3.2 Waarom zou je sparen?

3. De bank en jouw geld
3.2 Waarvoor zou je sparen?

klas 3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3. De bank en jouw geld
3.2 Waarvoor zou je sparen?

klas 3

Slide 1 - Slide

3.2 Waarvoor zou jij sparen?
3.2 Waarvoor zou je sparen?

Slide 2 - Slide

3.1 Hoe betaal je?
Saldo
Creditsaldo: Er staat geld op mijn rekening
Debetsaldo: Ik sta in de min.

Nieuw saldo = oud saldo + ontvangsten - betalingen

Slide 3 - Slide

Maak oefening 12 op blz 77
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Waarom sparen mensen?

Slide 5 - Mind map

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Spaarmotieven
Sparen is een deel van je inkomen niet uitgeven.
De redenen waarom je spaart noemen we spaarmotieven:
  • sparen omwille van de rente
  • sparen voor een bepaald doel
  • sparen uit voorzorg

Slide 6 - Slide

Op mijn spaarrekening staat 6 x mijn loon. Dit voor het geval ik plots werkloos word.
A
sparen voor de rente
B
sparen voor een bepaald doel
C
sparen uit voorzorg

Slide 7 - Quiz

Ik zet € 5.000 op een spaardeposito.

Gedurende 5 jaar kan ik niet zonder boete, mijn geld gebruiken.
A
sparen voor de rente
B
sparen voor een bepaald doel
C
sparen uit voorzorg

Slide 8 - Quiz

Elke maand leg ik € 100 opzij om een nieuwe MacBook te kunnen kopen.
A
sparen voor de rente
B
sparen voor een bepaald doel
C
sparen uit voorzorg

Slide 9 - Quiz

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Rente
De rente is een vergoeding voor iemand die zijn geld beschikbaar stelt.
  • hoogte van het bedrag
  • periode dat het geld gespaard wordt
  • rentepercentage (is altijd per jaar!)

Slide 10 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Spaarrekening versus spaardeposito
Spaarrekening
  • Vrij opneembaar
  • Variabele rente
Spaardeposito
  • Langere tijd vast
  • Niet vrij opneembaar (boete betalen)
  • Vaste rente

Slide 11 - Slide

Als ik dringend geld nodig heb, kan ik het geld van mijn spaardeposito opnemen.
A
Juist
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Waarvoor zou je sparen?
Enkelvoudige rente
Bij enkelvoudige rente ga je ervan uit dat je geen rente over de rente krijgt.
  • Je schrijft op het einde van het jaar de ontvangen rente over naar je betaalrekening.

Op mijn spaarrekening staat € 15.000. Ik krijg 0,5% rente (altijd per jaar).
  • Na 1 jaar heb ik € 15.000 : 100 x 0,5 = € 75
  • Als ik slechts 7 maanden spaar krijg ik € 75 : 12 x 7 = € 43,75

Slide 13 - Slide

Maak opdracht 7 blz 76

Slide 14 - Open question

Vraag 7
7 Spaarbedrag Rentepercentage Rente na 1 jaar Rente na
 € 950 2,6% € 24,70 4 jaar € 98,80
 € 2.200 2,1% € 46,20 1 maand € 3,85
 € 6.880 1,25% € 86 7 maanden € 50,17
 Berekeningen:
 2,6 ÷ 100 × € 950 = 0,026 × € 950 = € 24,70  €24,70 × 4 = € 98,80
 2,1 ÷ 100 × € 2.200 = 0,021 × € 2.200 = € 46,20  € 46,20 ÷ 12 = € 3,85
 1,25 ÷ 100 × € 6.880 = 0,0125 × € 6.880 = € 86  € 86 ÷ 12 × 7 = € 50,17

Slide 15 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Samengestelde rente
Bij samengestelde rente ga je ervan uit dat je wel rente over de rente krijgt.

Op mijn spaarrekening staat € 15.000. Ik krijg elk jaar 1,2 % rente. Hoeveel staat er na 3 jaar op mijn rekening?
  • Na 1 jaar heb ik € 15.000 : 100 x 1,2 = € 180 rente.
  • Na 2 jaar heb ik (€15.000 + € 180) : 100 x 1,2 = €182,16 rente.
  • Na 3 jaar heb ik (€15.180 + € 182,16) : 100 x 1,2 = € 184,35 rente.

Slide 16 - Slide

2.2 Ga je sparen of beleggen?
Samengestelde rente
Samengestelde rente reken je uit met behulp van een groeifactor.
groeifactor =  1 + (rentepercentage : 100)

Op mijn spaarrekening staat € 15.000. Ik krijg elk jaar 1,2 % rente. Hoeveel heb ik na 2 jaar? 

  1. Groeifactor = 1 + (1,2 : 100) = 1,012
  2. Na 2 jaar heb ik €15.000 x 1,012 x 1,012 = € 15.362,16


Slide 17 - Slide

Maak Oefening 9 blz 80
9 • Rente 1e jaar: 1,7 ÷ 100 × € 15.800 = 0,017 × € 15.800 = € 268,60
  Na 1 jaar is het tegoed: € 15.800 + € 268,60 = € 16.068,60
 • Rente 2e jaar: 1,7 ÷ 100 × € 16.068,60 = 0,017 × € 16.068,60 = € 273,17
  Na 2 jaar is het tegoed:  € 16.068,60 + € 273,17 = € 16.341,77
 • Rente 3e jaar: 1,7 ÷ 100 × € 16.341,77 = 0,017 × € 16.341,77 = € 277,81
  Na 3 jaar is het tegoed: € 16.341,77 + € 277,81 = € 16.619,58
 Of, met een groeifactor: € 15.800 × 1,017 × 1,017 × 1,017 = € 16.619,58


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide