hv1 chapitre 5: weekplanning 2

Bonjour
havo/vwo-1!
In deze LessonUp zie je de 'weektaak' voor deze week. 

Bonne chance (veel succes!)

Groeten van monsieur ter Velde
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare school

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bonjour
havo/vwo-1!
In deze LessonUp zie je de 'weektaak' voor deze week. 

Bonne chance (veel succes!)

Groeten van monsieur ter Velde

Slide 1 - Slide

Planning de la semaine
Aan het einde van de week heb ik: 

- de uitleg over de passé composé herhaald en eventuele aantekeningen gemaakt.
- heb ik de formatieve toets over grammaire D gemaakt via Magister.
- heb ik tekst A & B geluisterd of gelezen.
- heb ik opdracht 4 t/m 12 gemaakt via de digitale methode (opdracht 8 hoeft niet).
- heb ik de woorden van voca A & B geleerd en geoefend via Quizlet.

Slide 2 - Slide

Herhalen:
grammaire D
Tot nu toe hebben jullie alle werkwoorden in de présent geleerd. (de tegenwoordige tijd)

Nu leren jullie ook de voltooide tijd.
In het Frans noemen we dit de passé composé.
(bijvoorbeeld: ik heb gegeven).
Hier heb je 2 dingen voor nodig. 

1: de juiste vorm van het
werkwoord avoir (hebben).
2: een voltooid deelwoord.

Als je het volgende stappenplan volgt, kan jij ook zelf een voltooide tijd maken in het Frans.

Slide 3 - Slide

Stap 1:
het hulpwerkwoord avoir
Het werkwoord 'avoir' (hebben) kennen jullie al vanuit hoofdstuk 3. Ik herhaal hem hieronder kort.

j'ai                  ik heb
tu as               jij hebt
il/elle/on a       hij/zij/men heeft
nous avons      wij hebben
vous avez        u hebt/jullie hebben
ils/elles  ont    zij hebben (meervoud)

Slide 4 - Slide

Stap 2:
het voltooid deelwoord
Haal -er van het werkwoord af en plak er een é achter.
Bijvoorbeeld: donner --> donner --> donné

j'ai donné             ik heb gegeven
tu as donné          jij hebt gegeven
il/elle/on a donné  hij/zij/men heeft gegeven
nous avons donné  wij hebben gegeven
vous avez donné   u/jullie hebben gegeven
ils/elles ont donné zij hebben gegeven

Slide 5 - Slide

Samenvatting
Bij elke opdracht die je straks gaat maken is het belangrijk om elke keer dezelfde stappen te volgen.

Stap 1: zet de juiste vorm van avoir in de zin.
Stap 2: haal -er van het hele werkwoord af en zet er een é achter.

Dit stappenplan kan je toepassen op alle werkwoorden die eindigen op -er!
De uitleg staat ook op p. 22/23 van je boek.

Slide 6 - Slide

Les devoirs:
digitaal!
Hoe kom ik ook alweer in de digitale methode?
1. Open Magister.
2. Klik op leermiddelen --> Grandes Lignes (6e editie).
3. Check bovenin dat je wel in het juiste hoofdstuk gaat werken (hoofdstuk 5).
4. Klik op onderdeel A (Écouter) en B (Lire)

Slide 7 - Slide

Faire: 
exercice 4 t/m 12
Belangrijk:
- Lees eerst de voca van bron A & B door voordat je aan de opdrachten begint.
- Schrijf voor jezelf een aantal moeilijke woorden op en zoek de betekenis hiervan op.
- De vertalingen van de opdrachten zijn te vinden in de volgende slides.
- Als je iets niet snapt: schrijf de vraag op en stel hem tijdens de livestream van aanstaande vrijdag!

Slide 8 - Slide

Vertalingen:
exercice 4 & 5
Exercice 4:
Vul het schema aan. Welke woorden zie in het plaatje?
Exercice 5a:
Luister naar het verhaal en lees mee. Welke onderwerpen hoor je? Kruis deze aan.
Exercice 5b/c:
Onderstreep de fouten in de zinnen en verbeter ze in het Nederlands.
Exercice 5d:
Antwoord in het Nederlands op de vraag.

Slide 9 - Slide

Vertalingen:
exercice 6
Exercice 6a:
Kies het juiste woord en vertaal dit in het Nederlands.
Exercice 6b:
Welk woord hoort er niet bij? Leg in het Nederlands uit.
Exercice 6c:
Maak je eigen stamboom. Je hoeft niet alle woorden te gebruiken.

Slide 10 - Slide

Vertalingen:
exercice 7
Exercice 7a:
Zoek de antwoorden op de vragen op in de tekst en noteer deze.
Exercice 7b:
Maak het WhatsApp-gesprek compleet. Gebruik de zinnen uit opdracht 7a.

Opdracht 8 slaan we over!

Slide 11 - Slide

Vertalingen:
exercice 9 & 10
Exercice 9a
Vertaal de maanden in het Nederlands.
Exercice 10a
Lees de titel en kijk naar de plaatjes. Geef antwoord in het Nederlands.
Exercice 10b
Wie had welk idee? Zet de juiste naam onder de plaatjes.
Exercice 10c
Kies het juiste antwoord.
Exercice 10d: Antwoord in het Nederlands.

Slide 12 - Slide

Vertalingen:
exercice 11 & 12
Exercice 11a/b
Klik in de digitale methode op: gedaan.
Exercice 11c:
Zoek het tegenovergestelde van de woorden. Je kunt deze woorden vinden in de tekst.
Exercice 12a
Zet de woorden in de juiste kolom.
Quoi (wat?) en Avec qui (met wie)?
Exercice 12b
Klik in de digitale methode op: gedaan.

Slide 13 - Slide

Faire:
formatieve toets grammatica
- Je krijgt een 'opdracht' via Magister.
Je hebt de tijd van 13.00 - 14.00 (op vrijdag 3 april).
- Vragen kan je stellen via de livestream.
- De grammatica-opdracht staat in de LessonUp van deze week en vorige week uitgelegd.
- Deze toets maak je verplicht!
- Zodoende kunnen wij zien welke onderdelen je beheerst en welke onderdelen nog aandacht nodig hebben.

Slide 14 - Slide

Even checken:
Doelen afgelopen week behaald?
Ik heb:
- de uitleg over de passé composé herhaald en eventuele aantekeningen gemaakt.
- de formatieve toets grammatica D gemaakt en ingeleverd via Magiter.
- tekst A & B geluisterd/gelezen en de opdrachten 4 t/m 12 gemaakt.
Volgende week
- Faire: bron C & F
- Apprendre: voca C & F

Slide 15 - Slide