rijmvormen en rijmschema's

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- Leg je spullen voor Nederlands op je tafel
- Ga alvast lezen in je leesboek



Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesdoelen 
In deze les leer je: 

- verschillende rijmvormen
- rijmschema's herkennen 

In deze les kun je: 
- rijmschema's benoemen
- rijmvormen toespassen in een eigen korte tekst. 

Slide 3 - Slide

Voorkennis
rijmen maar:
haar ------ ?
boeken------?
uitgang-----?
internet------?

Wat is rijm?

Slide 4 - Slide

Rijmvormen
De rijmvormen die wij in deze les behandelen zijn: 
eindrijm
beginrijm

Slide 5 - Slide

Eindrijm
Rijm
Eén van de kenmerken van gedichten is dat er vaak rijm in voorkomt. Je kunt in een gedicht op veel verschillende manieren rijmen.  

 Eindrijm betekent dat de woorden aan het einde van de zin op elkaar rijmen.

Slide 6 - Slide

Beginrijm
Beginrijm betekent dat de eerste klanken van de woorden gelijk zijn. Dit noemen we met een moeilijk woord ook wel alliteratie

Slide 7 - Slide

Welke begin- en eindrijm herken jij?

Een kleine kat kruipt door het kattenluik
Met een knuffelstaart, kort en puik
In de tuin, tussen tulpen en takken 
tuurt ze tot de zon toverend gaat zakken
dan dartelt ze door de deur dichtbij
en dromerig duikt ze diep onder haar deken, dolblij

Slide 8 - Open question

Rijmschema's
Een rijmschema is het patroon van rijm aan het einde van de regels in een gedicht of liedje. Het laat zien welke regels op elkaar rijmen.

Om het rijmschema te bepalen, kijk je naar de rijmklanken aan het eind van de regel. Dezelfde rijmklanken krijgen dezelfde letter.

Een gedicht heeft bijvoorbeeld vier regels die eindigen op de woorden vuur-uur-koud-oud. Het rijmschema van dit gedicht is dan A (vuur) – A (uur) – B (koud) – B (oud). Je schrijft dat op als: 
AABB. Dit rijmschema heet gepaard rijm.
We onderscheiden 4 rijmschema's





We onderscheiden 4 rijmschema's 

Slide 9 - Slide

Gepaard rijm
AABB
De eerste twee regels rijmen op elkaar, en de volgende twee ook:

De zon verdwijnt, de lucht wordt zwart (A)
Ik voel iets donkers in mijn hart (A)
De regen tikt zacht tegen het raam (B)
Ik droom mezelf in een warme droom (B)

Slide 10 - Slide

Gekruist rijm
ABAB
De eerste en derde regel rijmen, net als de tweede en vierde:

De wind waait hard door alle straten (A)
De bladeren dansen door de lucht (B)
De takken beginnen al te praten (A)
Het seizoen verandert met een zucht (B)

Slide 11 - Slide

Omarmend rijm
ABBA
De eerste en vierde regel rijmen, net als de tweede en derde:

De maan staat stil in het licht (A)
De nacht is stil, het uur is laat (B)
Mijn adem klinkt heel zacht en kwaad (B)
Ik sluit mijn ogen voor het licht (A)

Slide 12 - Slide

Gebroken rijm
ABCB
Gebroken rijm is een rijmschema waarbij niet alle regels op elkaar rijmen. Er zit als het ware een ‘breuk’ in het patroon. De 1e en 3e regel rijmen niet, de 2e en 4e regel rijmen wel

De nacht valt zacht over de stad (A)
De straten worden stil (B)
Ik denk aan wat je tegen me zei (C)
En voel de kilte van april (B)

Slide 13 - Slide

Welke letter komt achter elke regel?

Slide 14 - Slide

a
b
b
a


c
d
d
c


e
e


Slide 15 - Slide

Dit is een __________________
slagrijm
gekruist rijm
omarmend rijm
gepaard rijm

Slide 16 - Drag question

Opdracht: Agenda
Ik had in zijn agenda geschreven
zonder jou kan ik niet leven

ik wachtte tot hij het zag
en hoopte op zijn lach

hij schreef me op die prop
hou nou eens op

je moet A:
niet overdrijven
en B:
niet in mijn agenda schrijven.

Erik van Os
Opdracht
denken - delen - uitwisselen

1. Schrijf de rijmwoorden van de eerste drie strofen van het het gedicht onder elkaar. 

2. Schrijf op hoe het rijmschema heet.

3. Schrijf de rijmwoorden van de laatste strofe onder elkaar. 

4. Schrijf op hoe het rijmschema heet.

Slide 17 - Slide

Praten over het gedicht 'Agenda'
- Waarover gaat het gedicht volgens jou?
- Vind je het een goed idee om in iemands agenda 
te schrijven dat je zonder hem of haar niet kunt leven?
- Heeft de agenda-actie succes?
- Vind je de titel van het gedicht goed gekozen?




Ik had in zijn agenda geschreven
zonder jou kan ik niet leven

ik wachtte tot hij het zag
en hoopte op zijn lach

hij schreef me op die prop
hou nou eens op

je moet A:
niet overdrijven
en B:
niet in mijn agenda schrijven.

Erik van Os

Slide 18 - Slide

Schrijf je eigen gedicht 
Schrijf een gedicht en gebruik het rijmschema van het gedicht 'Agenda' 

(drie strofen met gepaard rijm en één strofe met gebroken rijm)

Slide 19 - Slide