lesson 9 - stars and stripes - 2VM

Stars & Stripes
Lesson 9
4th of June
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

Items in this lesson

Stars & Stripes
Lesson 9
4th of June

Slide 1 - Slide

Programme
- General announcements
- self-study
- Let's check some answers!

Slide 2 - Slide

To-do list
  • Opdracht 25 (vandaag af)
  • Opdracht 26 (vandaag af)
  • Travel Log #3, vragen vertalen
  • Travel Log #3, antwoord
  • Travel Log #3, uitwisselen met je partner (check spelling, grammatica en inhoud)
  • Test yourself WB pagina 44+45 (zelf nakijken)

Slide 3 - Slide

Aangeplakte vragen

Hoe zat het 
ook alweer?

Slide 4 - Slide

Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 1: Kijk wie het meest belangrijke persoon/dier/ding in de zin. Deze word herhaald in de aangeplakte vraag.

Slide 5 - Slide

Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 2: Kijk of er in de zin een vorm van not/never staat. Zo ja, dan is de zin ontkennend en moet de aangeplakte vraag bevestigend zijn en ook omgedraaid. Staat er in deze zin een vorm van not/never? 

Slide 6 - Slide

Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 3: Kijk naar het werkwoord. Is het een vorm be (bv. I am, I was) of have got (you've got, they've had) of een hulpwerkwoord (can, could, should of will) > dan herhaal je dit werkwoord.

Is het een ander werkwoord? > dan gebruik je het werkwoord to do
I do, I don't/  she does, she doesn't /   we did > we didn't

Slide 7 - Slide

Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 1: Kijk wie het meest belangrijke persoon/dier/ding in de zin. Deze word herhaald in de aangeplakte vraag

Slide 8 - Slide

Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 2: Kijk of er in de zin een vorm van not/never staat. Zo ja, dan is de zin ontkennend en moet de aangeplakte vraag bevestigend zijn en anders omgedraaid. Staat er in deze zin een vorm van not/never? 

Slide 9 - Slide

Extra hulp - Stepping Stones, opdr 26
Stap 3: Kijk naar het werkwoord. Is het een vorm be (bv. I am, I was) of have got (you've got, they've had) of een hulpwerkwoord (can, could, should of will) > dan herhaal je dit werkwoord.

Is het een ander werkwoord? > dan gebruik je het werkwoord to do
I do, I don't/ she does, she doesn't / we did > we didn't

Slide 10 - Slide

Images used
https://www.tui.nl/p/vakantie/verenigde-staten/miami/

Slide 11 - Slide