RB1 A0A2 24 februari 2022

• NT2
• MBO
• Studiejaar 4

Wat gaan we vandaag doen?

onregelmatige werkwoorden hoofdstuk 5

scheidbare werkwoorden

introductie hoofdstuk 6

De slang ..................... zich niet. (bewegen, verleden tijd)

1. gebewoog
2. beweegde
3. bewoog
4. Bewogende

De president heeft zich duidelijk over dit onderwerp ................... (uitspreken, voltooide tijd)

1. uitgesproken
2. uitgespreekt
3. spreekt uit
4. uitspreken

Hebben jullie die vraag wel goed ....................? (begrijpen, voltooide tijd)

1. gebegrepen
2. begrijpt
3. gebegrijpt
4. begrepen

De senaat ............... zich morgen ............... over de maatregelen. (uitspreken, tegenwoordige tijd)

1. uit, spreekt
2. uitspreekt, van
3. spreekt, uit
4. uit, spreken

Artsen Zonder Grenzen .................. nauw .................. met de lokale dokters. (samenwerken, verleden tijd)

1. samen, gewerkt
2. werkten, samen
3. werkte, samen
4. samen, werkten

Ik heb Simon een fles water ................. (meegeven, voltooide tijd)

1. gemeegeven
2. meegegeven
3. gemeegeeft
4. gafdemee

In welk jaar ................. jouw zus .................? (afstuderen, verleden tijd)

1. af, gestudeerd
2. studeerde, af
3. studeerte, af
4. af, studeerd

Mijn moeder ................. mij vaak wat geld .............., toen ik nog geen baan had. (meegeven, verleden tijd)

1. gaf, mee
2. mee, gaven
3. gegeven, mee
4. mee, gegaven

Poehhh, die wedstrijd ............... niet ................! (meevallen, verleden tijd)

1. valde, mee
2. mee, valde
3. viel, mee
4. mee, viel

Wil jij het pakketje ...................? (aanpakken, tegenwoordige tijd)

1. pakte, aan
2. pakken, aan
3. aangepakt
4. aanpakken

Barbara ................ vroeger ............... met criminelen. (omgaan, verleden tijd)

1. om, gaande
2. gingen, om
3. om, ging
4. ging, om

Hoofdstuk 6

Naar het museum

kunst

theater

dans

concert

museum

literatuur

architectuur

film