• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Formatief hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5

Hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5

Slide 1 - Slide

proportie
A
getal dat aangeeft hoeveel procent iets is
B
reclame voor bepaalde ideeën of producten
C
verhouding
D
periode van tien jaar

Slide 2 - Quiz

authentiek
A
oorspronkelijk, hoe het vroeger was
B
gangen die met elkaar verbonden zijn

Slide 3 - Quiz

percentage
betekent:
A
meer dan andere
B
invloed
C
deskundigen
D
aantal

Slide 4 - Quiz

Jesse is commercieel ingesteld.

Wat is de betekenis van commercieel?
A
Gericht op zorg.
B
Gericht op eigenbelang.
C
Gericht op winst maken.
D
Gericht op techniek.

Slide 5 - Quiz

ostentatief
A
gewoonlijk
B
demonstratief
C
verstandig
D
gangbaar

Slide 6 - Quiz

Wat betekent het initiatief?
Ik vind dat een goed initiatief van jou
A
het eten, fruit
B
het voorstel, het idee
C
het voorbeeld, de uitleg

Slide 7 - Quiz

de limiet
A
invloed
B
verwonding
C
uiterste grens
D
plaats of plek waar iets gebeurt

Slide 8 - Quiz

Permanent?
Die winkel is permanent gesloten.
A
nooit
B
soms
C
blijvend, voor altijd
D
steeds in de avond

Slide 9 - Quiz

Wat is het naamwoordelijk gezegde?
In de zon zijn de beelden prachtig.
Dus het naamwoordelijk gezegde is: 

Slide 10 - Slide

Koppelwerkwoord

zijn, worden, blijven



Slide 11 - Slide

Voorbeeld
1. Zij is voorzitter.

Zij = onderwerp
Is = koppelwerkwoord 

Want het koppelt voorzitter aan zij.
Is, is een vorm van koppelwerkwoord zijn.

Slide 12 - Slide

Naamwoordelijk gezegde

Het naamwoordelijk gezegde zegt wat iemand of iets (het onderwerp) IS (of wordt of blijft).

Slide 13 - Slide

Soorten werkwoorden
Soort werkwoord
Kenmerken
Voorbeeld
Zelfstandig werkwoord
(fietsen, dansen, springen, kijken) 
- werkwoordelijk gezegde
- duidelijke betekenis
- heeft geen ander werkwoord nodig
- één per wg (andere ww zijn hww) 
Zijn vader zingt onder de douche. 
Koppelwerkwoord
(zijn, worden, blijven) 
- naamwoordelijk gezegde
- koppelt onderwerp aan naamwoordelijk deel
- één per ng (andere werkwoorden zijn hww) 
Hij wordt vast zanger. 
Hulpwerkwoord
(zijn , hebben, worden, zullen, willen, kunnen) 
- samen met zelfstandig ww: werkwoordelijk gezegde
Igor kan ook mooi zingen.
koppelwerkwoord met gezegde = naamwoordelijk gezegde
Sarah wil later dokter worden. 
wil dokter worden = naamwoordelijk gezegde
Soorten werkwoorden

Slide 14 - Slide

de apostrof

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Trema, apostrof, accenttekens

Slide 17 - Slide

 Trema, apostrof, accenttekens

Slide 18 - Slide

accenttekens 
sc_ne
enqe_te
priv_
cr_pepapier
barri_re
clich_
sat_



Slide 19 - Slide

Accenttekens
Met accenttekens geef je aan hoe je een woord uitspreekt.

  • accent aigu: streepje voorover
  • accent grave: streepje achterover
  • accent circonflexe: dakje
  • cedille: 'komma' onder de c

Slide 20 - Slide

More lessons like this

trema, apostrof, accenttekens en cedille

May 2024 - Lesson with 18 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

4.8 spelling apostrof, trema en accent

February 2023 - Lesson with 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

M3 4.8 spelling en 4.7 grammatica

February 2025 - Lesson with 45 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

trema, apostrof, accenttekens en cedille

October 2022 - Lesson with 30 slides
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

herhaling 4.5 4.7 en 4.8

May 2024 - Lesson with 10 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Spelling H4

April 2024 - Lesson with 31 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

spelling h4

January 2018 - Lesson with 24 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Tekens in woorden

February 2023 - Lesson with 26 slides
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings