V2 WEEK 45 - les 2 Kapitel 3 (dagen)

Du brauchst: laptop
Heute:
Mittwoch 10 November 2021
Woche 45
Herbst
1 / 42
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Du brauchst: laptop
Heute:
Mittwoch 10 November 2021
Woche 45
Herbst

Slide 1 - Slide


- Tagen der Woche
- Übungen
- Aktuelles

- aan het einde van de les ken ik de weekdagen in het Duits
- aan het eind van de les weet ik meer van de Berliner Mauer

Was machen wir heute?
Lernziele:

Slide 2 - Slide

Maar eerst nog even...
Jullie moesten woordjes leren 
Hoe en hoe vaak hebben jullie de woordjes geleerd?

Slide 3 - Slide

het proefwerk
A
die Prüfarbeit
B
die Klassenarbeit
C
die Prüftest
D
die Klassenprüfung

Slide 4 - Quiz

Economie
A
Erdkunde
B
Sozialkunde
C
Wirtschaft
D
Geschchte

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van "das Fach" (vak)?
A
die Fachs
B
die Fachen
C
die Fächer
D
die Fächs

Slide 6 - Quiz

Vertaal naar het Duits:
"geschiedenis"

Slide 7 - Open question

Vertaal naar het Duits:
"economie"

Slide 8 - Open question

Vertaal "saai" naar het Duits
A
toll
B
leicht
C
schwierig
D
langweilig

Slide 9 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr.
B
Es ist halb fünf .
C
Es ist Viertel vor neun.

Slide 10 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr fünfunddreißig.
B
Es ist fünf vor halb zehn.
C
Es ist fünf nach halb zehn.

Slide 11 - Quiz

Wie spät ist es?

Slide 12 - Open question

Vertaal "Hoe laat is het?"

Slide 13 - Open question

Und jetzt:
die Tagen der Woche

Slide 14 - Slide

9

Slide 15 - Video

00:40
Was stimmt?
A
Frans - Lundi Engels - Monday Duits - Montag
B
Frans - Jour de Lune Engels - Monday Duits - Montag
C
Frans - Lundi Engels - Day of the moon Duits - Montag

Slide 16 - Quiz

00:55
Wat dachten ze in de antieke oudheid?
A
In de antieke tijd dacht men dat de planeten goden waren en kregen ze allemaal een dag om te eren.
B
Sterren en planeten, kregen allemaal een eigen god en die kregen allemaal een eigen dag.

Slide 17 - Quiz

01:24
In Frankrijk namen ze de namen van de week klakkeloos over, maar in Duitsland niet, waarom niet?
A
In Duitsland waren ze het er niet mee eens en dus verzonnen ze zelf verhalen achter de weekdagen.
B
In Duitsland gooide het Germaanse rijk (en haar goden) roet in het eten. Ze gaven eigen betekenis aan de namen.

Slide 18 - Quiz

01:51
Mars is de god van de dinsdag, in het Frans: mardi genaamd, maar waarom heet Dienstag dan zo in het Duits?
A
Mars was altijd heel dienstbaar dus daarom heet Dienstag zo.
B
In de Germaanse tijd was Tyr/Tiu ook wel Mars Thingsus de tegenhanger van Mars, daarom heet Dienstag zo.

Slide 19 - Quiz

02:25
Mercure is de god van woensdag. In het Frans Mercredi, maar in het Duits heet de woensdag dus Mittwoch.

Hoe zit dat?
A
In de Germaanse tijd werd de god Mitt gekoppeld aan Mittwoch.
B
Mittwoch betekent eigenlijk gewoon "midden van de week" een verzoek van de Katholieken om de heidense invloeden van de Germaanse goden weg te vagen.

Slide 20 - Quiz

02:49
Donderdag had Jupiter als gekoppelde god. In het Frans: Jeudi. Maar in Duitsland dus Donnerstag, hoe zit dat?
A
De gelijkwaardige Germaanse god was Donar/Thor. In Duitsland maakten ze er dus Donnerstag van en in Engeland Thursday.
B
Donderdag, de naam zegt het al. Het donderde altijd op deze dag, dat kwam door de god Donar en daarom heet deze dag Donnerstag.

Slide 21 - Quiz

03:06
De godin van de liefde is de oorzaak van de naam Vendredi, Vrijdag, Freitag en Friday. Hoe heette deze godin in de antieke tijd en haar evenbeeld in het Germaanse rijk?
A
Hera en Freya
B
Venus en Freya

Slide 22 - Quiz

03:23
Saturnus is de grondlegger van "Samstag"?
A
Nee, dat geldt alleen voor Saturday. Voor Samstag wordt verwezen naar Sabati dies een rustdag in het Joodse geloof.
B
Dat klopt helemaal. Eindelijk wat logica in dit verhaal.

Slide 23 - Quiz

03:40
Waarom verschillen Dimanche (zondag in het Frans) en Sonntag (zondag in het Duits) zoveel van elkaar?
A
De Fransen hebben de naam gegeven aan de "dag des heren": Domenica Dies. De Duitsers hebben het gekoppeld aan de zon.
B
Dima is zon in het Frans en daarom hebben ze het Dimanche genoemd

Slide 24 - Quiz

Sleep de juiste Duitse dag naar de juiste Nederlandse dag
Montag
Dienstag
Donnerstag
Mittwoch
Freitag
Samstag
Sonntag
Maandag
Woensdag
Dinsdag
Vrijdag
Donderdag
Zaterdag
Zondag

Slide 25 - Drag question

Hausaufgaben für Dienstag
Machen Übung 3+4
Machen Übung 9 bis 12 (Seiten 70-71)
Lernen: Wörter Kapitel 3  bis "nächste Woche" 

Jetzt ist es Zeit für etwas Aktuelles:

Slide 26 - Slide

Mauer - 9 nov 1989
Mauer - 6 nov 2021

Slide 27 - Slide

Was weißt du von der Berliner Mauer

Slide 28 - Mind map

5

Slide 29 - Video

Und jetzt


hören wir ein niederländisches Lied über die Mauer. 
Schaut die Bilder und hört das Lied!

Slide 30 - Slide

2

Slide 31 - Video

00:08
Oost Berlijn

Slide 32 - Slide

01:46
West Berlijn

Slide 33 - Slide

Welke verschillen zie/hoor je tussen Oost en West Berlijn?

Slide 34 - Open question

Unterschieden zwischen Ost und West
BRD  VS  DDR              
wirtschafliche Wohlstand VS die Armut                                                
           westliche Produkte VS leere Regale und nur eine Wahl
                  Reisen VS reisen nur im Osten     
Freiheit VS Stasi                   

Slide 35 - Slide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

00:44
De regering in de DDR was erg streng en bepaalde veel. Wat kon je nog wel zelf bepalen
A
Bücher: welke boeken je wil lezen.
B
Musik: welke muziek je graag luistert
C
Meinung: wat je ergens van vindt.
D
Bettzeit: hoe laat je naar bed wil gaan.

Slide 37 - Quiz

00:57
Steeds meer mensen verlieten de DDR. Wat gebeurde er toen?
A
De BRD ging de grenzen steeds beter bewaken.
B
De DDR zorgde voor steeds meer grensbewaking.

Slide 38 - Quiz

01:19
Was geschah am 13 August 1961 in Berlin?
A
De grenzen werden gesloten, en de muur werd gebouwd.
B
Er werden plannen gemaakt om een muur te bouwen.
C
Er was een grote opstand

Slide 39 - Quiz

01:26
Waar zorgde de bouw van de muur voor?
A
Voor veel extra werkgelegenheid en dus meer koopkracht.
B
Dat je je vrienden en familie die in dezelfde stad woonde niet meer kon zien.
C
De waarde van de DDR-munt (Pfennig) steeg ineens enorm.
D
Eindelijk kon je weer vrij reizen.

Slide 40 - Quiz

01:55
Hoeveel jaar heeft de muur Berlijn gescheiden (alleen getal opschrijven).

Slide 41 - Open question

Slide 42 - Slide