7.3 Schakelingen

7.3 Schakelingen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

7.3 Schakelingen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Een schakeling tekenen
Met potlood en een geodriehoek
Rechte lijnen!


Slide 3 - Slide

Schakeling tekenen
Hoe teken je een schakeling?

  • Stroomkring > schakeling van bijv. een batterij en een lamp die met
    draden verbonden zijn
    - in een stroomkring kan de stroom rondgaan
  • Schakeling > manier waarop onderdelen zijn verbonden
    - natekenen is veel werk
    - symbolen gebruiken werkt beter

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De schakelaar
Hoe werkt een schakelaar?

  • Schakelaar > met een schakelaar kun je een stroomkring sluiten en verbreken
    - zo zet je een apparaat in een stroomkring aan of uit

Slide 7 - Slide

Serieschakeling
Wat is een serieschakeling?

  • Serieschakeling > onderdelen zijn achter elkaar
    geschakeld in een stroomkring
    - gaat er een onderdeel stuk, dan gaan alle
    apparaten uit

Slide 8 - Slide

Parallelschakeling
Wat is een parallelschakeling?

  • Parallelschakeling > schakeling waarbij
    de onderdelen naast elkaar geschakeld zijn
    - elk onderdeel zit in een eigen stroomkring
    - als één onderdeel uitvalt, blijven de andere onderdelen
    werken

Slide 9 - Slide

Schakelingen in huis
Welke schakelingen heb je in je huis?
  • Apparaten in huis zijn parallel geschakeld
    - elk apparaat heeft een eigen stroomkring
    - je verbreekt de stroomkring met een schakelaar
  • Bijv. de koelkast
    - de koeling in je koelkast gaat door een elektronische schakelaar aan als de temperatuur in de koelkast te hoog wordt
    - het lampje in de koelkast gaat aan als je de deur opent en uit als je de deur sluit
    - het lampje en de koeling zijn parallel geschakeld.
    - het lampje staat in serie met schakelaar 1
    - de koeling staat in serie met schakelaar 2




Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Als je de deur van de koelkast open doet, gaat het licht in de koelkast branden. Sluit je de deur, dan gaat het lampje uit. De koelkast zelf blijft wel aan. Hoe kan dit?
A
Het lampje werkt op een accu
B
Het lampje heeft een eigen stopcontact
C
Het lampje heeft een eigen stroomkring

Slide 12 - Quiz

Wat versta je onder een schakelschema?
A
Een tekening van een schakeling
B
Een tekening van een schakeling waarin de onderdelen zijn vervangen door symbolen
C
Iets wat in elk geval bestaat uit een lamp, een draad, een batterij en een schakelaar

Slide 13 - Quiz

Sleep de nummers naar de juiste beschrijving
batterij
gesloten schakelaar
open schakelaar
lamp
1
2
3
4

Slide 14 - Drag question

Sleep de lampjes die branden naar het goede schakelschema
Aan of uit?
Aan of uit?
Aan of uit?
Aan of uit?

Slide 15 - Drag question

Waar of niet waar?
1. In een serieschakeling zijn meerdere elektrische apparaten achter elkaar aangesloten
2. Als je in een serieschakeling een lampje losdraait, gaan de andere lampjes ook uit.
8 a & b
A
1. Waar 2. Waar
B
1. Waar 2. Niet Waar
C
1. Niet waar 2. Waar
D
1. Niet waar 2. Niet waar

Slide 16 - Quiz

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 7.3

timer
5:00

Slide 17 - Slide