Websites theorie oefenen

website, oefenvragen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

website, oefenvragen

Slide 1 - Slide

Een provider en een hosting server zijn zijn hetzelfde
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

waarom is een goede naam voor een website belangrijk?
A
voor google
B
voor de vindbaarheid

Slide 3 - Quiz

Je betaald voor het online hebben van je website
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Vind het juiste doel bij deze websites
nu.nl
google.com
bol.com
trivago.nl
youtube.com
facebook.nl
linkedin.com
nieuws leveren
openbare zoekmachine
online webwinkel
hotelkamers aanbieden
mogelijkheid tot streamen
sociaal netwerk creëren
zakelijk netwerk creëren

Slide 5 - Drag question

.nl of .com zijn domeinextensies
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Wie zorgt ervoor dat de website bereikbaar is?
A
De webdesigner
B
De webhost
C
De opdrachtgever

Slide 7 - Quiz

wat is 9292.nl voor website?
A
Informatieve website
B
Wervende website
C
Commerciële website
D
Animatie website

Slide 8 - Quiz

Wat is het internet?
A
Het World Wide Web
B
Computer die met elkaar verbonden zijn
C
Google
D
Alle websites bij elkaar

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar? Met betaalde software kun je mooiere websites maken.
A
waar
B
nietwaar

Slide 10 - Quiz

wat weet je nog van de vorige hoofdstukken?

Slide 11 - Slide

Wat is geen ander woord voor poster?
A
Affiche
B
Aankondiging

Slide 12 - Quiz

Een poster op A3 formaat is te klein
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is de beste plek om een affiche op te hangen?
A
In de hal van de school
B
bij de nooduitgang
C
bij de conrector
D
op de wc's

Slide 14 - Quiz

Met layout of opmaak bedoelen we de opbouw van:
A
de tekst en plaatjes
B
de plaatjes en de kleuren
C
tekst, plaatjes en kleuren
D
tekst plaatjes, kleuren en blokjes

Slide 15 - Quiz

Welke is het affiche?
A
B

Slide 16 - Quiz

je wilt meer bezoekers aan de sportschool
Aan wie geef je een flyer?
A
aan de doelgroep
B
aan de bezoekers van de sportschool
C
aan de mensen in het winkelcentrum om de hoek
D
aan de mensen die met de trein vertrekken

Slide 17 - Quiz

je gaat posters en flyers printen. van welke print je het meest?
A
poster
B
flyer

Slide 18 - Quiz

mag de afbeelding op de poster hetzelfde zijn als op de flyer?
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

klaar

Slide 20 - Slide