4.2 Wat valt er te kiezen?

Politiek

4.2
Wat valt er te kiezen?
1 / 49
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Politiek

4.2
Wat valt er te kiezen?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Democratie
Nederland is een democratie






Democratie
De bevolking heeft invloed op politieke besluiten.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Directe democratie: 
Als burgers zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of lastige politiek probleem.

Een voorbeeld hiervan is een referendum: een volksstemming over een belangrijk onderwerp

Slide 7 - Slide

Indirecte democratie:
Het is onmogelijk om met 17 miljoen mensen over alles te stemmen.

Wij (het volk) kiezen daarom volksvertegenwoordigers (gekozen politici). Zij nemen namen ons de besluiten. Dit noem je een indirecte democratie. 

Slide 8 - Slide

Volksvertegenwoordigers

Tweede Kamer

Slide 9 - Slide

Actief kiesrecht:
Het recht om te mogen stemmen
Passief kiesrecht:
het recht om je verkiesbaar te stellen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

4.2 Wat valt er te kiezen 
politieke stromingen
Sociaal-democratie (links)

solidariteit          klaarstaan voor mensen met wie het niet zo goed gaat. (zorg kosten, bijstand, uitkeringen)
gelijkwaardigheid          dat iedereen gelijke kansen moet krijgen. (onderwijs, zorg)


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

4.2 Wat valt er te kiezen
politieke stromingen
Liberalisme (rechts)

Economische vrijheid          met zo min mogelijk regels je eigen geld verdienen. (bv lonen )

persoonlijke vrijheid          de vrijheid om te leven zoals je wil. (abortus, homohuwelijk)


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

4.2 Wat valt er te kiezen 
politieke stromingen
Christen-democratie (midden)

Een stroming met de bijbel als uitgangspunt.

naastenliefde          burgers moeten voor elkaar zorgen en elkaar helpen.


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

4.2 Wat valt er te kiezen 
links, midden, rechts
Linkse partijen          actieve overheid,        verschillen tussen arm en rijk verkleinen.

rechtse partijen          passieve overheid,        burgers zorgen voor zichzelf.

midden partijen          de overheid moet alleen helpen als het mensen zelf niet lukt.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

4.2 Wat valt er te kiezen
populisme
Sommige partijen horen niet bij een stroming, dan delen we ze in bij populisme.

populisme          ze zeggen dat ze opkomen voor de belangen van het volk.

niet links of rechts, maar vaak nationalistisch. (cultuur belangrijk, tegen immigratie, Europa)




Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Leg uit waarom Nederland een democratie is:

Slide 28 - Open question

Waarom hebben we een indirecte democratie?

Slide 29 - Open question

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert

Slide 30 - Quiz

Athene had een (...) democratie, Nederland heeft een (...) democratie
A
Indirecte, directe
B
Directe, indirecte

Slide 31 - Quiz

Welke partij is Links?
A
B
C
D

Slide 32 - Quiz

Welk stand punt past bij "Links"?
A
Hard werkend Nederland moet worden beloond
B
Zwakkeren in de maatschappij moet je zoveel mogelijk helpen

Slide 33 - Quiz

Welke partij is Rechts?
A
B
C
D

Slide 34 - Quiz

"Ondernemers in de horeca sector moeten meer financiële steun krijgen van de overheid!"
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie

Slide 35 - Quiz

1. De politiek bemoeit zich met dingen die van algemeen belang zijn. Welk van de volgende voorbeelden is hier een voorbeeld van
A
Er zijn te weinig woningen beschikbaar in de grote steden
B
In het weekend is er in heel Nederland veel regen gevallen
C
Oliemaatschappij Shell leidt grote verliezen
D
Veel mensen willen vakantie vieren in het buitenland

Slide 36 - Quiz

"Niet de overheid, maar de ondernemers zelf moeten besluiten of ze open of gesloten willen blijven"
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie

Slide 37 - Quiz

"Horecaondernemers moeten voor elkaar zorgen en elkaar ondersteunen om open te blijven"
A
Liberalisme
B
Sociaal-democratie
C
Christen-democratie

Slide 38 - Quiz

Benoem een onderdeel van rechtse politiek?
A
Iedereen betaalt evenveel belasting
B
Rijke mensen mogen hun geld houden
C
De overheid gaat uit van eigen verantwoordelijkheid
D
De overheid komt op voor de kwetsbare mensen

Slide 39 - Quiz

Benoem een onderdeel van de linkse politiek?
A
Alle bedrijven moeten meer belasting betalen
B
De overheid moet mensen helpen die kwetsbaar zijn
C
Minder belasting innen
D
Iedereen krijgt hetzelfde betaald

Slide 40 - Quiz

Tot welke richting (links, rechts, midden) en stroming (christendemocraten, liberalen, sociaaldemocraten) behoort de VVD?

Slide 41 - Open question

Tot welke politieke richting en stroming behoort PvdA?

Slide 42 - Open question

Willen linkse partijen een actieve of passieve overheid?

Slide 43 - Open question

Voor welke politieke richting is naastenliefde de belangrijkste waarde?

Slide 44 - Open question

In een democratie mag de bevolking om de paar jaar stemmen. Zij kiezen dan:
A
de ambtenaren
B
de grondwet
C
de politici
D
de dictatuur

Slide 45 - Quiz

In Nederland mag je stemmen als je ……… bent en een Nederlands paspoort hebt.
Welke woorden zijn weggelaten?

A
16
B
18
C
21

Slide 46 - Quiz

De overheid kan burgers plichten opleggen. Dit gebeurt:
A
in een dictatuur
B
Democratie
C
In beide

Slide 47 - Quiz

Hoe worden de mensen van de tweede kamer ook wel genoemd
A
Volksvertegenwoordigers
B
Ministers

Slide 48 - Quiz

De bevolking kiest de Tweede Kamer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 49 - Quiz