2022_03_07 6.2 deel 1 (4k)

6.2 Arm zijn is arm blijven?
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.2 Arm zijn is arm blijven?

Slide 1 - Slide

Programma
Mobieltjes in de mobieltas
Uitleg 6.2
Zelfstandig werken
Socrative quiz of huiswerk

Slide 2 - Slide

6
a De sector landbouw is het grootst.
b 30% van ... = 0,17% -> 0,3 x …… = 0,17
0,17 ÷ 0,3 = 0,57 (%)
Controle: 30% van 0,57% = 0,17%.

Slide 3 - Slide

7
A en D

Slide 4 - Slide

8
A

Slide 5 - Slide

9
rijst – fietsen – dubbel – exporteren – importeren – ruilvoet.

Slide 6 - Slide

Terugblik les 6.1

Slide 7 - Slide

Lesdoelen 6.1

  1. Welke kenmerken hebben ontwikkelingslanden?
  2. Waarom hebben arme landen weinig exportinkomsten ?
  3. Wat doen landen tegen schommelende grondstofprijzen?


Slide 8 - Slide

Waaraan herken je een ontwikkelingsland? (vraag 1)
Kenmerken ontwikkelingslanden:

  1. Laag inkomen per hoofd van de bevolking
  2. Ongelijke inkomensverdeling
  3. Hoge werkloosheid
  4. Ondervoeding
  5. Snelle bevolkingsgroei
  6. Analfabetisme
  7. Beperkte technische ontwikkeling
  8. Eenzijdige economische structuur
Nationaal inkomen is vaak afhankelijk van één sector
Wat zijn oorzaken en gevolgen?

Slide 9 - Slide

Waarom hebben arme landen weinig exportinkomsten?(vraag 2)
Monocultuur
Ontwikkelingslanden zijn vaak afhankelijk van maar één of enkele landbouwproducten.

Slide 10 - Slide

  • Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan --> productie groter dan vraag
Wat doen landen tegen schommelende grondstofprijzen? (vraag 3)
  • Export: koffiebonen
  • Prijs bepaald door wereldmarkt (vraag en aanbod)

Slide 11 - Slide

  • Monocultuur (= voor exportinkomsten grotendeels afhankelijk van slechts een of enkele producten)
6.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
vraag 6

Slide 12 - Slide

6.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
Import
Export
Ruilvoet
  • De verhouding tussen de prijs van exportproducten en de prijs van importproducten
Vraag 8
Vraag 9

Slide 13 - Slide

6.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
  • Ruilvoetverslechtering

Slide 14 - Slide

  • Buffervoorraden aanleggen om prijsschommelingen tegen te gaan
6.1 Wat kan een land doen tegen schommelende prijzen?
  • Export: koffiebonen
  • Prijs bepaald door wereldmarkt (vraag en aanbod)
Vraag 10

Slide 15 - Slide

6.2 Arm zijn is arm blijven?

Slide 16 - Slide

6.2 Arm zijn is arm blijven?
Oorzaken onderontwikkeling
  • gebrek aan goed onderwijs (technische kennis beperkt en lage arbeidsproductiviteit)
  • slechte infrastructuur (vervoer en communicatie moeilijk)
  • protectiemaatregelen (belemmering export)
  • interne conflicten 
  • schulden door leningen
  • corrupte regering

Slide 17 - Slide

Gevolgen onderontwikkeling
- armoede 
- werkloosheid 
- lage levensverwachting
- internationale schuldenproblematiek 
- slechte ruilvoet
- politieke instabiliteit

Slide 18 - Slide

vicieuze cirkel
Een vicieuze cirkel: een situatie waarin je op eigen kracht niet uit kunt komen.

Slide 19 - Slide

vicieuze cirkel
⇒ Bereken hoeveel procent de loonkosten zijn van de totale kosten. Afronden op één decimaal.

Slide 20 - Slide

vicieuze cirkel

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opgave 10 t/m 14 vanaf pagina 174. 
Eerder klaar? Maak opgave 15 t/m 19.

timer
10:00

Slide 22 - Slide

10
9% niet dus 9 ÷ 100 × 578.000.000 = 52.020.000 kinderen

Slide 23 - Slide

12a
70 ÷ 100 × $ 28.500.000.000 = $ 19.950.000.000 olie-exportopbrengsten
Daling olieprijs van $ 100 naar $ 30 is 70% ->
70 ÷ 100 × $ 19.950.000.000= $ 13.965.000.000 minder olie-exportopbrengsten.

Slide 24 - Slide

Huiswerk of quiz
huiswerk is 12 t/m 19 vanaf pagina 175.

Slide 25 - Slide

Socrative.com
Lees pagina 154, 155 en 186 een keer door (begrippen). 
Leg het boek weg.
Ga naar socrative.com met je mobiel
student login

Slide 26 - Slide

6.2 Arm zijn is arm blijven?
Wereldbank
  • Onderdeel van de verenigde naties
  • taak: ontwikkelingslanden helpen met leningen
  • Let op: leningen moeten (met rente) worden terugbetaald

Slide 27 - Slide

6.2 Arm zijn is arm blijven?

Slide 28 - Slide