Lesson 10 - Stars and Stripes - 2VM

Stars & Stripes
Lesson 10 and 11
8th and 10th of June, 2020
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Stars & Stripes
Lesson 10 and 11
8th and 10th of June, 2020

Slide 1 - Slide

Programme
  • Interviews
  • Preparation for the tests

Slide 2 - Slide

What do I do?
  1. Check je antwoorden van 26, op de volgende slides (met uitleg)
  2. Practise for test theme 6? >
    Oefentoets op Socrative: ANDRINGA1111
  3. Lees Forrest Gump en beantwoord de vragen achterin het boek
  4. Nog wat extra oefenen voor de toets?
    Werkboek: Test yourself, pagina 44, 45, 46

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Opdracht 26; vraag 1
Mum: You were really tired ,(1) weren't you?

onderwerp is you en je hebt te maken met de verleden tijd van to be= was/were, oftewel deze herhaal je. In de zin staat geen not of never dus is deze positief/bevestigend en dus maak je de aangeplakte vraag negatief/ontkennend door een vorm van not met het werkwoord samen te voegen= weren't 

Slide 5 - Slide

Opdracht 26; vraag 2
Phil: Yes, I guess I was. It's really late, (2) isn't it? Ten o' clock already

onderwerp is it en je hebt te maken met de tegenwoordige tijd van to be= is, oftewel deze herhaal je. In de zin staat geen not of never dus is deze positief/bevestigend en dus maak je de aangeplakte vraag negatief/ontkennend door een vorm van not met het werkwoord samen te voegen= isn't 

Slide 6 - Slide

Opdracht 26; vraag 3
Phil: You haven't had breakfast, have you?

onderwerp is you en je hebt te maken met de voltooid tegenwoordige tijd van to have= have (had), oftewel deze herhaal je. Aangezien er net als bij hulpwerkwoorden 2 werkwoorden staan, focus op het 1e werkwoord.
In de zin staat not of never dus is deze negatief/ontkennend en dus maak je de aangeplakte vraag positief/bevestigend= have.

Slide 7 - Slide

Opdracht 26; vraag 4
Phil: We're going to visit Hollywood Hill today, (4) aren't we?

onderwerp is we en je hebt te maken met de tegenwoordige tijd van to be= are, oftewel deze herhaal je. In de zin staat geen not of never dus is deze positief/bevestigend en dus maak je de aangeplakte vraag negatief/ontkennend door een vorm van not met het werkwoord samen te voegen= aren't 

Slide 8 - Slide

Opdracht 26; vraag 5
Phil: I'm very excited! All these attractions sound great, (5) don't they?

onderwerp is All these attractions (kan je vervangen met 'zij') en je hebt te maken met een ander werkwoord (dan to be, to have (got) en een hulpwerkwoord) dus dan gebruik je het werkwoord 'do'. In de zin staat geen not of never dus is deze positief/bevestigend en dus maak je de aangeplakte vraag negatief/ontkennend door een vorm van not met het werkwoord samen te voegen= don't

Slide 9 - Slide

Opdracht 26; vraag 6
Mum: We've also got tickets for a tour round Universal Studios, haven't we Frank?

onderwerp is we en je hebt te maken met het werkwoord have got en deze herhaal je. In de zin staat geen not of never dus is deze positief/bevestigend en dus maak je de aangeplakte vraag negatief/ontkennend door een vorm van not met het werkwoord samen te voegen= haven't we

Slide 10 - Slide

Opdracht 26; vraag 7
Phil: We can take photos there, (7) can't we?

onderwerp is we en je hebt te maken met het werkwoord can, oftewel een hulpwerkwoord (can, could, will, should) deze herhaal je. In de zin staat geen not of never dus is deze positief/bevestigend en dus maak je de aangeplakte vraag negatief/ontkennend door een vorm van not met het werkwoord samen te voegen= can't we

Slide 11 - Slide

Opdracht 26; vraag 8
Mum: You put the camera in my bag yesterday, (8) didn't you?

onderwerp is you en en je hebt te maken met put, een ander werkwoord (dan to be, to have (got) en een hulpwerkwoord) dus dan gebruik je het werkwoord 'do'. Je ziet ook yesterday in de zin staan, dus het gaat om de verleden tijd, dus zet je 'do' dus ook in de verleden tijd= did. 
In de zin staat geen not of never dus is deze positief/bevestigend en dus maak je de aangeplakte vraag negatief/ontkennend door een vorm van not met het werkwoord samen te voegen= didn't

Slide 12 - Slide

Hoe ging het?
Als je nog niet goed weet hoe de aangeplakte vragen werken, neem dan ook hier nog een kijkje (lees de info en bekijk de filmpjes): https://wietskeandringa.wixsite.com/firstaidenglish/f2vm

Snap je het daarna nog niet en je wil nog wat extra uitleg?
Stuur via Teams Chat een berichtje naar mevr. Andringa

Slide 13 - Slide