Par. 4.2 Europa wordt christelijk

Studiewijzer
03/04 Par. 4.1 Leenheren en leenmannen
07/04 -
10/04 Par. 4.1 Leenheren en leenmannen
14/04 Par. 4.3 Machtige heren, halfvrije boeren
17/04 Par. 4.3 Machtige heren, halfvrije boeren
MEIVAKANTIE
08/05 -
12/05 Par. 4.3 Machtige heren, halfvrije boeren
15/05 SO par. 4.1 en 4.3
19/05 Par. 4.2 Europa wordt christelijk
22/05 Par. 4.2 Europa wordt christelijk
26/05 Par. 4.2 Europa wordt christelijk
Hemelvaartsdag
02/06 Par. 4.4 De opkomst van de Islam
TWT H4 en H5 par. 4.2, 4.4 en 5.1 + feiten en meningen
05/06 Par. 4.4 De opkomst van de Islam
12/06 Par. 5.1 Woonplaats en werkplaats
16/06 Par. 5.1 Woonplaats en werkplaats
19/06 Par. 5.1 Woonplaats en werkplaats
23/06 Herhalingsles



1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Studiewijzer
03/04 Par. 4.1 Leenheren en leenmannen
07/04 -
10/04 Par. 4.1 Leenheren en leenmannen
14/04 Par. 4.3 Machtige heren, halfvrije boeren
17/04 Par. 4.3 Machtige heren, halfvrije boeren
MEIVAKANTIE
08/05 -
12/05 Par. 4.3 Machtige heren, halfvrije boeren
15/05 SO par. 4.1 en 4.3
19/05 Par. 4.2 Europa wordt christelijk
22/05 Par. 4.2 Europa wordt christelijk
26/05 Par. 4.2 Europa wordt christelijk
Hemelvaartsdag
02/06 Par. 4.4 De opkomst van de Islam
TWT H4 en H5 par. 4.2, 4.4 en 5.1 + feiten en meningen
05/06 Par. 4.4 De opkomst van de Islam
12/06 Par. 5.1 Woonplaats en werkplaats
16/06 Par. 5.1 Woonplaats en werkplaats
19/06 Par. 5.1 Woonplaats en werkplaats
23/06 Herhalingsles



Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Leerdoelen opschrijven
3. Hoe werden de christelijke en Germaanse culturen vermengd?
4. Waardoor waren geestelijken belangrijk in de samenleving?

Klaar? Leer de begrippen van par. 4.2 uit je hoofd, blz. 68
Zelfstandig en in stilte
timer
3:00
Vorige les:
1. Op welke manier werd het christendom in Nederland verspreid?
2. Hoe werd heel Europa christelijk?

Slide 3 - Slide

Vandaag
1. Uitleg par. 4.2
2. Opdrachten maken en bespreken
3. Leerdoelen beantwoorden en bespreken
4. Afsluiten

Slide 4 - Slide

Verspreiding van het christendom
  • In 690 vertrok een groep Engelse geestelijken (godsdienstige leiders) naar Nederland om de bewoners tot het christendom te bekeren.
  • Er waren missionarissen die van de paus de missie (opdracht) hadden gekregen om het christendom te verspreiden in Midden- en Noord-Nederland.

 

Slide 5 - Slide

Verspreiding van het christendom

  • Willibrord was een Engelse missionaris (meervoud missionarissen) die probeerden de Friezen tot het christendom te bekeren (iemand een andere godsdienst aan laten nemen of zich andere godsdienst aannemen)
  • De Friezen zaten daar niet op te wachten.

Slide 6 - Slide

Willibrord
  • Pepijn de Grote (overgrootvader van Karel de Grote) gaf hem toestemming voor het missiewerk in Nederland.
  • Soldaten beschermde Willibrord. 
  • Werkte vanuit Utrecht waar hij een kerk liet bouwen met stenen uit Romeinse ruïnes. 

Slide 7 - Slide

De Gemanen geloofden in meerdere goden
De Germanen werden heidenen (heiden: iemand waarvan wordt gezegd dat hij niet het goede geloof heeft) genoemd omdat ze nog niet in de christelijke god geloofden, maar de goden van de natuur. 

De bekering tot het christendom wordt ook wel kerstening genoemd.

Slide 9 - Slide

De Friezen en de Saksen
Er was veel verzet tegen de verspreiding van het christendom. 

Friezen en Saksen zagen missionarissen als indringers die de Franken hielpen om hen te onderwerpen. 



Slide 10 - Slide

Christenen worden
  • Doop: symbool voor het afwassen van zonden.
  • Eerst de vorsten bekeren. 
  • Vervolgens dwongen veel vorsten hun onderdanen om christen te worden.
  • Bijvoorbeeld: koning Clovis
  • Bijv. pas toen Karel de Grote met een leger de Germanen onderwierp accepteerden de stammen het nieuwe geloof.
  • Geestelijken raden de onderdanen aan om de vorst te gehoorzamen.

Slide 11 - Slide

Heel Europa christelijk
Mensen gingen steeds meer leven volgens de christelijke normen en waarden. 
Bijv. de Vikingen stopten hun plundertochten. 

Slide 12 - Slide

Vorige les...
  • Engelse geestelijken (godsdienstige leiders) kwamen naar Nederland om de bewoners tot het christendom te bekeren, zoals Willibrord en Bonifatius. 
  • De Germanen werden heidenen genoemd omdat ze nog niet in de christelijke god geloofden, maar de goden van de natuur. 
  • Friezen en Saksen zagen missionarissen als indringers die de Franken hielpen om hen te onderwerpen. 
  • Eerst de vorst bekeren, daarna de onderdanen. 
  • Doop: symbool voor het afwassen van zonden. 
  • Mensen gingen steeds meer leven volgens de christelijke normen en waarden (bijv. de Vikingen stopten hun plundertochten)

Slide 13 - Slide

Vermenging van culturen
Germaanse tradities blijven bestaan, terwijl het Christendom zich langzaam verspreid
-> vermenging Germaans en christelijke cultuur

Bijvoorbeeld:
- Christelijke en Germaanse feesten worden op dezelfde dag gevierd (Pasen en Kerst)
- Mensen blijven geloven in feeën en kabouters
- Dagen van de week


Dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag zijn vernoemd naar de Tiwaz (oorlogsgod), Wodan (oppergod), Donar (bliksemgod) en Freya (liefdesgodin). 
Pasen = lentefeest
Kerst = midwinterfeest
Kerstboom is een voortgeztting an een oud gebruik bij feesten in december. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Invloedrijke geestelijken
  • Geestelijken: ze moeten bidden en zich houden aan de regels van de kerk (bijv. niet trouwen en geen seks hebben).
  • Hoge geestelijken: paus, bisschoppen en abten.
  • Lage geestelijken: monniken, nonnen, priesters en pastoors (hadden de leiding over groepen gelovigen, zoals bewoners van een dorp)
  • Geestelijkheid had veel invloed op de samenleving: pastoor legt uit hoe je moet leven in een preek (godsdienstige uitleg) en alleen zij konden lezen en schrijven, waardoor ze hoge functies hadden (zoals adviseurs van vorsten).
  • Ze leerden de mensen dat ze heiligen (gestorven persoon die vereerd wordt om zijn goede daden) moesten vereren.

Slide 16 - Slide

Invloedrijke geestelijken
  •  Veel vorsten en edelen steunden de kerk door het schenken van geld en grond of door het stichten van een klooster.
  • De kerk kreeg steeds meer politieke macht.
  • Niet iedere christenen was blij met de groei van kerkelijke macht. Volgens hen moest je vooral je best doen om te zorgen dat je na het leven in de hemel komt. 
  • De wereld was zo slecht, dat ze niets mee te maken willen hebben. 
  • Ze willen geen rijkdom, aanzien een macht, maar hun leven geven aan God.





Slide 17 - Slide

Hoe ontstaan kloosters?
  • Bisschoppen namen de macht over van de Romeinse leiders > de kerk kreeg meer politieke macht.
  •     Niet iedere christenen is blij met de groei van kerkelijke macht. Volgens hen moest je vooral je best doen om te zorgen dat je na het leven in de hemel komt. 
  • De wereld was zo slecht, dat ze niets mee te maken willen hebben. Ze willen geen rijkdom, aanzien een macht, maar hun leven geven aan God.

Slide 18 - Slide

Kloosters
Deze mensen gingen wonen in kloosters.
Monniken: mannenklooster
nonnen: vrouwenklooster

Ze beloofden dat:
  • ze zouden leven in armoede en in kuisheid (zonder seks)
  • ze gehoorzaam zouden zijn aan het hoofd van het klooster, zoals de abt (man) of abdis (vrouw).

Slide 19 - Slide

Het leven in een klooster
  • Monniken en nonnen brachten hun tijd door met bidden.
  • Er waren de hele dag missen: plechtige bijeenkomsten met gezang en gebeden. Aanwezigheid was verplicht (behalve als je ziek of heel oud was).
  • Mensen helpen, bijvoorbeeld zieke mensen verzorgen.
  • Teksten en boeken kopiëren (christelijke en uit de Oudheid): "monnikenwerk"

Slide 20 - Slide

Het leven in klooster
  • Kloosters werden steeds rijker, doordat koningen en edelen geld, kostbaarheden en grond schonken aan de kloosters.
  •  Op den duur bezaten veel kloosters grote domeinen, waar horigen het werk deden.

Slide 21 - Slide

Opdrachten maken en bespreken
Werkboek blz. 70 en 72, opdrachten 1b, 2, 5 en 6
Zelfstandig en in stilte
Maximaal 15 minuten, daarna bespreken
Eerder klaar? Antwoord de leerdoelen!
timer
15:00

Slide 22 - Slide

Leerdoelen beantwoorden
3. Hoe werden de christelijke en Germaanse culturen vermengd?
4. Waardoor waren geestelijken belangrijk in de samenleving?

Slide 23 - Slide

SO bespreken

Slide 24 - Slide