Empirisme in de wetenschap

Empirisme in de wetenschap: empirische cyclus & Wiener Kreis
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Empirisme in de wetenschap: empirische cyclus & Wiener Kreis

Slide 1 - Slide

Kunnen we alles wat zinvol is over de werkelijkheid beschrijven met wetenschap?
Ja
Nee

Slide 2 - Poll

Het logisch positivisme: Wiener Kreis
Alleen empirisch toetsbare uitspraken zijn zinvol: wetenschap als empirisch bewezen kennis

Leerdoelen:
- Je kunt de positie van de Wiener Kreis uitleggen, vergelijken en evalueren
- Je kent de begrippen: logisch-positivisme, eenheidswetenschap, verificatieprincipe, linguistic turn, theoretische term, observatieterm

Slide 3 - Slide

Over welke deel van de werkelijkheid gaat de wetenschap volgens Kant?

Slide 4 - Open question

Fenomenaal
  • Wat wij met ons kenvermogen (aanschouwingsvormen en verstand categorieën) toegang toe hebben
  • Kennis mogelijk
  • Is gedetermineerd, d.w.z. alles wordt bepaald door een voorafgaande oorzaak
  • Hier gaat de natuurwetenschap over
Noumenaal
  • Wat wij met ons kenvermogen niet kunnen kennen
  • Domein van 'de dingen op zich', onafhankelijk onze waarneming/begrip
  • Kennis niet mogelijk
  • Hoewel niet kenbaar, wel denkbaar
  • Hierin ligt de mogelijkheid tot onze vrijheid en autonomie

Slide 5 - Slide

Onderzoek na Kant
  • Deels verder zoeken naar wat kennis mogelijk maakt/structuren van ons bewustzijn etc. (fenomenologie, existentialisme)
  • Deels focus op wat we kunnen waarnemen en ervaren -> empirische wetenschap

  • Deze les: empirische cyclus als omschrijving en ideaal van wetenschap
  • De wetenschapsfilosofie van de logisch-positivisme: de Wiener Kreis

Slide 6 - Slide

Empirische cyclus
  • Dit suggereert dat hypotheses worden afgeleid uit neutrale, onbevooroordeelde observaties
  • Idee dat wetenschappelijke kennis bewezen wordt doordat deze is ontleend aan observatie en in toetsing blijkt of hypotheses overeenstemmen met geobserveerde feiten

Slide 7 - Slide

Welke kritiek kun je met Hempel formuleren genoemde uitgangspunten?

Slide 8 - Open question

Wetenschappelijke wereldbeschouwing
De Weense Kring wil komen tot een wetenschappelijke wereldbeschouwing

Positief : echte kennis wordt alleen door de wetenschappen geboden en deze kennis moet de leidraad zijn voor de verdere vormgeving van onze werkelijkheid
Negatief: alle metafysica en religie wordt afgewezen

Slide 9 - Slide

 Auguste Comte (1798-1857)
A general theory of positivism
3 stadia van menselijke kennis
- Religieus (goddelijke wil, openbaring)
- Metafysisch (essenties, denken) 
- Wetenschappelijk (natuurwetten, waarneming)

Positivisme: filosofie baseert zich alleen op waarneembare feiten
Grote inspiratiebron Wiener Kreis

Slide 10 - Slide

Wetenschappelijke wereldbeschouwing
Fundament voor hun wereldbeschouwing is de eenheidswetenschap: één overkoepelende theorie van de gehele werkelijkheid.

Uitgangspunt: de moderne natuurkunde. De ultieme kennis van de werkelijkheid kan verkregen worden met de natuurwetenschappelijke methodevan onderzoek en uitgedrukt worden in natuurkundige begrippen. De achterliggende gedachte daarbij is natuurlijk dat de totale werkelijkheid uit niets anders bestaat dan fysische dingen –uit materie.

Slide 11 - Slide

Eenheidswetenschappen
De eeuwige strijd tussen pluralistenen unificationisten

• Beruchte pluralist: Aristoteles
– principieel verschillende wetenschappen, bijvoorbeeld qua nauwkeurigheid/algemeen geldigheid
– onderscheid ondermaans/bovenmaans
• Beruchte unificationist: Descartes
– een wetenschappelijke methode (vgl. analytische meetkunde = ruimte meetkunde met algebraïsche methode)
– homogeen universum

Slide 12 - Slide

The linguistic turn - taalfilosofie
  • Als alle kennis wordt geleverd door de natuurwetenschap, wat doet de filosofie dan nog?
  • Filosofie heeft tot taak om te laten zien waaróm kennis alleen verkregen kan worden door natuurwetenschappelijk onderzoek. De Weense Kring ziet filosofie als taalfilosofie (ook wel taalkritiek of logische analyse genoemd)
  • Deze opvatting van filosofie (en de blauwdruk voor de inhoudelijke uitwerking) ontleent de Weense Kring voor een belangrijk deel aan de Tractatus logico-philosophicus van Ludwig Wittgenstein (1889-1951)

Slide 13 - Slide

De invloed van Wittgenstein
Aan Wittgenstein Tractatusontleent de WeenseKring de volgende ideeën:

1) De visie op het onderscheid tussen analytischeen synthetische uitspraken. Dit onderscheid is eigenlijk hetzelfde als Hume’s fork.
2) De gedachte dat bepaalde kennis (bijv. metafysica) onmogelijk is, omdat het uitgedrukt wordt in betekenis-of zinloze taal.
3) De opvatting over de aard en functie van de filosofie (en dus ook de wetenschapsfilosofie).

Slide 14 - Slide

De invloed van Wittgenstein
1) De visie op het onderscheid tussen analytische en synthetische uitspraken.

Alle analytische uitspraken zijn of contradicties of tautologieën –uitspraken waarvan de waarheid kan worden vastgesteld op basis van de vorm alleen. Alle synthetische uitspraken zijn empirische uitspraken die waar zijn op basis van hun inhoud. Dit betekent dat de waarheid van deze uitspraken alleen kan worden vastgesteld door een beroep op de ervaring.


Dit onderscheid is eigenlijk hetzelfde als Hume’s fork.

Slide 15 - Slide

De invloed van Wittgenstein
2) De gedachte dat bepaalde kennis (bijv. metafysica) onmogelijk is, omdat het uitgedrukt wordt in betekenis-of zinloze taal. Taal namelijk die niet verwijst naar feiten. Met andere woorden: de Weense Kring bestrijdt de metafysica niet inhoudelijk (zo van: dat of dit idee is niet juist), maar door de hele onderneming op fundamentele gronden voor onmogelijk te verklaren. Vergelijk de volgende stellingen uit de Tractatus:

4.024 Een zin begrijpen, wil zeggen, weten wat het geval is wanneer hij waar is.
1 De wereld is alles wat het geval is. De wereld is het geheel van de feiten […].
4.001 Het geheel van de proposities is de taal.
4.11 Het geheel van de ware proposities is de gehele natuurwetenschap.
7 Waarover men niet spreken kan, daarover moet men zwijgen.

Slide 16 - Slide

De invloed van Wittgenstein
3) De opvatting over de aard en functie van de filosofie (en dus ook de wetenschapsfilosofie). Deze opvatting drukt Wittgenstein in de Tractatus als volgt uit:


4.111 De filosofie is geen natuurwetenschap.
4.112 Het doel van de filosofie is de logische verheldering van gedachten. De filosofie is geen leer, maar een activiteit.
Een filosofisch werk bestaat in wezen uit toelichtingen.
De filosofie leidt niet tot ‘filosofische proposities’, maar tot verheldering van proposities.
De filosofie moet gedachten die anders als het ware troebel en vaag zijn, duidelijk maken en scherp afgrenzen.

Slide 17 - Slide

Wetenschapsfilosofie
De wetenschapsfilosofie van de Weense Kring heeft drie uitgangspunten:


1. de (huidige) natuurwetenschappen zijn het prototype van wetenschappelijke kennis
2. een wetenschapsfilosofie geeft een analyse van de wijze waarop de taal van deze wetenschappen verwijst naar de werkelijkheid
3. door deze analyse krijgen we een algemene wetenschapsfilosofie die een antwoord geeft op de vraag wat echte wetenschap is

Slide 18 - Slide

De kern: het verificatieprincipe
“Wanneer ik in principe niet in staat ben een uitspraak te verifiëren, dwz. wanneer ik absoluut niet weet wat ik moet doen om haar waarheid of onwaarheid vast te stellen, dan weet ik kennelijk niet wat de uitspraak beweert.”

“Wanneer er tussen de situatie dat de uitspraak waar is en de situatie dat ze niet waar is, geen verifieerbaar verschil bestaat, dwz. wanneer een uitspraak zodanig is dat de wereld gelijk blijft of ze nu waar of niet waar is, dan zegt die uitspraak niets over de wereld. Ze is loos en communiceert niets.”

Slide 19 - Slide

De kern: het verificatieprincipe
Verificatieprincipe: Een (niet-logische) uitspraak p begrijpen betekent, in principe kunnen specificeren onder welke empirische condities p waar is, dat wil zeggen: kunnen specificeren hoe p in principe empirisch geverifieerd kan worden

Verifiëren: De waarheid van een propositie onderzoeken of de waarheid van een propositie middels dat onderzoek vaststellen

Empirie: de zintuiglijke ervaring

De gehele wetenschapsfilosofie van de logisch-positivisten is een consequente uitwerking van dit kernidee

Slide 20 - Slide

Welke kritiek zou je kunnen leveren op het verificatieprincipe van de Weense kring?

Slide 21 - Open question

Verificatieprincipe te streng
Verificatieprincipe
– Het probleem van wetten
– Het probleem van theoretische termen
  • volledige vertaling in observatieterm (theorie als afkorting/instrument)
     – verklaringsdiepte van theoretische termen
  • operationele definitie
     – intelligentie
• Verificatieprincipe is te streng: zelfs de natuurkunde is geen wetenschap…
• Confirmatieprincipe: een synthetische uitspraak p heeft betekenis als de waarheid of onwaarheid van p empirische consequenties heeft.

Slide 22 - Slide

Problemen logisch-positivisme
De logisch-positivisten blijken met hun idee van taalkritiek niet goed in staat om aan te geven wat wetenschap onderscheidt van niet-wetenschap.

Er is een opvatting van wetenschap nodig die een ander demarcatiecriterium formuleert.

Een mogelijkheid is het idee dat wetenschappelijkheid berust op de kritische houding van de wetenschapper. Deze opvatting van wetenschap is het meest systematisch uitgewerkt door Karl Popper.

Slide 23 - Slide

Het logisch positivisme: Wiener Kreis
Alleen empirisch toetsbare uitspraken zijn zinvol: wetenschap als empirisch bewezen kennis

Leerdoelen:
- Je kunt de positie van de Wiener Kreis uitleggen, vergelijken en evalueren
- Je kent de begrippen: logisch-positivisme, eenheidswetenschap, verificatieprincipe, linguistic turn, theoretische term, observatieterm

Slide 24 - Slide