Week 21 P2 H2 SS book B hs4 E F G (C & C) SPEAKING PRESENTATIONS hlk

• English
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Week 21

docent.somtoday.nl

Waar moet ik zitten?

Plattegrond

5 min

Waar moet ik zitten?

Plattegrond

ZH2B           

5 min

Book Project  - The Giver 

Opdracht 1 in de klas 17.02.25

In de klas ga je een samenvatting van het boek schrijven.

H2 - Je moet een aantal vragen over het boek beantwoorden.

Je mag je hierop voorbereiden en je boek meenemen naar de klas. Maar je mag de opdracht alleen op die dag in de klas maken.

Dit is 50% van je eindopdracht en cijfer.

Opdracht 2 in de klas 10.03.25

Extra hoofdstuk (150-200 woorden)

H2 - Schrijf een extra hoofdstuk van het verhaal. Het kan gaan over wat er gebeurde voordat het verhaal begon of nadat het eindigde. Zorg ervoor dat het verband houdt met het verhaal; wees creatief! 

Maar je mag de opdracht alleen op die dag in de klas maken.

Dit is 50% van je eindopdracht en cijfer.

Reminders - period 2

Herinnering: 'Schrijfhuiswerk voor les 2, deze week'.

SO over grammatica, van hoofdstukken 3 en 4 in de week van 3 maart. Voor een cijfer.

Wees klaar om uw 'Los Angeles'-presentaties te geven.

Numo laatste dag 14 maart. Voor een cijfer. Drie uur = cijfer G.

Herinnering - STARTKLAAR?

W

Startklaar

Planning

Wat gaan we doen?

Programma deze week 

• Voorkennis/actualiteit
  
• Aantekeningen maken
  
• Uilteg nieuwe stof
  
• Opdrachten maken
  
• Doelencheck
  
• Afsluiting

Regels

• Als de docent aan het   woord is, ben je stil.
• Vinger opsteken als je wat   wil vragen / zeggen.
• Spullen niet in orde =   nablijven en strafwerk
• Start klaar!!

1 min

Planning

Wat gaan we doen?

Wat heb je nodig tijdens  Engelse les. 

• Werkboek
• Pen 
• Actieve werkhouding
• Glimlach

Planning 

1 min

Listening to support story writing 

STARTING ACTIVITY 

jr.brainpop.com

 Herhaling

Countable 

& uncountable nouns 

T

Hoe hoge hoe kouder.

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Why do we say, a banana and an orange?

johandewitt-my.sharepoint.com

Een eenvoudige uitleg!

ell.brainpop.com

Een eenvoudige uitleg! Grammatica film

ell.brainpop.com

     Leerdoelen 

I can use a little, a few, a lot of, lots of  to write about a shop.

I can understand a clip about people talking about living in London.

I can understand a text about shopping habits.

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen

Leerdoel 1

 I can use a little, a few, a lot of, lots of  to write about a shop.

Hoe hoge hoe kouder.

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

1. Werk in tweetallen. 

2. Lees het artikel.

 

3. Wat betekenen de vetgedrukte woorden? 

4. Bespreek dit met je klasgenoot.

29a

26

We use quantifiers when we want to give someone information about the number of something: how much or how many.

A

27

In English we call these words: Quantifiers

apps.noordhoff.nl

Zelf aan de slag

Wat - Beantwoord vraag 30 op pagina 27. Vul de gaten in.  

Er kan meer dan één antwoord juist zijn.

Hoe - alleen in stilte

Hoelang -  zie timer

Klaar? -  controleer je spelling

Hulp nodig - steek je vinger op docent loopt rond

Uitkomst - we zullen een aantal van uw antwoorden lezen

hoogte

warmer

nat, droog

30

27

Gebruik grammatica 7 p. 27, als hulpmiddel

                Tip

Bepaal eerst of je een woord moet invullen voor een klein getal of bedrag ((a) little, (a) few, some, any) of een groot getal of bedrag (a lot of, lots of, much, many). 

Kijk dan naar het zelfstandig naamwoord (kun je het tellen of niet?). 

Let op: als de betekenis 'weinig' is, gebruik je 'few' of 'little' zonder 'a'.

You use (a) little and (a) few to say there is a small number or amount of something.

You use a few and few before nouns you can count.

You use little and a little before nouns you cannot count. 

Zelf aan de slag

Wat - Een schrijfopdrachtvraag 33 op pagina 29. 

Ik zal u een goed voorbeeld laten zien.

Hoe - alleen in stilte

Hoelang -  zie timer

Klaar? -  controleer je spelling

Hulp nodig - steek je vinger op docent loopt rond

Uitkomst - we zullen een aantal van uw antwoorden lezen

hoogte

warmer

nat, droog

Je opent je eigen winkel. Schrijf over:

1. Wat voor soort winkel je hebt;

2. Welke items je in je winkel hebt;

3. Hoeveel items je hebt.

Gebruik 75-100 woorden om je winkel te beschrijven. Gebruik woorden uit Grammar 7 ten minste vijf keer.

Example:

My shop is a rugby shop. I sell a lot of different rugby balls and I have a few other kinds of balls, such as footballs and some tennis balls, but most of them are rugby balls. I sell a few rugby shirts from famous teams like the Springboks, the All Blacks, England, Wales, and Ireland. I have a television in the shop so I can watch a lot of rugby matches while I’m at work.

Evalueer je werk.

Hoe heb je het gedaan in de oefening?

1. Ik schreef over het type winkel dat ik heb.

2. Ik schreef over de items in mijn winkel.

3. Ik schreef over hoeveel items ik in mijn winkel heb.

4. Ik gebruikte Grammar 7, bijvoorbeeld: ik verkoop veel verschillende rugbyballen en ik heb een paar andere soorten ballen.

Leerdoel 2

I can understand a clip about people talking about living in London.

A

Hoe hoge hoe kouder.

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Attraction: The London Eye

Shopping

Visit a museum

Discussion 

Listen and choose the best answer 

  

   

                                                         Sticker time! 

38b

32

Listen and choose the best answer 

  

   

                                                         Sticker time! 

38b

32

Listen and choose the best answer 

  

   

                                                         Sticker time! 

38b

32

Listen and choose the best answer 

  

   

                                                         Sticker time! 

38b

32

Zelf aan de slag

Wat - Beantwoord vraag 40 op pagina 33. 

Hoe - alleen in stilte

Hoelang -  zie timer

Klaar? -  controleer je spelling

Hulp nodig - steek je vinger op docent loopt rond

Uitkomst - we zullen een aantal van uw antwoorden lezen

hoogte

warmer

nat, droog

Gebruik dit als je niet weet wat de woorden betekenen.

  

   

                                                         Sticker time! 

49

  

   

                                                         Sticker time! 

40

33

1 These streets are chaotic in rush hour.

2 Tom borrowed a large amount of money so he could buy a computer.

3 This particular type of dog is good at hunting.

4 He doesn’t dance unless there’s a really good song playing.

  

   

                                                         Sticker time! 

Leerdoel 3

I can understand a text about shopping habits.

B

Hoe hoge hoe kouder.

Hoe verder van de evenaar hoe kouder.

42

34

Waaraan geeft u uw geld uit als u gaat winkelen?

Stap 1: Lees het zelf.

Stap 2: Onderstreep de woorden die je niet kent.

Stap 3: We gaan het samen lezen.

35

Exam Tip

43b

34

Meerkeuzevragen

43b

36

Meerkeuzevragen

43b

34

43b

36

     Grote afsluiting

Can you use a little, a few, a lot of, lots of,  to write about a shop?

Can you understand a clip about people talking about living in London?

Can you understand a text about shopping habits?

Grote lesafsluiting (5 min)

De grote lesafsluiting vindt plaats aan het eind van de les, na de zelfstandige verwerking. Controleer begrip en werkhouding.

Leerlingen geven feedback over wat ze hebben geleerd en reflecteren op hun werkhouding.

Reflectiegesprek, leerlingen geven elkaar feedback