What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Zinnen basis 1
Zinnen lezen
zinnen basis 1
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
ANT2
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Zinnen lezen
zinnen basis 1
Slide 1 - Slide
A
De vrouw zit naast de man.
B
De vrouw staat naast de man.
C
De man staat naast de vrouw.
D
De man zit naast het raam.
Slide 2 - Quiz
A
De bal zit op het gras.
B
De bal ligt op het gras.
C
Het gras ligt op de bal.
D
Het gras zit op de bal.
Slide 3 - Quiz
A
Zij staat in het water.
B
Zij staan in het water.
C
Zij zitten in het water.
D
Zij zit in het water.
Slide 4 - Quiz
A
Zij drinkt thee.
B
Zij drinken thee.
C
Zij drinkt rode wijn.
D
Zij drinken rode wijn,.
Slide 5 - Quiz
A
Hij drinkt rode wijn.
B
Zij drinkt thee.
C
Hij drinkt thee.
D
Zij drinken thee.
Slide 6 - Quiz
A
Het paard drinkt water.
B
De paarden drinken water.
C
De kat drinkt water.
D
Het paard drinkt rode wijn.
Slide 7 - Quiz
A
De vrouw staat naast de boom.
B
De vrouw zit naast de boom.
C
De vrouw staat in de boom.
D
De vrouw zit in de boom.
Slide 8 - Quiz
A
De vogel zit op het touw.
B
De kat zit op het touw.
C
De vogels zitten op het touw.
D
De kat staat op het touw.
Slide 9 - Quiz
A
De kat eet gras.
B
De vogel eet gras.
C
Het paard eet gras.
D
De paarden eten gras.
Slide 10 - Quiz
A
De man zit bij de boom.
B
De man zit bij de vrouw.
C
De man zit op de boom.
D
De man zit in de boom.
Slide 11 - Quiz
A
De man staat in het dak.
B
De man staat op het dak.
C
De man zit op het dak.
D
De man zit in het dak.
Slide 12 - Quiz
A
De koe eet gras.
B
De koeien eten gras.
C
De koe drinkt gras.
D
Het paard eet gras.
Slide 13 - Quiz
A
De kat drinkt rode wijn.
B
De koe drinkt water.
C
De kat drinkt water.
D
Zij drinken water.
Slide 14 - Quiz
A
De kat zit in de boom.
B
De kat staat bij de boom.
C
De kat staat in het water.
D
De kat zit in het water.
Slide 15 - Quiz
A
De kat ligt in het water.
B
De kat ligt op het dak.
C
De kat ligt bij het gras.
D
De kat ligt op het gras.
Slide 16 - Quiz
Hij drinkt thee.
Zij staan in het water.
Zij drinken rode wijn.
Hij staat in het water.
Slide 17 - Drag question
Hij drinkt thee.
Zij staan in het water.
Zij drinken rode wijn.
Hij staat in het water.
Slide 18 - Drag question
Het paard staat in het water.
Het paard staat op het water.
Het paard staat op het gras.
Het paard zit op het gras.
Slide 19 - Drag question
De kat zit in het dak.
De kat zit in de boom.
De kat zit op het dak.
De kat zit op de boom.
Slide 20 - Drag question
More lessons like this
Spreekwoorden
September 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2
Groep 5-6 | taal | voegwoorden
August 2024
- Lesson with
47 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 5,6
NTC DEF@ctO nl E.E
Groep 4 | taal | voegwoorden
August 2024
- Lesson with
24 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
NTC DEF@ctO nl E.E
8- Thema 2 Inzet van materialen en gereedschappen – Aanleg van een daktuin
September 2022
- Lesson with
11 slides
TUINONTWERP EN -AANLEG - BB/KB/TL
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
Betrekkelijk voornaamwoord
June 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Betrekkelijk voornaamwoord
November 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woensdag 30 november 2022
November 2022
- Lesson with
19 slides
NT2
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
De Grote Dierendag Quiz - Editie 2🐽22
April 2023
- Lesson with
38 slides
by
LessonUp Inspiratie
LessonUp
Basisschool
Groep 5-8
LessonUp Inspiratie