Deel 2 trafo

1 / 19
next
Slide 1: Slide
ElektrotechniekMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

En hoe sta je er vandaag in ?
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Weer even kennis ophalen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat een transformator?
A
twee spoelen
B
twee spoelen en een weekijzeren verbinding
C
twee spoelen, een weekijzeren verbinding en een schakelaar
D
een dynamo en een turbine

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een transformator kan transformeren naar een:
a) lagere spanning
b) één-op-één gelijke spanning
c) hogere spanning
A
A en C
B
A
C
A , B en C
D
B en C

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke isolatie kan er tussen de week ijzeren lamellen zitten?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Hoe noemen we de secundaire spanning van een trafo en weet je ook nog de formule van deze spanning?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Welke verliezen kennen we bij een trafo?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

De primaire spoel van een transformator is aangesloten op een accu van 24 volt.
Waardoor werkt deze transformator niet?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De formule(s)
  • Up (U1) = primaire spanning [V]
  • Us (U2) = secundaire spanning [V]
  • N1 (= primaire aantal wikkelingen
  • N2 = secundair aantal wikkelingen
  • Is (I1) = primaire stroom [A]
  • Ip (I2) = secundaire stroom [A]
  • P1 = vermogen primair [W]
  • P2 = vermogen secundair [W]
  • Ps = schijnbaar vermogen [VA]





op bord

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Op een transformator met Np=100 en Ns=500 wordt primair een wisselspanning van 50,0 V aangesloten. Hoe groot is Us?

A
10V
B
250V
C
25V

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Een transformator in een lasapparaat heeft 460 primaire windingen en wordt op de
netspanning aangesloten. Er zijn maar 2 secundaire wikkelingen.
a) Bereken de secundaire spanning?
Een laselektrode met een weerstand van 0,0025 ohm wordt op de trafo aangesloten.

c) Bereken het vermogen dat de elektrode afneemt?
b) Bereken de stroomsterkte door de elektrode?
d) Het stopcontact is beveiligd met 10 A is deze beveiliging afdoende tijdens het lassen?

Slide 13 - Slide

a) Up= 230V, Np= 460 Ns= 2 Us=?
Up/Us=Np/Ns= 230/Us=460/2 => Us= 1V

b) Us=1V en Rb=0,0075 ohm dus I=U/R
I=1/0,0025= 400A

c) P=UxI= 1Vx 400A = 400Watt

d)Ip=Pp/Up= 400/230 = 1,8A
of Up/Us=Is/Ip = 230/1=400/Ip

check Pp=UI=230Vx1,734A=400W
Ps=UI= 1Vx400A=400W

Dus JA

Een telefoonoplader is aangesloten op het lichtnet (230 V). Hij transformeert de spanning naar 5 Volt. Op de primaire spoel zitten 460 windingen. Bereken het aantal windingen op de secundaire spoel?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Nu gaan jullie opgave 1 t/m 4 maken!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wikkelverhouding en transformatorverhouding
Wikkelverhouding n = N1/N2  of  N1= n x N2

Trafoverhouding K = U1/U2 of U1 = K x U2

K < 1 = secundaire spanning hoger
K > 1 = secundaire spanning lager
vb som en opgaves

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Nu gaan jullie opgave 7 t/m 10 maken!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Extra opgaves tot einde les!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions