H7.1 Als er iets mis gaat.

H7.1 Als er iets mis gaat
Lesdoelen:
1. Je kunt uitleggen dat zeggen hoe je je voelt altijd relatief is.
2. Je kunt uitleggen dat het soms moeilijk is om te zeggen of iemand goed of fout is.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H7.1 Als er iets mis gaat
Lesdoelen:
1. Je kunt uitleggen dat zeggen hoe je je voelt altijd relatief is.
2. Je kunt uitleggen dat het soms moeilijk is om te zeggen of iemand goed of fout is.

Slide 1 - Slide

Deze les
1. Herhaling regels.                                - 3 minuten
2. Terugblik vorige les.                          - 4 minuten
3. Uitleg: Alles goed?                             - 8 minuten
4. Opdracht: held of schurk?              - 15 minuten
5. Bespreking opdracht                        - 5 minuten
6. Leerdoelencheck                                - 3 minuten

Slide 2 - Slide

1. Herhaling regels
Goed gedrag dat de les beter maakt -> krulletje. 
3 krulletjes betekent kiezen: snack / pen / kruisje weg.

Materiaal vergeten / ongewenst gedrag -> kruisje
3 kruisjes betekent: direct gele kaart.

Slide 3 - Slide

2. Terugblik vorige les
- Symbool

- Vrouwe Justitia

- Stelling kiezen: kun je uitleggen waarom iets goed én slecht zou kunnen zijn?



Slide 4 - Slide

3. Uitleg: alles goed?
"Alles goed?" 'Ja hoor, prima!'


Alle narigheid is relatief - het kan altijd erger.

Er gaan altijd dingen goed en dingen fout, en vaak kan niemand daar iets aan doen. 
Relatief betekent: 
'vergeleken met...'

Bijvoorbeeld: "Ik ben relatief gelukkig, er zijn veel mensen die ongelukkiger zijn dan ik."

Slide 5 - Slide

3. Uitleg: alles goed?
Bespreek in tweetallen de volgende vragen: 

1. Welk voorbeeld van iets dat heel erg mis ging, ken jij? 
2. Welke dingen gaan er in je eigen omgeving mis, waar niemand iets aan kan doen? 
3. Vind je dat er meer goed gaat, of meer fout gaat in de wereld? Waarom?


timer
4:00

Slide 6 - Slide

4. Opdracht: held of schurk? 
In de volgende slides komt er steeds iemand voorbij, met een beetje info. 
Jullie moeten op Lessonup aanvinken of je vind dat diegene een held is, of een schurk.

Op de slide daarna moet je steeds uitleg geven waarom je dat vindt.

Slide 7 - Slide

Donald Trump

A
Held
B
Schurk

Slide 8 - Quiz

1. Held of schurk?
2. Waarom vind je dat?

Slide 9 - Open question

Robin Hood
(stal van de rijken en gaf het aan de armen)
A
Held
B
Schurk

Slide 10 - Quiz

1. Held of schurk?
2. Waarom vind je dat?

Slide 11 - Open question

Sywert van Lienden
(Mondkapjesdeal)
A
Held
B
Schurk

Slide 12 - Quiz

1. Held of schurk?
2. Waarom vind je dat?

Slide 13 - Open question

Geert Wilders

A
Held
B
Schurk

Slide 14 - Quiz

1. Held of schurk?
2. Waarom vind je dat?

Slide 15 - Open question

Jezelf
A
Held
B
Schurk

Slide 16 - Quiz

1. Held of schurk?
2. Waarom vind je dat?

Slide 17 - Open question

Wat maakt iemand goed of slecht?

Slide 18 - Mind map

Bespreking opdracht
- Beoordeel jij iemand op wat hij doet? 
- Kun je dat wel eerlijk en volledig doen? 

Slide 19 - Slide