Samenvatting 2H P2 Frans

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Les buts du cours
Résumer! 

Slide 2 - Slide

Tips voor de toets:
- LEES de vraag eerst goed
- Moet je in het Frans of NL antwoorden?
- Let op accenten! 
- Als je het niet weet, ga naar de volgende vraag, maar; 
- Probeer bij alles wat in te vullen! 
- Schrijf duidelijk:) 

Slide 3 - Slide

Ontkenning maken
  • Weet je wat een ontkenning is
  • Weet je uit welke twee delen de ontkenning bestaat
  • Weet je waar in een zin je de ontkenning plaatst

Slide 4 - Slide

Ontkenning
Wat is een ontkenning?

- Als je zegt dat iets niet zo is

* Ik kijk geen film
* Ik houd niet van pizza

Slide 5 - Slide

In het Frans
Je regarde un film     -   Ik kijk een film
Je ne regarde pas un film -  kijk geen film

Il aime la pizza  -  Hij houdt van pizza
Il n'aime pas la pizza - Hij houdt niet van pizza

Slide 6 - Slide

Oftewel..
De Franse ontkenning bestaat uit TWEE delen: 

1) ne/n': deze plaats je vóór het werkwoord
2) pas: deze plaats je direct achter het werkwoord
Dit betekent: Geen/niet

Tu as un chien  -  Jij hebt een hond
Tu n'as pas un chien  - Jij hebt geen hond



Slide 7 - Slide

Stappenplan
1. Onderstreep het werkwoord in de zin
2. Zet ne/n' vóór het werkwoord
3. Zet pas achter het werkwoord

* Ne verandert in N' als het volgende woord begint met een klinker of een h.

Slide 8 - Slide

Excercice
Maak de onderstaande zinnen ontkennend:

1) Je commande un coca
2) Mélanie adore les films romantiques 
3) Elle regarde une série sur Netflix
4) Emmanuel danse toute la nuit
5) Vous avez une voiture?

Slide 9 - Slide

Corriger

1) Je ne commande pas un coca
2) Mélanie n'adore pas les films romantiques 
3) Elle ne regarde pas une série sur Netflix
4) Emmanuel ne danse pas toute la nuit
5) Vous n'avez pas une voiture?

Slide 10 - Slide

Ontkenning stap 2

Slide 11 - Slide

Overzicht
Ne/n' ......... pas                    (Niet/Geen)

Ne/n' ......... plus                   (Niet meer)
Ne/n' ......... jamais              (Nooit)
Ne/n' ......... rien                    (Niets)
Ne/n' ......... pas encore     (Nog niet)
DIT NOTEER JE IN JE SCHRIFT

Slide 12 - Slide

Er is/Er zijn
Er is/Er zijn = il y a
de ontkennende vorm is
Er is geen/ Er zijn geen = Il n'y a pas

Er is een zon = Il y a un soleil
Er is geen zon = Il n'y a pas d'un soleil

Slide 13 - Slide

Exercice
Maak de onderstaande zinnen ontkennend

1) Je suis un élève (geen)
2) Il est au cinéma (nooit)
3) Le prof raconte (niets)
4) Vous êtes arrivés (nog niet)
5) Elle est mon amie (niet meer)

Slide 14 - Slide

Corriger
Maak de onderstaande zinnen ontkennend

1) Je ne suis pas un élève (geen)
2) Il n'est jamais au cinéma (nooit)
3) Le prof ne raconte rien (niets)
4) Vous n'êtes pas encore arrivés (nog niet)
5) Elle n'est plus mon amie (niet meer)

Slide 15 - Slide

Oefenen:
Kijk nog eens goed naar oefening  16, 17, 18, 19 van H5

Slide 16 - Slide

Vraag stellen
Ik weet op welke manieren ik een vraag kan stellen in het Frans

Slide 17 - Slide

3 manieren:
- ?
- Est-ce que/qu'
- Vraagwoord + est-ce que/qu' + rest van de zin

Slide 18 - Slide

EST-CE QUE
Est-ce que staat altijd vooraan de zin!

Behalve: als er een vraagwoord in de zin staat.
(qui,quand, comment, où, etc.)
Dan begin je met het vraagwoord en vervolg je de zin met 'est-ce que'

  • Est-ce que tu vas à l'hôpital?
  • Quand est-ce que tu vas à l'hôpital?

Slide 19 - Slide

Les questions

Slide 20 - Slide

Oefenen:
Kijk nog eens goed naar oefening 30 en 31 van H5

Slide 21 - Slide

Leesvaardigheid

Slide 22 - Slide

Opmaak:

- Titel
- Afbeeldingen
- Tussenkopjes
- Bron/schrijver
Verwerken:

- Inleinding
- Kern
- Conclusie 


Slide 23 - Slide

Veel voorkomende woorden/vragen: 
- souligne = onderstreep
- traduis/traduire = vertaal
- mot/mots = woord/woorden
- Lis/lire = lees/lezen
- choisis/ choisir = kies/kiezen
- Répond/réponse = antwoord
- complète = maak compleet

Slide 24 - Slide

Oefenen:
Kijk goed naar oefening 9 t/m 11 en 23 t/m 26 van H5

Slide 25 - Slide

Fin du cours
Au revoir! 

À la prochaine!

Bonne journée!

Slide 26 - Slide