide

Standenmaatschappij

Slide 3 - Slide

Feodalisme & Karel de Grote
  • Het Frankische Rijk veroverde een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 4 - Slide

Feodalisme & Karel de Grote
  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het feodalisme heet ook wel: leenstelsel.

Slide 5 - Slide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 6 - Slide

Feodalisme & Karel de Grote
Het Frankische Rijk valt uiteen:
  • Het rijk werd na de dood van Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk de Vrome steeds meer verdeeld en verdeeld en verdeeld...
  • De edelen die deze gebieden bestuurden, 'vergaten soms' dat zij dit gebied officieel nog steeds in leen hadden van hun leenheer!
  • Of ze leenden het weer verder uit aan achterleenmannen...

Slide 7 - Slide

Het leenstelsel:
leenheer vazallen zendgraven
Het Frankische Rijk van
Karel de Grote

Slide 8 - Slide

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 9 - Quiz

Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.

Slide 10 - Quiz

Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.

Is deze uitspraak goed of fout?
Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout

Slide 11 - Quiz

Video
Het Klokhuis: Karel de Grote

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Geef antwoord bij het leerdoel:
6.3.1 Ik kan uitleggen wat de standenmaatschappij in de middeleeuwen was.

Slide 14 - Open question

6.3.2 Ik kan uitleggen wat het feodalisme/leenstelsel is en waarom men dit gebruikten.

Slide 15 - Open question

6.3.3 Ik kan uitleggen wie Karel de Grote was en wat zijn rol was in het ontstaan van het
feodale systeem.

Slide 16 - Open question