Je gaat eerst een uitlegfilmpje kijken, dan komen opgaven en stukjes uitleg. Op het eind kun je kiezen voor meer opgaven op hetzelfde niveau of voor extra uitdagende opdrachten.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Doel: leren rekenen met molariteit
J
Je gaat eerst een uitlegfilmpje kijken, dan komen opgaven en stukjes uitleg. Op het eind kun je kiezen voor meer opgaven op hetzelfde niveau of voor extra uitdagende opdrachten.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat is de eenheid van molariteit?
A
mol
B
g/L
C
mol/L
D
L/mol
Slide 3 - Quiz
Zoë heeft 200 mL van een drankje met daarin 0,010 M glucose. Ze drinkt de helft op. Wat is de molariteit van glucose in de oplossing die ze over houdt?
A
0,0050 M
B
0,010 M
C
0,020 M
D
1,8 g/L
Slide 4 - Quiz
Hindrik heeft 100 mL 0,10 M glucose. Hij voegt 900 mL water toe. Wat is de molariteit van glucose dan?
A
0,10 M
B
0,011 M
C
0,010 M
D
1,0 M
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Als je weet hoeveel gram van een stof in hoeveel L is opgelost. Hoe bereken je dan de molariteit?
A
delen door de molaire mass en delen door het volume van de oplossing
B
keer de molaire massa en delen door het volume van de oplossing
C
delen door de molaire massa en vermenigvuldigen met het volume van de oplossing
D
vermenigvuldigen met de molaire massa en vermenigvuldigen met het volume van de oplossing
Slide 15 - Quiz
Sjakeline lost 400 mg aluminiumsulfaat op in 200 mL water. Bereken de molariteit van de ionen in de oplossing die ze krijgt.
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Video
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Welke vergelijking hoort bij het indampen van kalkwater? Zie binas 66A.
A
Ca(OH)2 (s) --> Ca2+(aq) + 2 OH-(aq)
B
K+(aq) + OH-(aq) --> KOH (s)
C
Ca2+(aq) + CO32-(aq) --> CaCO3
D
Ca2+ (aq) + 2 OH-(aq)--> Ca(OH)2 (s)
Slide 25 - Quiz
Mark dampt 400 mL 0,010 M kalkwater in. Bereken hoeveel gram vaste stof hij over houdt.
Slide 26 - Open question
Op de volgende slide staat een link waar je extra oefenopgaven kunt downloaden. Snap je alles al? Ga twee slides verder en bekijk het filmpje rekenen aan reacties in oplossing.
Slide 27 - Slide
https:
Slide 28 - Link
Slide 29 - Video
Maak de volgende twee opdrachten. Zet het beeld stil, maak de vraag en laat het filmpje dan verder spelen voor het antwoord. Dit zijn 2 extra uitdagende opdrachten.