Verhaalanalyse verhaal 2 Een dag van Kees Stempels

verhaalanalyse
We lezen gezamenlijk verhaal 2 uit de reader. 
We beantwoorden enkele meerkeuzevragen. 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

verhaalanalyse
We lezen gezamenlijk verhaal 2 uit de reader. 
We beantwoorden enkele meerkeuzevragen. 

Slide 1 - Slide

Een dag Kees Stempels
Het scheen een dag die nooit zou eindigen. In de zon was het niet uit te houden en het zand gloeide. De zee lag bijna stil; alleen vlak langs de kust een paar smalle witte schuimlijnen. Met eb was er een zandbank drooggevallen, door een geul van de rest van het strand gescheiden. Een vogel stond recht overeind, een paar stappen zee in, keek lang en nadenkend opzij, fladderde met een paar onhandige vleugels en dook het water in. Hij bleef een tijdlang onder en pas toen we het hadden opgegeven hem nog te zien, bleek hij veel verderop rustig op de deining te drijven.
 We keerden terug naar de schaduw van een half verzakte bunker, die, blootgewaaid, een eind uit het duin stak. Het was overbodig om ons af te drogen; we gingen op een handdoek liggen en keken langs het strand. In de verte was een gestreepte strandtent met een omgevallen fiets. Er vertoonde zich geen mens, alleen - slechts door hun drukke bewegingen te onderscheiden - een groepje kinderen, die tussen zee en duinen heen en weer draafden.
Janny keek naar haar armen, die bruin begonnen te worden na ruim een week onafgebroken zonneschijn. We bleven liggen zonder iets te zeggen, te slaperig om iets anders te doen en te verhit door het zwemmen en de onontkoombare warmte om te kunnen slapen.

Slide 2 - Slide

Net zichtbaar boven een blinkend hete top van een duin, verschenen drie stipjes, die dichterbij kwamen. Toen ze eindelijk voor ons stonden, bleken het twee matrozen en een meisje te zijn. Het meisje, met een witte blouse, een geruite rok en op blote voeten. Ze scheen de jongste van de drie, misschien zeventien. De matrozen liepen met hun muts in de hand en een opgerolde handdoek onder de arm door het mulle zand. Een van hen had een fototoestel bij zich, dat aan een riem over een schouder hing.
 'Mogen we hier bij komen liggen?' vroeg de langste, die met het fototoestel. 'Er is hier nergens schaduw.' 'Allicht,' zei ik en Janny keek lief naar hem. De matrozen trokken hun uniformen uit en zwembroekjes aan. Het meisje schoof haar rok over het hoofd en knoopte haar blouse los. Ze had er een knalrood badpakje onder aan.
 De korte matroos, die zijn handdoek had uitgespreid en daarop zijn opgevouwen kleren had gelegd, rekte zich uit en maakte een weids gebaar naar het strand. 'Hier, dit hele stuk heeft mijn vader schoongemaakt. Het lag vol mijnen en andere rotzooi.' 'Een gevaarlijk grapje,' zei de lange en ging in het zand liggen. Het meisje ging naast hem liggen; ze was de bruinste van de drie, alleen op haar rug liep een witte streep, waarschijnlijk van een ander badpak. Het viel me op, dat ze zo rustig was, ondanks de nabijheid van de twee kennelijke aanbidders. Ze had stug blond haar en nog lichtere wenkbrauwen en aandachtige ogen. 'Een aardig kind,' zei Janny toen het drietal na een poosje naar zee liep en ik ze nakeek. De jongens gingen ver het water in, blijkbaar om het meisje te imponeren. De lange en het meisje kwamen het eerst terug. Haar haar hing in pieken langs het gezicht. Ze droogde zich een beetje af en ging toen liggen. De lange veegde zijn handen af en maakte een foto van haar; ze scheen het nauwelijks te merken - in ieder geval glimlachte ze niet naar het toestel. 

Slide 3 - Slide

Na een poosje kwam ook de andere matroos terug. Hij liep langzaam, rechtop, en scheen zich bewust te zijn van het silhouet dat hij tegen de achtergrond van zee en lucht maakte. Plotseling zagen we hem stilstaan, zijn voet betasten en toen iets opgraven uit het zand. Even later hield hij een klein donker voorwerp in zijn hand. 'Verrek,' zei de lange, toen de ander dichterbij kwam, 'hij heeft een aanvalshandgranaat gevonden.' Hij zei het met de trots van een vakman. Geruststellend voegde hij er aan toe: 'Die zijn ongevaarlijk. Ze worden alleen gebruikt om de vijand te demoraliseren.'
Er kwam met een enkele sierlijke wiekslag een meeuw aanzweven, die vlak boven ons hoofd terug zwenkte naar het duin, waar het helmgras roerloos in de zon stond.
 Het meisje lichtte haar hoofd op, keek naar de naderende matroos met het zwarte voorwerp in zijn handen. 'Ja?' vroeg ze en liet haar hoofd weer zakken. 'Ja, ze zijn ongevaarlijk,' zei de matroos nog eens. 'Alleen zit er een kogeltje in en dat kan dodelijk zijn op een afstand van drie meter.' Hij was blij zo volledig te kunnen zijn in zijn inlichtingen. Hij keek naar de ander, die grijnsde en schreeuwde: 'Dekken!' Het ding ontplofte met een droge knal, een paar pas van ons af. Janny's haar woei op en het zand sloeg over ons heen.

Slide 4 - Slide

Een rookwolk en een scherp prikkelende lucht verspreidden zich. 'Verdomme, verrek jij met je grapjes,' vloekte de lange matroos die overeind was gesprongen. Hij raapte zijn fototoestel op, waar ook een golf zand overheen gestoven was. Hij blies de korrels ervanaf en het ding beefde in zijn handen. Janny was woedend. Ze was op de korte matroos toegehold en schreeuwde: 'Als jij . . .' Toen zag ze dat langs de slaap van het meisje een straaltje bloed liep, zo rood als de kleur van het badpak. Het drupte op haar arm en vervolgens in het zand. Janny greep het meisje bij haar schouder en schudde haar, maar ze bewoog niet. De matrozen bemerkten nu ook wat er gebeurd was. De lange zat verbaasd op zijn knieën bij haar, met het fototoestel in zijn handen en keek naar de donkere plek, die de druppels in het zand maakten. 'We moeten haar wegbrengen,' zei Janny. De matrozen tilden het meisje op en Janny legde een handdoek over haar gezicht, tegen de zon. Ik nam de kleren op en hing het fototoestel over de schouder. De riem was veel te lang en het ding bengelde onder het lopen tegen mijn dij. De armen van de korte matroos, die haar bij de benen droeg, staken bleek af bij haar gebronsde huid.
Het was een heel eind over het strand en daarna over een gloeiend heet, geasfalteerd pad door de duinen, tot we aan een ijstentje kwamen. De matrozen legden het meisje op twee aaneengeschoven banken. De baas zelf belde de politie en een dokter op. Terwijl we op hun komst wachtten, kwam er een autobus met schoolkinderen langs, die uit de raampjes hingen, zongen en met vlaggetjes zwaaiden. Het moest hun een dag schijnen van louter zon en blauwe luchten; een dag die nooit zou eindigen.

Slide 5 - Slide

Wat is het vertelperspectief?
A
ik-perspectief (belevend)
B
ik-perspectief (vertellend)
C
personale verteller
D
auctoriale verteller

Slide 6 - Quiz

Berust het samenspel van ruimte en handeling hier op overeenkomst of contrast?
A
overeenkomst
B
contrast

Slide 7 - Quiz

Bijna aan het slot staat de zin “Toen zag ze dat langs de slaap van het meisje een straaltje bloed liep, zo rood als de kleur van het badpak.”
Met deze zin eindigt een belangrijke spanningsboog. Waar begint de spanningsboog?
A
Als het verhaal begint (bij regel 1).
B
Als de matroos een handgranaat opgraaft en zegt dat die ongevaarlijk is.
C
Als de twee matrozen en een meisje bij de ik-persoon en Janny komen liggen.

Slide 8 - Quiz

Welke twee motieven passen bij dit verhaal?
A
warmte en matroos
B
strand en mijnen
C
dood en toeval

Slide 9 - Quiz

Wat zou de idee van het verhaal kunnen zijn?
A
Ongeluk zit in een klein hoekje
B
dood
C
een meisje overlijdt door een handgranaat

Slide 10 - Quiz